De ‘AEL-generatie’ is breder dan de AEL

Eerder dan dat de AEL een generatie heeft geëmancipeerd, was ze het logische gevolg van een bewustwording die al bezig was, schrijft Rachida Lamrabet.
De ‘AEL-generatie’ is breder dan de AEL

Een beweging voor ontvoogding en gelijke rechten is een proces, het resultaat van de verenigde kracht van vele mensen samen en soms apart.

 

Dyab Abou Jahjah keert na bijna tien jaar afwezigheid terug naar België en plots is het kot te klein. Er wordt zelfs geschreeuwd om hem onmiddellijk in de boeien te slaan wanneer hij hier voet aan land zet (DS 17 september). Abou Jahjah mag dan wel naar eigen zeggen ouder en wijzer zijn geworden, sommigen in dit land zijn dat blijkbaar nog lang niet.

En weer wil men weten of je nu voor de Arabisch Europese Liga (AEL) bent of tegen. Zo las ik in De Standaard dat ikzelf tot die zogenoemde AEL-generatie behoor. Altijd verfrissend om dingen over mezelf te leren van een ander. Maar wat is dat eigenlijk, die zogenaamde generatie van de AEL?

Is dat de generatie zoals die beschreven werd door Nadia Fadil in haar geweldig manifest (De Morgen 26 mei 2008)? Een generatie die politiek bewust is, niet op haar mond gevallen, een generatie die op haar strepen staat en niet onderdanig is? Een generatie die zich bewust is van de mechanismen van achterstelling en discriminatie en die zich daartegen verzet?

Wel ik heb nieuws voor jullie: die generatie bestond al lang, al van voor het onstaan van de AEL in 2000.

Ik noem ze de generatie van de verontwaardigden. De AEL is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Het is een beweging die gevoed werd door de verontwaardiging van een generatie van jonge Belgen van veelal Marokkaanse afkomst. Een generatie die in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw al pogingen ondernam om haar stem te laten horen. Akkoord, die stem had toen nog veel minder bereik dan nu. Maar dat weerhield er haar niet van om iets te doen. De mensen trokken de straat op om te betogen, richtten verenigingen op, gingen in debat met de man in de straat, schreven brieven naar het departement onderwijs wanneer een school alweer weigerde een broer of zus in te schrijven. En omdat de mainstream-media ontoegankelijk waren en de sociale media nog niet bestonden, gaven ze tijdschriften uit in eigen beheer.

Alle Turken terug naar Marokko

Het is de generatie die opgroeide met een old school racisme in de straten, dat van een keffende Karel Dillen en dat van plakkaten met het opschrift ‘Verboden voor Noord-Afrikanen’. Waarmee meteen ook de Turken geviseerd werden. In die tijd werd er al eens een gevel of twee opgesierd met een boodschap aan alle Turken ‘om terug te keren naar Marokko’.

Dat is mijn generatie, een generatie die bij god niet wist op welke manier je tegen dit virulent racisme weerwerk moest bieden. Er was geen houvast, geen rolmodel, niemand deed het ons voor. Ja, er was een knagend rechtvaardigheidsgevoel dat ons ervan weerhield ons bij de gegeven omstandigheden neer te leggen, maar er was geen procedure, geen structuur. We zochten het zelf uit. We hadden geen kaas gegeten van politieke structuren, de macht van het getal of van mobilisatie.

We waren ongeorganiseerde en weinig efficiënte einzelgängers. Dat was de manier waarop mijn generatie pogingen ondernam om haar lot, en bij uitbreiding de wereld, te veranderen. En een van de logische gevolgen van dit jarenlange proces van bewustwording en verzet was onder andere de AEL. En het was goed. Want de AEL bood een structuur, bracht een politieke visie onder woorden en verenigde mensen in een legitieme en noodzakelijke strijd.

Verschillende fronten

Dat er daarna een heksenjacht losbarstte, was dan weer te verwachten. Het is een eeuwig terugkerend patroon dat het establishment zwaar uithaalt als het onmondig geachte ‘plebs’ zich begint te roeren en een serieus gesprek wil over de herverdeling van welvaart in de breedst mogelijke betekenis van het woord. Een beweging zoals de AEL is noodzakelijk maar niet voldoende, zeker nu het met die tweede en derde generatie van Marokkaanse Belgen niet goed gaat. Een beweging zoals de AEL is een onderdeel van een brede emancipatiestrijd die op verschillende fronten gestreden moet worden. Dyab Abou Jahjah zal het dus niet in zijn eentje klaren, hoewel die indruk wel gewekt wordt. Net zo min als de emancipatiestrijd te herleiden valt tot alleen maar de AEL, valt ze ook niet samen met haar charismatische en mondige leider Dyab Abou Jahjah.

Een beweging voor ontvoogding en gelijke rechten is een proces, het resultaat van de verenigde kracht van vele mensen samen en soms apart. Bovendien is het goed om een gezonde kritische blik te hebben op de figuur van de leider. Natuurlijk wens ik Dyab van harte welkom terug in zijn tweede vaderland. Ik ben blij dat hij zich wil aansluiten bij de honderden positieve mensen die al lang proberen onze samenleving rechtvaardiger en meer solidair te maken. Ik zou ze bij naam willen noemen, maar daarvoor is de ruimte hier te klein.