Één like voor elke pin

Beperken onze zogenaamde betrokkenheid en sympathie zich slechts tot het ‘liken’ en ‘tweeten’ van foto’s? Hoe kunnen media er in slagen onrecht en leed dat zich elders afspeelt op zo'n manier te brengen dat mensen écht betrokken raken?
Één like voor elke pin

Door het belang die de media, en dus ook wij, hechten aan beelden wordt de focus vooral gelegd op de gevolgen, in dit geval de metalen pinnen die reeds in de grond zitten. De oorzaken worden de vergeetput ingegooid.

 

In Londen hebben voorbijgangers voor een luxe appartementsgebouw metalen pinnen op de grond opgemerkt. Die pinnen dienen om daklozen tegen te houden de nachten door te brengen tegen de voorgevels van tal van huizen. Op sociale media wordt vol verontwaardiging kritiek geuit op zulke taferelen, weinig beseffend dat dit lang geen nieuw fenomeen is, maar een principe dat reeds in verschillende vormen op grote schaal wordt toegepast. Denk maar aan de vele openbare zitplaatsen die zijn getransformeerd van bank naar stoeltjes, om het slapen op banken door daklozen te ontmoedigen.

Wat betekent het online publiceren van zulke feiten eigenlijk voor het moreel bewustzijn van het moderne zelf? Zorgt het verspreiden van zulke foto’s voor een hoger bewustzijn? Is het in aanraking komen met zulke beelden voldoende om een invloed uit te oefenen op onze handelingen? Of beperken onze zogenaamde betrokkenheid en sympathie zich slechts tot het ‘liken’ en ‘tweeten’ van deze foto’s? Op welke manier kunnen de media er eigenlijk in slagen het onrecht en leed dat zich elders afspeelt op zo'n manier te brengen dat mensen écht betrokken raken?

Mij lijkt dit niet meer dan de veruiterlijking van het proces gestuurd door het kapitalistisch denken. Dit past bijgevolg perfect binnen de logica die vandaag de dag heerst: eentje waarin het 'ik' centraal staat en de 'ander' een sleur vormt. Elk vorm van morele verbondenheid met de ander wordt hiermee ontdaan en daar kan ik alleen 'bah' op zeggen.

Onze wederkerige verantwoordelijkheid en solidariteit worden teniet gedaan door een collage van vluchtige beelden. De dagelijkse beeldenstroom waar velen van ons geen vat op hebben, geeft ons het gevoel een buitenstaander te zijn, want welke inbreng hebben wij hier eigenlijk op? Het lijden van anderen wordt gepresenteerd als een gebeurtenis die ons moreel aangrijpt maar niet als een politiek gegeven waar burgers iets aan kunnen doen.

Door het belang die de media, en dus ook wij, hechten aan beelden wordt de focus vooral gelegd op de gevolgen, in dit geval de metalen pinnen die reeds in de grond zitten. De oorzaken worden de vergeetput ingegooid. Want hoe komt het dat men wel investeert in het wegjagen van daklozen maar niet in het verhelpen van zulke onmenselijke problematieken? Hoe komt het dat zulke handelingspraktijken jegens de erg sociaal zwakkeren überhaupt nog mogelijk zijn? We creëren een blijvende hegemonie van Übermenschen tegenover Untermenschen maar verweren tegelijk het klassesysteem. Dit zijn paradoxen die verwijzen naar de ambivalentie van ons denken en niet meer dan kenmerkend zijn voor onze tijd.

Één ding is zeker, er is nood aan een debat rond moraliteit. Het erkennen van de morele afkeuring van de gemeenschap kan enkel als er hogere standaarden worden voorgesteld. Het ‘slaafs’ opvolgen van opgelegde waarden en normen zijn passé, opzoek gaan naar alternatieve waarden en normen niet. Als er voldoende mensen zijn die alternatieve waarden en normen delen kan er een alternatieve gemeenschap ontstaan, en alleen van daaruit geloof ik in verandering.

Met deze kleine bedenking wil ik een poging wagen om de morele reflexiviteit nog eens onder de aandacht te brengen. Een oproep om stil te staan bij de heersende waarden die het liefst van al het persoonlijke overstijgen. Want laat het nu eens voor één keer niet over onszelf gaan…
 

>>> Nihad is 21 jaar en studeert communicatiewetenschappen. Interesses liggen in poëzie, filosofie, politiek en media.