"Dit migratiebeleid duwt mensen met voorbedachten rade in de illegaliteit"

Vorige maand stelde het collectief van mensen zonder papieren In My Name hun burgerwetsvoorstel voor in de kamercommissie Binnenlandse Zaken. Hun eis: een transparanter regularisatiebeleid. Jurist en schrijver Rachida Lamrabet diende het burgerwetsvoorstel namens hen in. Vandaag, op de Internationale Dag van de Migrant, publiceren we haar integrale tussenkomst in de commissie.

‘Het hart van de vluchteling heeft zes kamers.
In de eerste ligt je moeders onuitgepakte koffer.
In de tweede huilt je vader in zijn handen.
De derde kamer is een immigratiekantoor,
je afgehakte benen in de vierde,
in de vijfde een baarmoeder – de jouwe?
de zesde gaat open met de juiste papieren.’

Uit: 'Assimilatie' van Warsan Shire, vertaling Radna Fabias

Iets langer dan een jaar geleden werd ik gevraagd om het burgerwetsvoorstel voor regularisatie in te dienen namens de duizenden medeburgers in dit land die hier al jarenlang leven, werken en samen met ons deze plek bewonen.

Ze vroegen het aan mij omdat ik wel over de juiste papieren beschikte. Omdat mijn naam in het systeem zit, ik heb een nummer en een kaart die van mij een echte burger maakt. De kaart is het bewijs van mijn bestaan. Mijn identiteitskaart opent deuren.

We leven in een land dat mensenrechten selectief toepast, sommige mensen op de vlucht worden met open armen onthaald, anderen worden buitengehouden en slapen onder de blote hemel. Dit beleid organiseert haar eigen opvangcrisis, met voorbedachten rade

In ons land heb je een grote groep van schaduwburgers die niet erkend worden en die in mensonwaardige omstandigheden leven. Een grote groep mensen die, omdat ze niet over de juiste papieren beschikken, worden opgejaagd, werken aan hongerlonen en geen enkel recht op bescherming hebben tegen malafide werkgevers, racisme en discriminatie. Wanneer ze ziek zijn, hebben ze geen recht op zorg. Deze schaduwburgers hebben geen mensenrechten.

Als goede en erkende burger van dit land kan ik niet toekijken hoe deze overheid omgaat met mijn medeburgers. Ik schaam me diep voor dit beleid, dat door haar houding tegenover mensen zonder geldige verblijfsdocumenten haar eigen onmenselijkheid blootlegt. Het is een feit: we leven in een land dat mensenrechten selectief toepast, sommige mensen op de vlucht worden met open armen onthaald, anderen worden buitengehouden en slapen onder de blote hemel. Dit beleid organiseert haar eigen opvangcrisis, met voorbedachten rade. Er worden met voorbedachten rade mensen in de illegaliteit geduwd. Zo creëert men een steeds grotere groep van schaduwburgers die moeten overleven in een natie die hen niet wil zien. Vandaag weigert men bijvoorbeeld Afghanen te regulariseren terwijl Afghanen niet terug kunnen. Afghanistan is volgens talrijke mensenrechtenorganisaties één van de meest onveilige landen ter wereld. 

Ik, als burger van dit land, verzet me tegen dit hard en meedogenloos en bij momenten racistisch beleid en ik weet dat wij, burgers die zich verzetten, in de meerderheid zijn. We hebben op zeer korte tijd meer dan 35.000 handtekeningen verzameld van burgers die een heldere en transparante regularisatieprocedure eisen. Een procedure die niet afhangt van de goodwill van politici en politieke partijen maar die de mensenrechten als ijkpunt neemt. Want dit is een strijd voor mensenrechten, een strijd voor burgerrechten.

We vragen niet veel, we vragen dat iedereen als mens behandeld wordt, we vragen een heldere en transparante regularisatieprocedure op basis van duidelijke en objectieve criteria

Iedereen is gelijk voor de wet, maar de wet is ongelijk. We vragen een menswaardige behandeling voor mensen die hier al jaren in de schaduw wonen en werken. Elke andere aanpak is een democratie onwaardig. Tenslotte eindig ik opnieuw met een regel uit het een gedicht van Warsan Siri die schrijft dat ‘niemand zijn thuis verlaat tenzij thuis de bek van een haai is.’

Het drama voor mensen zonder verblijfspapieren is dat zij nog steeds in de bek van de haai leven. Mensen die gereduceerd werden tot schaduwburgers, tot zwervers. Die gedwongen worden om in een permanente onzekerheid te leven.

We vragen niet veel, we vragen dat iedereen als mens behandeld wordt, we vragen een heldere en transparante regularisatieprocedure op basis van duidelijke en objectieve criteria. We vragen de oprichting van een onafhankelijke en evenwichtig samengestelde commissie die deze regularisatieaanvragen zal beoordelen. We vragen dat mensen die hier al lang wonen en hier een duurzame verankering hebben, erkend worden als volwaardige medeburgers. Want een land dat haar burgers in de schaduw houdt, is een onwaardig land en onrechtvaardig land.



Over de auteur:

Rachida Lamrabet (Sidiboujedain, 1970) is jurist, schrijver en indiener van het burgerwetsvoorstel In My Name. Ze debuteerde in 2007 met Vrouwland, een verhaal over jonge mensen die dromen van een beter leven. Met haar verhalenbundel Een kind van God die in oktober 2008 verscheen, won ze in januari 2009 de Nederlandse BNG Nieuwe literatuurprijs (Amsterdam). In 2017 publiceerde ze Zwijg, allochtoon!, waarin ze een antwoord zoekt op een aantal ongemakkelijke vragen. In september 2018 kwam haar nieuwe roman Vertel het iemand uit bij Polis.