Debat: Radicalisering bij Belgische- en Nederlandse jongeren

Radicaal en radicalisering zijn abstracte termen waarmee zowel in de politiek als in de media vaak geschermd wordt. Wat houdt de term in? Wat is de voedingsbodem? Wat zijn de maatschappelijke gevaren die eruit voortvloeien? En hoe kunnen we dat gevaar inperken of ontmijnen?
Debat: Radicalisering bij Belgische- en Nederlandse jon

In de analyse van maatschappelijke werkelijkheden zoals het radicalisme, worden de oorzaken bijna uitsluitend gezocht in de religieuze beleving. Nergens worden de sociaaleconomische factoren belicht, laat staan ontrafeld.

 

Radicaal en radicalisering zijn abstracte termen waarmee zowel in de politiek als in de media vaak geschermd wordt. Wat houdt de term in? Wat is de voedingsbodem? Wat zijn de maatschappelijke gevaren die eruit voortvloeien? En hoe kunnen we dat gevaar inperken of ontmijnen?

Chams Edinne Zaougui (Arabist, filosoof, journalist) modereert dit opklarend debat tussen Azabar Samira (sociologe, bestuurslid ‘Baas Over Eigen Hoofd!’), Benyaich Bilal (onderzoeker VUB) en Jan Jaap de Ruiter (Arabist aan de Universiteit van Tilburg).

Toen dit thema op het debat werd aangekaart, was het niet een verrassing dat het uitsluitend over moslimjongeren ging die naar Syrië vertrokken. Waarom men zich in dit debat en in de media enkel beperkt tot de enge islam-gerelateerde context, is met het oog op het ontleden van dit maatschappelijk fenomeen zeker geen irrelevante vraag. Hoewel deze vraag hier niet specifiek aan bod kwam, vindt men een antwoord tussen de uitlatingen door.

Moderator: Wat moet men verstaan onder radicalisering?

Bilal: "Radicalisering, is het proces van streven naar ingrijpende (maatschappelijke) veranderingen of naar een volledig nieuw systeem. Dit is niet per definitie extremistisch, gezien een extremist niet voor rede vatbaar is en zich vast graaft in zijn manier van denken. Vanuit dat opzicht kunnen we het omzichtiger N-VA zien als een radicale partij en het Vlaamse-Blok als extreem."

Jan Jaap: "Ik kan de definiëring van Bilal niet overtreffen. Wat ik persoonlijk opmerk, is dat deze jongeren op een té negatieve wijze gelabeld worden. Ze worden veel eerder in het hokje geduwd van terrorist dan bijvoorbeeld 'radicale' vrijheidsstrijder."

Samira kon zich vinden in de definiëring van Bilal, maar ook zij legt meteen de vinger op een wonde, een binnen de moslimgemeenschap wijdverbreide frustratie: "In de analyse van maatschappelijke werkelijkheden zoals het radicalisme, worden de oorzaken bijna uitsluitend gezocht in de religieuze beleving. Nergens worden de sociaaleconomische factoren belicht, laat staan ontrafeld. Men verkiest deze simplistische kijk die niet alleen verkeerd is, maar ook schadelijk. Daarnaast is het van belang om duidelijk te definiëren waar het gevaar juist ligt. In de brochure van de NV-A bijvoorbeeld (brochure over het beheersen van moslimradicalisering, red.) wordt een moslim die de wetten overtreedt gezien als radicaal, terwijl dat bij de 'blanke' Vlaming niet het geval is. De orthodoxe jood die zich radicaal afschermt van de samenleving, is hij ook gevaarlijk? Die vragen worden in de brochure niet gesteld."

 

 

Moderator: Hoe groot wordt het gevaar ingeschat als de jongeren terugkomen?

Jan Jaap: "Dat is zeer moeilijk vast te leggen, gezien we niet weten wat de jongeren daar juist zijn gaan doen, wat hun beleving was en met welke instelling zij terugkomen. We dienen ons inderdaad af te vragen voor wie er gevaar schuilt en wat het gevaar inhoudt."

Moderator: Ik bedoel vooral het gevaar van de antiwesterse vorm van jihad.

Bilal: "De jongeren die de strijd aangaan, worden gerekruteerd door organisaties die op de eerste plaats een gevaar vormen voor de Syriërs zelf. Jihadi-salafisten zoals Al-Qaida"

Jan Jaap: "Deze jihadi-salafisten zijn er in de eerste plaats op uit om hun 'eigen huis op te kuisen', het gevaar loert dan vooral voor de islamitische landen of meer specifiek, hun leiders."

Samira: “De oproep tot Jihad zoals die hier bedoeld wordt, is als inspiratiebron een marginaal gegeven. Er zijn ook jongeren vertrokken met humanitaire motieven, zoals onder andere blijkt uit het verhaal van Jejoen B. Dit wordt gevoed door een mix psychosociale- en economische elementen zoals een lage scholingsgraad of de manier waarop ze worden waargenomen door een aanzienlijk deel van de maatschappij."

 

Moderator: Hier zijn we eigenlijk gerold in de volgende vraag: wat bezielt de Vlaamse moslimjongeren om zich te begeven in een oorlogsgebied dat zich duizenden kilometers ver van thuis bevindt?

 

Bilal: "Wat Samira aanhaalde speelt zeker mee, maar zoals de jongeren in zekere zin worden verstoten, worden zij ongetwijfeld ook aangetrokken. De rol van de Saoedi’s en hun religieuze propaganda mag absoluut niet worden geminimaliseerd. Zij beschikken over enorm veel middelen."

Samira: "Die benadering is simplistisch. En als men het heeft over de extreme vleugel van het salafisme en hun internationale propaganda, dan moet men het ook hebben over de onverschilligheid in het westen, waar islamofobie en racisme welig tieren met overheden wiens koplopers nauwe betrekkingen hebben met de Saoedi's."

Moderator: Wat kan de overheid doen?

 

Jan Jaap: "De vraag is, wat kan de gemeenschap doen?" Jan Jaap gaat verder over de complexiteit en de verdeeldheid binnen de moslimgemeenschap die een obstakel is voor een structurele oplossing. Hij vraagt zich eveneens af of de media en de overheden daar niet te obsessief mee bezig zijn, of het niet te dramatisch wordt voorgesteld."

Bilal: "Het gaat hier inderdaad over een klein honderdtal geradicaliseerde jongeren en nogmaals, niet per definitie gevaarlijk, maar op termijn draagt het wel dat potentieel door dynamieken die pleiten voor zelfsegregatie"

Samira: "Jongeren moeten de kans krijgen om deel te nemen aan het politiek proces. In Nederland wordt bijvoorbeeld een christelijk-orthodoxe partij (SGP, red.), die naar huidige maatstaven als radicaal gezien wordt, opgenomen in de democratische structuren. Hun stem wordt niet onderdrukt of weggehoond. Dat politiek proces dient te vertrekken vanuit de maatschappelijke realiteit en leefwereld van de betrokken gemeenschap. Deze jongeren dienen niet te worden opgesloten en de overheid moet zich niet over hun beleving over uit laten. Indien men de wet ergens overtreedt, dienen zij berecht te worden volgens maatstaven die voor iedereen gelijk zijn."

Bilal: "Als het beleid voor radicalisering verscherpt, kan dat zich keren tegen de 'overheid' en de samenleving in haar geheel."

 

– Einde debat –

De menigte kreeg een kans om vragen te stellen, maar het waren zelden meer dan statements geventileerd door moslims. 1 vraag vond ik het verslagen waard.

In welke mate speelt islamofobie een rol?

Bilal bevestigde dat het een rol speelt, maar niet een allesbepalende. Daarnaast wordt er volgens hem te weinig onderzoek naar gedaan, waardoor het wetenschappelijk onderbelicht is.

Jan Jaap: "Er is inderdaad geen onderzoek naar verricht, maar ik kan me niet indenken dat het geen invloed heeft, weliswaar één als secundaire katalysator."

Samira bepleit dat het een cruciale rol speelt: "Uit onderzoeken blijkt systematisch dat uitsluiting en isolement leiden tot dit soort fenomenen. Dat gehamer op de beleving van moslims, van het hoofddoekenverbod tot het ritueel slachten, zorgt voor enorme frustraties. Deze frustraties gelden als potentiële trigger-moments.”

Een woord dat tot het jargon behoort van psychologen en begrepen wordt als de druppel die de emmer doet overlopen.

Besluit

Ik kan niets anders bepleiten dan een humane oplossing voor deze jongeren die, bij wijze van spreken, meer met open armen dienen ontvangen te worden dan met knuppels. En als men uit veiligheidsoverweging hun verhaal wil nagaan, dan kadert zich dat binnen de grenzen van de nodige objectiviteit of meer algemeen de deontologische principes. De regel is dat iemand onschuldig is tot het tegendeel wordt bewezen. In dat geval hoort de uitvoerende- en rechterlijke macht zijn werk te doen zonder de druk van politieke opportunisten die schieten met goedkope maar giftige oneliners en wellicht even radicaal zijn als het subject dat ze daarvan beschuldigen. Deze trend binnen de samenleving is door haar vicieus karakter een sluipende levensbedreigende ziekte, een ziekte die overduidelijk de sferen van geloof, etniciteit en cultuur overstijgt en zich alles behalve beperkt tot de moslimgemeenschap. Ik roep op tot een breder debat en actie op het sociaaleconomisch veld, wil men deze kwestie daadwerkelijk aanpakken.

 

>>> Wil je meer weten over dit thema? Mis dan zeker de volgende BEELDBREKERS niet in de Pianofabriek in Brussel, vandaag dinsdag 29 oktober. De Gentse imam Brahim Laytouss en journaliste Hasna Ankal debatteren over de zin en onzin van de strijd tegen radicalisering. Meer info vind je hier. 

>>> Het integrale debat kan je ook bekijken op Kif Kif Tv 

>>> Ter aankondiging van het debat op 23 oktober interviewde MNM Kif Kif vrijwilliger Youssef Kobo, herbeluister hier

 

Evenement in het kader van Media Changemakers - Youth in Action en in samenwerking met MiraMedia, Platform Allochtone Jeugdwerkingen.