El Botón de Nácar: het geheugen van het water

In 2004 werd een parelmoeren hemdsknoop gevonden op de bodem van de zee. De knoop hing aan een metalen balk en bevestigde dat het Pinochet-regime de lichamen van vele vermiste politieke gevangen in de zee had gegooid. Eerder dan een documentaire is El Botón de Nácar een poëtisch essay.
El Botón de Nácar: het geheugen van het water

Wat El Botón de Nácar eerder een poëtisch essay maakt dan een documentaire is de nostalgische toon die Guzmán als verteller aanzet

 

Patricio Guzmán heeft het nogmaals voor elkaar gekregen. De meester verhalenverteller die ons de vorige keer meegenomen had naar het hart van de Atacama woestijn en haar verborgen geheimen (Nostalgia de la Luz, 2010), richt zich met El Botón de Nácar (2015) tot een andere zijde van Chile. Eén die maar liefst 4000 km lang is. Water. Chile beschikt over misschien wel de langste kustlijn ter wereld. De rest van de smalle strook land wordt door hoge bergketens afgescheiden van de rest van het Zuid-Amerikaanse continent. Een nauwere band met de oceaan lijkt haast ondenkbaar. Toch beleeft het huidige Chileense volk een maar lauwe relatie tot het water. Er is geen sprake van een welvarende Chileense maritieme cultuur. De Chileense economie hangt niet af van de zee. Chilenen beschouwen zich niet als een ‘zeevolk’.

Ooit was dit anders. Het zuidelijke deel van Chile, vandaag gekend als Patagonië werd oorspronkelijk bewoond door volkeren wiens leven nauw verbonden was met de oceaan. Hun overleving hing af van wat het water hen schonk in de vorm van vissen en walvissen. In smalle boten roeiden ze duizenden kilometers de kust af, rond Kaap Hoorn, naar het huidige Argentinië en terug. Een ritueel die de overgang naar volwassenheid markeerde voor menig jonge adolescent. Guzmán vertelt over een wereld waarin harmonie tussen mens en oceaan centraal staat. Maar de komst van de kolonisator maakte hier abrupt komaf mee. De inheemse volkeren werden gevangen genomen of als dieren afgeslacht. Vandaag maken zij nog geen 5% uit van de Chileense bevolking. De overgeblevenen werden door de bezetter besmet met wat Guzmán ‘de bacterie van de moderniteit’ noemt.

Vandaag maken de vele restricties omtrent de zeevaart, opgelegd door de regering, het onmogelijk voor de laatste telgen van de Kawésqar en de Yagán volkeren om de tradities van hun voorvaderen voort te zetten. Guzmán laat hen aan het woord en betrekt zo de kijker mee in hun hartbrekende verhaal.

Wat El Botón de Nácar eerder een poëtisch essay maakt dan een documentaire is de nostalgische toon die Guzmán als verteller aanzet, het is ook zijn stem die we trouwens horen in de film, tot op het hartverscheurende toe. De pijnlijke anekdotes van Chileense dichter Raúl Zurita maken het daarbij nog moeilijker om onberoerd te blijven. Toch is dit geen film over medelijden met de ‘verliezers’ van de geschiedenis, integendeel. De kijker maakt juist kennis met een volk dat trots mag zijn op haar cultuur en verbondenheid met haar omgeving. Hun ‘verlies’ is eigenlijk het verlies van Chile en zelfs dat van de rest van de wereld.

Het is dat verlies ook dat Guzmán meesterlijk weet te verbinden met die andere tragedie in de Chileense geschiedenis. Want, net zoals de Atacama woestijn in Nostalgia de la Luz, verbergt ook het water wrede geheimen die ze maar af en toe prijsgeeft.

De titel van de film verwijst naar een parelmoeren hemdsknoop die in 2004 gevonden werd op de bodem van de zee. De knoop hing aan een metalen balk en gold als een bevestiging van wat de Chileense rechter Juan Guzmán al een tijdje vermoedde. Namelijk, dat het Pinochet-regime de lichamen van vermiste politieke gevangen in grote getallen in de zee had gegooid. De metalen balken moesten voorkomen dat de lichamen boven zouden komen drijven en zo dit verschrikkelijke geheim zouden onthullen.

De adembenemend mooie beelden, een kenmerk van de cinematografie van Guzmán’s films, herinneren de kijker er nogmaals aan hoe klein de mens is in tegenstelling tot de natuur. Dat het niet de natuur is die wreed is maar juist de mens.

El Botón de Nácar is het tweede deel van een drieluik waarin Guzmán tegelijk de schoonheid maar ook de pijn van het huidige Chile blootlegt. Het eerste deel, Nostalgia de la Luz, vertelt over de gruwelijke tegenstelling die plaatsvindt in de Atacama woestijn ten noorden van Chile. Daar waar al jaren ’s nachts sterrenkundigen hopen de diepste geheimen van het universum te kunnen achterhalen, zoeken overdag wanhopige vrouwen naar overblijfselen van de lichamen van hun geliefden die tijdens het Pinochet-tijdperk massaal gedumpt zijn in het hart van de woestijn. Een derde film is nog in de maak, waarin ditmaal Guzmán de geheimen van het Andes gebergte hoopt prijs te geven. Zo zal hij aldus de cirkel sluiten van de elementen die Chile zo hard kenmerken: haar woestijn, haar oceaan, haar bergen, maar vooral haar verleden.

El Botón de Nácar, op donderdag 11 augustus in Cinema Urbana, ihkv Zomer Van Antwerpen