Durven we te praten over racismevrije sinterklaasboeken, of blijven we stil uit angst voor 'gedoe'?

Zwarte Pieten zullen definitief verdwijnen uit de boekenrekken van de bibliotheken. Tenminste, dat hopen we. Een deel van de Vlaamse bibliotheken heeft zich dit jaar voorgenomen de racistische karikatuur uit de Sinterklaasboeken te weren. Maar lang niet iedereen ziet hier het nut van in. Bovendien durven ook veel progressieve bibliothecarissen zich niet uit te spreken over de stappen die ze ondernemen, uit angst voor 'gedoe'.

De bibliotheken die hun jeugdboeken screenen op inhoud en stereotiepe beelden uit het aanbod halen, communiceren hier amper tot niet over.  Verschillende bibliothecarissen stellen de vraag of het wel nodig is om bezoekers op de hoogte te stellen van het dekolonisatieproject. “Ik wil geen problemen, maar ik ga het gewoon doen zonder veel lawaai”, vertelt een jeugdbibliothecaris die vol enthousiasme begon aan de screening van diens collectie. “We zijn er nog niet uit hoe we het willen communiceren”, reageert een andere bibliothecaris bij wie alle afgekeurde Sinterklaasboeken reeds geloosd zijn naar de donkerste hoek van hun magazijn.

De boodschap is duidelijk: we willen er wel iets aan veranderen, maar liefst zonder 'gedoe'. Hoewel dit een opmerkelijke stap is die bibliotheken en intussen uitgeverijen zetten om hun collecties te dekoloniseren, wordt het misschien ook tijd dat we moediger zijn en ook stevig in onze overtuiging staan, zonder ons zorgen te maken over de reactie die dat met zich mee zou kunnen brengen. Dit stilzwijgen zorgt ervoor dat andere instellingen niet aangezet worden om soortgelijke initiatieven te nemen. Het is een vorm van zelfcensuur die ons ervan weerhoudt om publieke ruimtes inclusief, veilig en racismevrij te maken. 

Het valt me op dat Belgische uitgevers vanaf het jaar 2019 de eerste pogingen ondernamen om de Sintverhalen inclusiever te maken. Pogingen die niet altijd even succesvol waren, maar hen niet weerhield om het nog eens te proberen

Maar straks meer over dat 'gedoe’ dat ons weerhoudt om een duidelijke standpunt in te nemen. Eerst nodig ik je uit om samen met mij een reis terug in de tijd te nemen in mijn denkbeeldige Delorean DMC-12 (de tijdreisauto uit de science-fictionfilm Back to the future uit 1985).

Het is een dinsdagmiddag in mei wanneer ik samen met twee andere Zwarte ouders mijn hoofd buig over stapels aan sinterklaasboeken. De boeken maken deel uit van het screeningstraject van de Openbare Bibliotheek Leuven, die trouwens in hun laatste nieuwsbrief wel hierover communiceerde. Wat mij in het najaar nooit was gelukt, verloopt nu moeiteloos: Met een volgeladen batterij en optimisme, bekijken we talloze boeken met stereotiepe afbeeldingen en taalgebruik. Het valt me op dat Belgische uitgevers vanaf het jaar 2019 de eerste pogingen ondernamen om de sintverhalen inclusiever te maken. Pogingen die niet altijd even succesvol waren, maar hen niet weerhield om het nog eens te proberen. De pogingen van uitgeverij De Limonadefabriek van Thaïs Vanderheyden, auteur en bedenker van de reeks 'De spiekpietjes', trekken mijn aandacht. 

Traag maar gestaag richting inclusie

Gordels om! We vliegen even verder terug in de tijd: zondag 7 november 2021 slenter ik samen met een vriendin door de boekenbeurs in Antwerpen wanneer onze ogen tegelijkertijd vallen op verschillende uitgaves van ‘De spiekpietjes’. Vol afschuw kijken we naar de miniatuurversies van zwarte pieten, allemaal dezelfde zwarte huidskleur en kroeshaar. Behalve het schattig koosnaampje lijkt er weinig te zijn veranderd aan zwarte piet zoals we die kennen. Een korte zoekactie op de gsm leert me dat de bedenker geïnspireerd werd door de Amerikaanse ‘Elf on the shelf’, een traditie waarbij kinderen worden voorgehouden dat ze in de gaten worden gehouden door kleine elfjes die hen bij ‘slecht’ gedrag zullen verklikken bij de kerstman. Een zoekresultaat verder ontdek ik een rant van Vanderheyden waarin ze de zwartepietdiscussie ‘een goedkope drogredenering noemt om iets fijns stuk te maken’. Tijdens de autorit terug bespreken mijn vriendin en ik uitvoerig onze gevoelens van frustratie over de boeken en het machteloze gevoel dat onze kinderen dit ooit onder ogen zouden zien. 

Een flits en twee brandende bandensporen terug vooruit: Het is 22 augustus 2022 en ik stuur een mail naar Thaïs Vanderheyden. Haar inspanningen om ‘De spiekpietjes’ in de laatste uitgaves inclusiever te maken, zijn mij opgevallen en ik moet weten waarom ze besloot de intussen populaire karakters te veranderen. Ze reageert vrijwel meteen: “Ik ben blij dat je het opmerkt. In de tien jaren dat ik De spiekpietjes maak, heb ik de boeken maar liefst drie keer volledig onder handen genomen en herwerkt. Ik ben er ooit met de beste bedoelingen aan begonnen vanuit de verhalen uit mijn eigen opvoeding. Ik zag er geen kwaad in.” Vanderheyden blikt terug op de periode dat zij zich niet kon vinden in de zwartepietendiscussie, maar ook op het moment dat ze begon te beseffen hoe de zwarte spiekpietjes op een groot deel van onze samenleving overkwam.

Zijn het schrijvers en illustrators die het voortouw zullen nemen bij racismevrije kinderboeken? Als dat zo is, kunnen we ons de vraag stellen hoeveel leertijd we hen moeten gunnen om tot het besef te komen van de kwetsende inhoud die ze de wereld insturen

Tegenwoordig illustreert ze de Spiekpietjes in verschillende huidtinten en haarstijlen. Onder de pietjes zijn er nu ook meisjes, omdat de totale afwezigheid van vrouwen in het oude Sinterklaasverhaal haar stoorde. De donkere knuffels werden niet vervangen, maar aangevuld met lichtgetinte poppen. Vorig jaar besloot ze vervolgens om alle vroegere versies van ‘De spiekpietjes’ uit de magazijnen te laten vernietigen. Ook de geretourneerde exemplaren ondergaan hetzelfde lot. “Ik krijg – grotendeels uit rechtse conservatieve ‘kringen’ –  soms echt walgelijke mails over de lichte spiekpietjes. Ik bespaar u de details van de scheldpartijen, maar er is nog heel veel weerstand. Ik weet dat wat ik ook teken altijd wel iemand zal kwaad maken. Dus heb ik besloten van gewoon mijn eigen hart te volgen hierin”, vertelt Vanderheyden. Op mijn vraag of ook uitgeverijen voor stereotiepvrije sinterklaasverhalen zullen kiezen uit winstoogmerk of maatschappelijke druk, ziet Vanderheyden eerder schrijvers en illustrators initiatieven nemen om inclusievere verhalen te creëren. Uitgeverijen zouden uiteindelijk wel volgen, net als grote spelers Bol.com en Facebook die geen afbeeldingen van zwarte pieten meer toestaan, antwoordt ze. 

Het antwoord van Thaïs zet me aan het denken. Zijn het dan schrijvers en illustrators die het voortouw zullen nemen bij racismevrije kinderboeken? Als dat zo is, kunnen we ons de vraag stellen hoeveel leertijd we hen moeten gunnen om tot het besef te komen van de kwetsende inhoud die ze (onbewust of niet) de wereld insturen. Zouden wij de wachttijd kunnen verkorten, liefst zonder tijdreismachine, als meer mensen van kleur betrokken worden in het creatieproces?

De verantwoordelijkheid van uitgeverijen

Ik richt me tot Mylo Freeman, auteur en illustrator van bijna 70 prentenboeken en bedenker van de Prinses Arabella-reeks. In 2014 bracht ze het boek ‘Prinses Arabella en de Sint’ uit, één van de eerste inclusieve Sintboeken bij een Belgische uitgeverij (De Eenhoorn). In het boek wordt zwarte piet niet genoemd. De pieten hebben verschillende etniciteiten en nergens is een roetveeg te bespeuren. Gezien het uitgavejaar en de zwartepietdiscussie, was dit vrij uniek.

Zolang we meer geven om het risico van een mogelijke terugslag dan om het voortduren van structureel onrecht, zal een kettingreactie helaas uitblijven, ook in de kinderliteratuur

“Vanaf het begin had ik het gevoel dat het goed zou komen en dat mensen de boodschap wel zouden begrijpen, namelijk dat we een inclusief Sinterklaasverhaal nodig hebben waar ieder kind zich in kan herkennen zonder gekwetst te worden”. Toen ze online onwetende reacties over de zwartepietdiscussie tegenkwam, besloot Freeman in de pen te kruipen en schreef vervolgens haar eerst Sinterklaasboek. Zoals zij zelf verwachtte, werd het verhaal warm onthaald en het boek zit inmiddels aan zijn derde druk. Hoewel ze als auteur en illustrator een voortrekkersrol opnam, benadrukt ze nu dat uitgeverijen ook een grote verantwoordelijkheid hebben naar kinderen toe. Zowel winstoogmerk als maatschappelijke druk zouden volgens haar reden genoeg moeten zijn voor hen om zwarte piet in Sinterklaasboeken te bannen. 

Maatschappelijke druk of niet, steeds meer uitgeverijen besluiten om de zwarte pieten in hun publicaties te vervangen door roetpieten. Thaïs Vanderheyden van uitgeverij De Limonadefabriek deed dat vanaf het moment dat zij haar boeken zelf begon uit te geven. Uitgeverij Clavis besloot klassiekers als Sinterklaasje en Klaasje Sinterklaasje 'in een nieuw jasje te steken'. Helaas zonder echt in te gaan op de zichtbare aanpassingen. Want dat gedoe, weet je nog?

Het is hetzelfde gedoe waar Vanderheyden mee geconfronteerd wordt vanwege haar keuze om over te stappen naar inclusievere boeken. En hetzelfde gedoe dat instanties willen vermijden wanneer ze overgaan tot actie, maar liever het r- woord niet in de mond nemen. Het is deze dynamiek die toont dat het tempo van de evolutie naar racismevrije literatuur nog steeds afhankelijk is van het vermogen van dominante groepen om over ongelijkheid te praten. Zolang we meer geven om het risico van een mogelijke terugslag dan om het voortduren van structureel onrecht, zal een kettingreactie helaas uitblijven, ook in de kinderliteratuur. 
 



Over de auteur:

Zarissa Windzak is geboren en opgegroeid in Suriname, waar zij enkele jaren werkte als all-round journalist. Ze is communicatiemedewerker bij Kif Kif en eigenaar van Cargo Confetti, een webshop met speelgoed en kinderboeken die inclusie en positieve beeldvorming stimuleren. Daarnaast is ze kinderboekenauteur en mede-oprichter van Words of Colour, een schrijverscollectief voor vrouwen van kleur.