Als je iemand verliest die je niet kan verliezen. Nog geen 8 maanden na zijn succesverhaal Cécile lanceerde Ish meteen een nieuw succesverhaal dat na de eerste dag al in 2de druk ging. Volgens de auteur zelf was het eigenlijk toeval dat dit verhaal uitkwam, of was het toch het lot? Een gesprek met Ish over zijn nieuwe novelle.
Hier zitten we dan. Je hebt ondertussen al je 3de boek geschreven. Had je ooit gedacht drie bestsellers op je naam te hebben? Wat voor emoties brengt dit teweeg?
Ik had nooit gedacht dat ik er drie zou schrijven. Zeker de derde niet. Ik wist dat Cecile zou komen, maar de derde absoluut niet. Het was een beetje toeval dat ik die heb kunnen uitschrijven. Het geeft zeker een fijn gevoel. Ik vind drie een leuk getal en heb het gevoel dat het een afsluiter van mijn boeken vormt. Ik ben heel blij dat ik heel trots ben op mijn drie verhalen. Ook dat mensen je verhalen lezen is een fijn gevoel en een nieuw boek zorgt voor extra mensen, in de zin dat mensen die dankzij het derde boek mijn andere boeken lezen. Ze helpen elkaar een beetje als broers.
Je had ook een speciale lancering voor je lezers op poten gezet, waar Kif Kif bij mocht zijn. Wat vond jij het meest unieke eraan, los van het feit dat het een uniek gebeuren was om op die manier een boek voor te stellen?
Voor mij was het toen we teruggingen naar Oostende op de trein. Ik ging bij iedereen wat praten en op het einde van de wagon zat ik bij een groepje te praten en hoorde heel veel geluid. Ik keek om en ik zag al die mensen die elkaar niet kenden met mekaar praten en lachen en dat was voor mij het mooiste moment.
Wat betekent het voor jou om persoonlijk contact te hebben met je lezers?
Het allerbelangrijkste. Het is de reden waarom ik verhalen schrijf, waarom ik wou dansen, waarom ik sportte. Omdat je dan altijd met mensen bent. Schrijven is heel eenzaam gezien je op je eentje in het schrijfproces zit, dus het enigste moment dat ik hetzelfde gevoel kan hebben dat ik had bij dans en sport is door proactief bezig te zijn met mijn publiek te ontmoeten. Dat kan tijdens lanceringen, lezingen en signeersessies, die ik dan probeer zo leuk mogelijk te maken en waar ik probeer lezers bij te betrekken. Ik doe die activiteiten omdat ze mij het gevoel geven met mensen bezig te zijn.
Even ter verduidelijking, is dit het boek over de ziekenhuissetting waar we het vorige keer over hadden? (Ish vertelde in een vorig interview dat zijn volgende boek waarschijnlijk in een ziekenhuis zou plaatsvinden)
Neen, het is een ander verhaal. Mijn novelle kwam uit het experimenteren met filmscenario’s. Ik heb nu zo’n drie scenario’s uitgewerkt. Te gek belde me met de vraag of ik een verhaal voor hun wou schrijven en ik had geen tijd om iets nieuw te schrijven, dus ik toonde hun die drie verhalen en het verhaal van Sheila & Sulayman (de hoofdpersonages van de novelle) kwam goed overeen met hun thema’s. Ze vroegen me of ik dat scenario kon vertalen naar novellevorm. Het was dus een beetje toeval (of het lot?). Hadden ze me niet gebeld, had ik het verhaal dus ook niet uitgebracht, want ik zat en zit nog altijd een beetje met hart en ziel in Cecile en bij Djibriel (het hoofdpersonage van Ish’ vorige roman Cécile). Het was dus een mooie kans om mijn verhaal te delen en tegelijk zo’n mooie organisatie te steunen. Het verhaal lag er, dus het was zonde om het niet te doen, maar het was zeker niet het plan.
Als je het boek leest merk je dat je op verschillende manieren geïnspireerd bent geweest. Wat waren de belangrijkste inspiratiebronnen?
De grootste bron was de realiteit, mijn omgeving en wat ik er in zie en dat is meestal het gebrek aan communicatie tussen mensen. De reden dat ik een topchirurg en vluchteling koos was omdat ze extremen zijn. Het zijn twee mensen van wie wij zouden denken dat ze heel weinig gemeen hebben met elkaar omdat ze in twee verschillende werelden leven en toch gebeurt er iets moois wanneer ze samenkomen. Ook de vluchtelingenproblematiek was een inspiratiebron, maar ik heb er niet willen over uitweiden. Sulayman vertelt kort zijn geschiedenis, maar spreekt niet over de problematiek. Dat deed ik met opzet omdat het voor mij niet mocht gaan over de problemen, enkel over zijn en Sheila’s verleden, waarom ze daar zijn en dat wordt kort uitgelegd. Het was het ‘nu’ dat belangrijker was. Ik hoopte ook dat mensen het in één ruk zouden uitlezen, beetje zoals ze een film zouden kijken. Twee uur aan een stuk en een boodschap meekrijgen. Dat was het idee.
In Cecile was het duidelijk dat het Lot heel centraal stond. Nu speelt het Lot ook een belangrijke rol, maar neemt de ‘ontmoeting’ hier meer de centrale rol, in de zin van openstaan voor de mensen om je heen, praten met onbekenden. Je gaat als het ware terug naar de roots van een ontmoeting. Is dat iets dat je ook ter harte neemt in je eigen leven?
Ja, zeker. Ik heb vaak spontane ontmoetingen gehad en in de spontaniteit heb ik gemerkt dat er heel veel interessante informatie in mensen zit of in jezelf, die je dan geeft waardoor er zich een heel leuke energie vormt bij een gesprek. Voor mij draait het om al die mensen die rondom jou zijn waarmee je een gesprek zou kunnen hebben, maar vaak kiest om dat niet te doen. Ik wou dat in het verhaal dus ook beschrijven, wat er gebeurt de dag dat je kiest wel een gesprek te beginnen, zoals Sheila en Sulayman dat deden.
Je probeert ook vaak een boodschap over te brengen via je personages. Wat was voor jou de mooiste boodschap die je in het boek hebt gestoken?
Twee mensen die compleet anders zijn op heel veel manieren, toch goed met elkaar overweg geraken. Man–vrouw, gelovig–niet gelovig, westers–oosters, grote carrière–geen carrière. Dat als je ze samen brengt ze complementair zijn. Ik denk dus eerder dan een quote of een passage, dat dat het mooiste was. Ze hebben eigenlijk alles om elkaar af te stoten, niet graag te hebben en misschien zelfs te haten. Een andere auteur zou misschien over dezelfde personages in dezelfde setting een heel negatief verhaal kunnen schrijven. Dit is een versie waar het heel goed gaat. Persoonlijk vind ik het fijnste moment wanneer ze praten over geloof. Het gaat maar om een paar zinnen, maar ze geven elkaar de ruimte om ieder zijn ding te geloven en toch verder te gaan met het gesprek en niet uit te weiden of hun geloof te bewijzen.
Denk je dat het gebrek aan elkaar ruimte geven iets is dat misloopt in onze samenleving?
Absoluut, er is duidelijk niet genoeg ruimte voor iedereen. Je moet altijd kiezen. Het is of dit of dat, je bent of goed of slecht. Er zijn geen nuances meer. Wat ik fijn vind is dat de hoofdpersonages in een passage elkaar niet proberen overtuigen. Ze leggen niet uit waarom ze in dit of dat zou moeten geloven, maar ze lachen er mee en gaan verder in een diep gesprek. Ik vind dat dat meer zou moeten gebeuren. Iedereen heeft zijn eigen waarheid, dus laat iedereen in zijn waarheid geloven en heb er respect voor. Het is niet omdat ik gelijk heb, dat jij fout bent. Jij en ik kunnen allebei gelijk hebben, elk op onze eigen manier.
Je boek verscheen in samenwerking met het project “Te Gek”. Wat stelt het project juist voor?
Te Gek is al 10 jaar bezig met campagnes om aandacht te vestigen rond mensen, jong en oud, die met psychologische problemen zitten. Er wordt niet genoeg aandacht aan gegeven waardoor mensen er niet over durven praten, want als het niet wordt erkend door de meesten en jij ermee zit ga je het ook niet zeggen omdat je denkt dat je gewoon moeilijk doet. De bedoeling is dus om daar zoveel mogelijk aandacht aan te geven zodat mensen die er last van hebben erover kunnen praten en weten dat ze er ergens mee naartoe kunnen.
Op welke manier biedt je boek aansluiting tot de problematiek die “Te Gek” aankaart?
Een stem geven aan je problemen, aan je verleden en je kunnen openstellen aan je eigen realiteit. Dat weerspiegelt Sheila die een zwaar probleem heeft. Ze heeft een dwangstoornis en de oorsprong komt uit haar verlies. Ze gelooft in wetenschap en is topchirurg, maar verliest iemand heel dierbaar door een fout. Ze wilt geen fout meer maken waardoor alle posities belangrijk worden, omdat ze gelooft dat als het niet zo is ze weer een fout gaat maken die fataal gaat zijn. Het is een probleem waar ze nooit over heeft gesproken en nooit heeft verwerkt, waardoor het monster groter en groter werd. De raakvlakken zijn dus een stem geven aan je problemen en in communicatie gaan erover, want het zijn vaak dingen waarvoor je je schaamt om over te praten en vooral om toe te geven.
Je verscheen ook in “Over de streep”, het programma van VTM over psychologische problemen bij jongeren, nu ben je ambassadeur voor Te Gek, is dit een onderwerp dat nauw aan je hart ligt?
Wat mij nauw aan het hart ligt is het idee dat je het recht hebt om gelukkig te zijn en er soms dingen in de weg staan die best wel aangepakt kunnen worden. Het gaat over communicatie en ik ben één en al communicatie. Ik doe het supergraag. Het thema van een gesprek is iets wat me interesseert en passioneert. Het is ook om die reden dat ik veel interesse had voor de beide projecten, want ze gaan over praten, proberen praten en vooral niet bang zijn om dingen te zeggen die moeilijk te zijn om te zeggen.
Je bent momenteel bezig met opnames van jouw nieuw programma op Eén “Alors on danse”. Wat mogen we ervan verwachten?
Het is een heel leuk programma. Echt iets voor jong en oud. Ik vind dat er heel veel waarden in zitten en ik denk dat heel veel mensen zich gaan herkennen in de deelnemers. Het gaat over dans, maar ook over de manier waarop je ermee omgaat. Hoe ga je om met een gebrek aan zelfvertrouwen? Hoe ga je om met de angst dat mensen naar je kijken wanneer je met iets bezig bent? Dat is denk ik ook de reden waarom we heel veel dingen niet doen, omdat we niet durven en bang zijn om wat de anderen gaan denken als we het doen. Dat zijn allemaal thema’s die uit natuurlijke situaties voortvloeien die we proberen te verwerken en aan te vallen om daar verandering in te brengen. Een echt feel-good programma. Het komt dit jaar nog uit.
Is er een vierde boek onderweg?
Ik weet het niet. Ik was bezig met het ziekenhuisverhaal, maar dat ligt even in mijn lade. Nu ben ik bezig met een verhaal over een Syrische familie, maar zonder ambitie om het uit te brengen. Het dient eerder om emoties te verwerken voor mij persoonlijk. Om te verwerken wat ik gezien en gehoord heb, dus eerder therapeutisch. Ik weet niet of het ooit gaat verschijnen en of ik ooit zelfs nog een boek ga publiceren. Drie is een leuk getal om mee te eindigen. Wie weet, misschien komt er nog. In ieder geval zeker niet dit jaar.