Dit jaar werd Mei ´68 werd uitvoerig herdacht. Van links tot rechts: een label dat meteen met Parijs en bohemiens wordt geassocieerd – hoogstens ook met Praagse rebellie – werd opengebroken door de herinnering aan de Leuvense protesten.
Het begin van Resist! The 1960’s protests, photography and visual legacy, de fototentoonstelling die nog tot 26.08 te zien is in het Brusselse BOZAR, heeft datzelfde effect en schudt de zelfs de meest passieve bezoeker meteen wakker. De Argentijnse kunstenaar Marcelo Brodsky bewerkt namelijk archieffoto’s van overal in de wereld tot een geheel in een monumentaal kunstwerk aan de ingang van de eerste zaal. Zo brengt hij verschillende gebeurtenissen in verband met het label Mei ’68. Op deze manier wordt die woelige Parijse lente maar één van de vele hoofdstukken in een globaal verhaal dat veel vroeger begint en veel later eindigt.
Op deze manier wordt die woelige Parijse lente maar één van de vele hoofdstukken in een globaal verhaal dat veel vroeger begint en veel later eindigt.
Onafhankelijkheidsstrijd in verschillende ex-kolonies, protest tegen oorlog, tegen de Koude Oorlog, tegen dictatuur, een linkse volksoverwinning in Chili – die abrupt zou eindigen na inmenging van de VS, de bezetting van BOZAR door Marcel Broodthaers en een verbod op het verbieden,… Dit zijn op het eerste gezicht fenomenen die niets met mekaar te maken hebben, maar ze hebben toch een gemene deler: sociale onrust, studentenprotesten, politiegeweld, het algemene gevoel dat we dit niet meer pikken. Het is een generationele breuk op zoveel mogelijk vlakken. Hier en daar met een eigen invulling (taal-nationalistisch, antiracistisch, antidictatoriaal, antikolonialistisch, afhankelijk van de context) en toch onlosmakelijk met mekaar verbonden.
Bijzonder zijn de verbanden die gelegd worden tussen de geschiedenis en de actualiteit, zoals de slachtpartij van studenten in Tlatelolco, Mexico, die bijna vijftig jaar later de aanleiding vormt voor een nieuwe slachtpartij van studenten van Ayotzinapa. Of het opschrift “There was censorship in Brazil in 1968 and there is censorship in Brazil today”, een duidelijke verwijzing naar de verdachte ontwikkelingen in de Braziliaanse politiek van vandaag.
In dezelfde ruimte is er een video-installatie met activisten aan het woord over relevante Europese protestbewegingen zoals Indignados, Occupy en Syntagma, die erin geslaagd zijn een coherent discours te articuleren. Protest wordt hier gezien als een katalysator; niet alleen van verandering, maar ook van uitwisseling. Ook de contradicties van dergelijk ambitieuze bewegingen worden zichtbaar gemaakt, dat is wat er gebeurt wanneer je de Occupy-filosofie uitlegt met een Gucci-bril op en een badge van de Black Panthers.
Visueel activisme
Voor een groot deel is Resist! een klassieke journalistieke tentoonstelling, bestaande uit zowel iconisch als zeldzaam archiefmateriaal. Dat maakt het zeker niet minder interessant. Bekende namen passeren de revue, van Rosa Parks tot JFK, van Selma tot Birmingham, Alabama. Fotografisch werk van Steve Schapiro, Bruno Barbey, Gilles Caron en anderen leggen de overtuiging vast, geven de tegenstelling weer tussen burger en ordehandhaving en vooral het onevenwicht ervan. Er ontstaat een interessante dialoog tussen de geselecteerde beelden: ze illustreren het proces van iconificatie; hoe beelden een beslissende rol spelen in het verloop en in gang zetten van het protest, hoe er zelfs een esthetiek van het verzet ontstaat.
De meest boeiende beelden komen uit de hand van Stan Douglas. Monumentale luchtfoto’s van Engelse buurten tijdens protesten waarop je kan zien hoe de politie strategisch is geplaatst, waar de confrontatie plaatsvindt en hoe normaal het leven lijkt een paar straten verder. Het zijn narratieve foto’s waarbij je een verhaal zou kunnen verzinnen. Dit is ook de overgang naar een meer hedendaags en minder journalistiek luik van de tentoonstelling, waar werk van Wolfgang Tillmans ons brengt naar het nu. Postercampagnes als kunstvorm, sensibilisering tegen nationalisme, tegen Brexit, zijn een hedendaagse voorbeelden van visuele vormen van verzet. Maar er zijn ook andere, inspirerende voorbeelden van visueel activisme vandaag in uiteenlopende contexten, van Palestina tot het Latijns-Amerikaanse regenwoud.
Curator Christine Eyene probeerde bewust de beperking in tijd en ruimte van Mei ‘68 tegen te gaan en is meer dan geslaagd in haar opzet om daar een globale karakter aan te schenken. Het risico was uiteraard de domesticatie van het verzet, dat protest een mooi, tam gegeven zou worden, gevangen in een museum. Maar sommige beelden zijn op zichzelf een daad van verzet: van Dakar zijn er geen beelden van protesten, enkel van repressie; en het Zuid-Afrikaanse apartheid-regime voerde een verbod in op fotografische registratie van protesten, waardoor fotografen creatieve manieren moesten vinden om de spanningen tussen bevolkingsgroepen zichtbaar te maken.
Vaak sta je als bezoeker voor confronterende beelden die de vraag doen rijzen of het de moeite waard is geweest, of er iets werd bereikt met het protest. Zeer concreet is die vraag in het geval van de meest recente bewegingen, zoals Indignados, Occupy en de Griekse Syntagma, die haast weggeëbd lijken. Maar ze hebben er wel voor gezorgd dat er een globale shift is gekomen in het discours. Het succes van Corbyn, Podemos en Syriza zijn daar een voorbeeld van, maar zelfs ook een soort moreel ontwaken dat gerust in verband mag worden gebracht met het 1%-discours, Black Lives Matter en zelfs #MeToo en andere hashtag-bewegingen. Deze recente fenomenen bevestigen ook het globale karakter van het protest, omdat ze niet los kunnen worden gezien van bijvoorbeeld de recente Latijns-Amerikaanse linkse evoluties, of de Arabische lente.
Ruimte voor bevraging
De tentoonstelling is een openlijke viering van het protest, een hommage aan de betogers van weleer, met het streven naar vrijheid, mensenrechten en gelijkheid als rode draad van een combattief tijdperk. Behalve een paar beelden van De Gaulle-aanhangers en white supremacists (die eigenlijk context bieden voor ‘het ware werk’), zien we hier bijna uitsluitend de mensen die ‘aan de juiste kant van de geschiedenis’ stonden. In feite zou de bezoeker het gevoel kunnen krijgen dat de betoger per definitie gelijk heeft, en dat is zeker niet het geval. Bij wijze van voorbeeld: voor kunstenaar Oliver Ressler, overtuigde Chávez-aanhanger, hebben de tienduizenden betogers die op straat komen tegen de Bolivariaanse revolutie geen gelijk. Maar wie beslist welke betoger een goede betoger is? Op zich een boeiend vertrekpunt voor een tentoonstelling, maar in dit geval is de invraagstelling van de morele machten en de intrinsieke politics van het verzet een jammere blinde vlek. Want zelfs de white supremacist, plakkaat in hand, zag zichzelf als een activist, als een rechtvaardige betoger.
De enige ruimte voor bevraging komt misschien van de jonge Russisch-Siberische activist Artem Loskutov die betogingen organiseert zonder enige doelstelling. Niet dat er niks te protesteren valt onder Poetin, maar de betogingen draaien rond nonsensicale, humoristische, absurdistische slogans. “Dadaïsme”, “een duidelijk verband tussen Broodthaers en vandaag”, zo verwoorden sommige van de deelnemende kunstenaars een werk dat moeilijk te plaatsen is. Is de betoging het kunstwerk? Of de registratie ervan (foto’s die eigenlijk door journalisten werden genomen)? Maakt dat uit? Het gaat over de aandacht, over de betoging in een wereld van selfies en (gemediatiseerde) zichtbaarheid, de betoging als sociaal evenement, ook een enorm actueel fenomeen.
De tentoonstelling is nog te bezichtigen tot 26 augustus in het kader van Summer of Photography. En met een dergelijk warme zomer als die van 2018, is het een zeer legitiem alternatief om eens afkoeling te zoeken in een museum en tegelijkertijd inspiratie opdoen in deze woelige tijden.
Resist! The 1960’s protests, photography and visual legacy. Nog tot 26.08 @ BOZAR ihkv Summer of Photography.