Een professoren onderonsje: Tariq Ali, Ruddy Doom en Christopher Parker over de impact van de Arabische Lente op de wereldpolitiek (Ugent)

In de theaterzaal van het kunstencentrum Vooruit, bevond zich vorige maand een hoop wijsheid. Niet alleen door de aanwezigheid van de gerenommeerde professoren Tariq Ali, Ruddy Doom en Christopher Parker op het podium, maar eveneens door de talrijke aanwezigen.

In de prachtige theaterzaal van het kunstencentrum Vooruit te Gent, bevond zich vorige maand een hoop wijsheid. Niet alleen door de aanwezigheid van de gerenommeerde professoren Tariq Ali, Ruddy Doom en Christopher Parker op het podium, maar eveneens door de talrijk opgekomen geïnteresseerde studenten. Als stichter van de vakgroep “Studie van de Derde Wereld” aan de Universiteit Gent, geniet professor Ruddy Doom heel wat respect in de academische wereld. Ter ere van zijn emeritaat kwam de wereldvermaarde Tariq Ali zijn visie uiteenzetten over de impact van de Arabische Lente op de wereldpolitiek en het economisch eenheidsdenken dat vandaag in Europa heerst.

Na een korte inleiding door Christopher Parker, waarin zowel Ruddy Doom als Tariq Ali werden geroemd wegens hun sociaal engagement als onderzoeker, kreeg professor Ruddy Doom zelf het woord. Hij sprak over de spanningen in Congo, het vermijden van tunneldenken en over racisme als een cultus van verschil en hiërarchie binnen een dekolonistisch kader.

“De waarheid is zelden definitief”

Je kan je de vraag stellen of onze geesten anno 2012 gedekoloniseerd zijn, stelt Ruddy Doom. We moeten daar kanttekeningen bij plaatsen. Er worden nog steeds veelvuldig stereotypen en vooroordelen gebruikt over andere culturen. En ook al is er een zekere taalverlichting, onderhuids zijn nog altijd heel duidelijke sporen van racisme terug te vinden. Dat zelfverklaarde Congokenners beweren dat ze de mentaliteit van de Congolezen kennen en dat overheden erg gepikeerd reageren op hun koloniale verleden (denk maar aan de zelfcensuur van de Lumumba-commissie), draagt ook niet meteen bij aan het afstand nemen van het verleden. Er zijn gelukkig ook lichtpunten. Zoals de onbevangen kijk van historici en het steeds harder klinkend wederwoord van de Congolezen zelf. Ze maken nu hun eigen beeld. Dat is niet noodzakelijk het juiste beeld, maar “waarheid is zelden definitief”, zo klinkt het.

Tariq Ali wisselde Ruddy Doom af aan het spreekgestoelte. De retorisch getalenteerde academicus ziet een belangrijke verandering sinds 2008 vanwege de economische en financiële crisissen. “Momenteel heeft Europa weinig te vertellen aan anderen”, zo stelt hij. “Zoals we nu bezig zijn, zal de crisis niet worden beëindigd. Het systeem heeft nood aan verandering en niet aan het verdergaan in een neoliberale weg”.

“Politici doen niks dat het systeem hervormt. Integendeel, ze blokkeren dat zelfs. Denk bijvoorbeeld aan Griekenland, waar heel Europa zich moeide met de verkiezingen om Syriza van de overwinning te houden, wat hen met een paar percenten ook is gelukt. Er wordt een proces geïnstitutionaliseerd dat er voor zorgt dat er niet buiten de neoliberale grenzen wordt gelopen”, stelt de historicus, schrijver en filmmaker. “Kapitalisme moet en zal de samenleving determineren. Op deze manier hol je natuurlijk het democratisch proces steeds meer uit. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan de lage opkomstcijfers bij verkiezingen”.

“De nadruk op het kapitalisme vond je ook terug bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Er was helemaal geen verschil tussen Obama en Romney. Ze zijn beide bewakers van Wall Street, alleen niet even luid. In Europa zie je precies hetzelfde want in Groot-Brittanië is er zelfs in praktijk geen oppositie meer”, aldus Tariq Ali.

Alternatieven

“Er zijn ondertussen bewegingen ontstaan zoals Occupy, de Indignados, … maar er is nood aan duidelijke ‘demands’. Occupy is vooral symbolisch. Er is meer nodig. Politiek moet worden vernieuwd in een vorm die zichzelf niet inschrijft in een kapitalistisch discours. De crisis slaat toe in Griekenland, Spanje, Italië en Portugal terwijl Duitse en Franse bankiers en politici zeggen wat ze moeten doen. De parallel met de manier waarop de Wereldbank eisen oplegt aan Afrikaanse landen is niet al te ver te zoeken”.

Tariq Ali haalt Zuid-Amerika aan om te stellen dat het ook anders kan. “Daar zijn wel enorme sociale bewegingen ontstaan als reactie op het neoliberalisme. Daar zijn ze zich er van bewust dat wanneer iets geprivatiseerd wordt ook de prijzen omhoog gaan. De sociale bewegingen in Europa beseffen dit echter niet voldoende. Europa kan op dit gebied iets van hen leren. In Zuid-Amerika zijn er echte veranderingen (Venezuela, Ecuador, Bolivië), maar Europa kan het niet. De context is uiteraard verschillend. In Latijns-Amerika hebben ze de grootste gevolgen van het neoliberalisme gezien omdat er geen stevige vakbonden waren, zomaar confisquaties werden doorgevoerd en er niet zo’n sterke traditionele politieke partijen aan het bewind waren”.

“Binnen Europa is de context volledig anders. De volledige politieke elite is gecapituleerd voor het kapitalisme sinds het einde van de koude oorlog. De sociaaldemocratie is er zelfs door gestorven”, beweert de academicus. “Sinds het imploderen van het communisme ontstaat de indruk dat er geen alternatief mogelijk is. Ook de media doet hieraan mee. Vroeger gaven zij echt diverse opinies, maar nu laten ze allen een gelijkaardige stem horen, namelijk een pro-kapitalistische. Dat verklaart voor een groot deel het neoliberale succes”.

“Zolang de politici dit niet zien, blijven ook de mensen passief. Dan krijg je een verkramping die leidt to nationalisme en terugtrekking op zichzelf. Dat zie je niet alleen in België maar ook in de rest van Europa. Denk maar aan de opleving van het extreemrechts van Le Pen in Frankrijk en het openlijk fascistische Golden Dawn in Griekenland. Het is echter te kort door de bocht om elke vorm van extreem rechts zomaar te reduceren tot het fascisme van de jaren ’30”, klinkt het.

“Er is geen nood aan nog meer cosmetische economische ingrepen, maar wel aan diepgaande structurele aanpassingen. Het huidig systeem is aan het instorten en het enige wat men doet is herplaasteren. Dat er geen alternatieven voor het neoliberalisme mogelijk zijn is pertinent onjuist. Kijk bijvoorbeeld naar de nationalisaties die zijn gebeurd na de Tweede Wereldoorlog. Ook Argentinië kan hier van meespreken. De economie is er geïmplodeerd na jaren te gehoorzamen aan het IMF en de Wereldbank. Zij kozen voor een nieuwe weg, onder andere door het nationaliseren van een belangrijke oliefabriek en boeken nu weer vooruitgang”.

“De manier waarop het systeem nu werkt komt niet ten goede aan de meerderheid van de bevolking”, beweert de beroemde academicus. “Denk bijvoorbeeld aan de farmaceutische industrie. Je kan je de vraag stellen waarom er winst moet worden gemaakt op de gezondheid van mensen. Toch lijkt het momenteel utopisch om te ijveren voor een staatsfarmaceutische industrie voor basismedicijnen. Is kapitalisme in crisis of is kapitalisme crisis?”, vraagt Tariq Ali zich luidop af.

Wereldpolitiek

Tariq Ali sluit af met een korte blik op de internationale politiek. Wat Egypte betreft stelt hij dat “de moslimbroeders een variant kunnen zijn van de Christendemocraten. Ze werden in eerste instantie verkozen omdat de leefomstandigheden zouden verbeteren. De hoofdvraag is nu voor welk economisch bestel zal worden gekozen”.

Daarnaast ziet hij in de 21e eeuw een verschuiving van het centrum van de kapitalistische markt van West naar Oost met China als de nieuwe workshop. Hij schat echter niet in dat China de rol van grootste imperialist zal overnemen. “Hun legermacht komt niet in de buurt van die van de VS, die zelfs met deze crisis zwaar blijft investeren in defensie. China zal wel zijn politieke en economische macht steeds verder uitbreiden maar de VS zal niet tenondergaan. Wat er met de VS zal gebeuren hangt af van het Amerikaanse volk, niet van druk van buitenaf”, zo beëindigt Tariq Ali zijn betoog.