Geleuter

Geleuter. Zo noemt De Wever mijn doctoraat in Knack. Een karikatuur en zelfs een onnozele karikatuur, zo echoot Bracke in datzelfde magazine zijn voorzitter. Waarom zij dat oordeel vellen, daar heeft de lezer het raden naar. Ico Maly verduidelijkt het oordeel van N-VA.
Geleuter
 

Geleuter. Zo noemt De Wever mijn doctoraat in Knack. Een karikatuur en zelfs een onnozele karikatuur, zo echoot Bracke in datzelfde magazine zijn voorzitter. Waarom zij dat oordeel vellen, daar heeft de lezer het raden naar. De grote intellectueel en ideoloog van N-VA en zijn side-kick weigeren systematisch deze oordelen te beargumenteren. De redenen hiervoor zijn eenvoudig. In elk interview en in elk opiniestuk bevestigen bovenstaande heren de centrale bevindingen van mijn onderzoek. Het interview met De Wever in de ideologiereeks van De Standaard vormt hierop geen uitzondering.


De Wever toont er nogmaals open en bloot op welke historisch intellectuele traditie hij zich oriënteert. In mijn doctoraat “N-VA. Analyse van een politieke ideologie” kom ik tot het besluit dat De Wever en zijn N-VA zich volledig inschrijven in wat Sternhell de antiverlichtingstraditie noemt. De Wever bevestigt dat nogmaals in het ideologie-interview. Hij kadert er zijn politieke strijd zelf in een twee eeuwenlange traditie van politiek-ideologische strijd tegen de verlichting. Heel terecht stelt De Wever dat zijn ideologische voorkeur diametraal staat ten opzichte van het ideeëngoed van de kinderen van de radicale verlichting: het liberalisme en zeker het socialisme.


Voor De Wever zijn niet het individu en zijn rechten de maat der dingen maar de natie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het perspectief van de radicale verlichting, namelijk dat de basis van een goede samenleving steunt op het feit dat ieder individu gelijke en onvervreemdbare rechten heeft, door De Wever wordt gezien als uiterst problematisch. De natie, zo zegt De Wever steeds opnieuw, mag geen optelsom zijn van individuen die allemaal vinden dat de staat tussenbeide moet komen als hun vrijheid botst met die van iemand anders. De focus op individuele rechten zo echoot De Wever dan de klassieke antiverlichtingspositie, zorgt voor een ontsporing van de samenleving.


Die ideologische opvatting heeft grote materiële consequenties. In een dergelijk antiverlichtingsperspectief primeert het belang van de natie altijd over de rechten van het individu. Het is vanuit die ideologische overtuiging, dat De Wever zich net als Dalrymple kant tegen de welvaartstaat. De welvaartstaat zorgt er in die logica voor dat het sociaal weefsel van de natie uiteenrafelt. Niet de overheid of de rechtbank moeten dan de samenleving regelen, maar de waarden en normen van de natie. Net zoals de Antwerpse procureur Dams pleit De Wever dan voor een sterk sociaal weefsel, lees: een sterke sociale controle. Een samenleving waar mensen elkaar in de gaten houden. Een samenleving die zichzelf reguleert, met een soort organische rechtstaat. Of in de woorden van De Wever: “Zelfbeheersing en een gezonde sociale controle gaan daarin aan oom agent en oom advocaat ver vooraf.” Hiermee zet De Wever het hele verlichtingsproject op de helling.


Het nationalisme van N-VA is net daarom wel degelijk ideologisch. Het zet een aanval in op gelijkheid, vrijheid en solidariteit in onze samenleving. Als de visie van N-VA kritiekloos circuleert bouwt het een draagvlak voor een heel nieuwe samenleving. De Wever produceert niet zomaar geleuter, maar gevaarlijk geleuter.

Ico Maly (1978) is doctor in de cultuurwetenschappen, coördinator van Kif Kif en lid van de Vooruitgroep. Hij schreef o.a. N-VA | Analyse van een politieke ideologie (EPO, 2012).