Ik ben Malala

De Nobelprijs voor de vrede 2014 gaat naar de Pakistaanse Malala Yousafzai, ze is daarmee de jongste Nobelprijswinnares ooit sinds het begin van de uitreiking in 1901. Ze schreef een boek: 'Ik ben Malala'.
Ik ben Malala

Ik was tien jaar toen de taliban naar onze vallei kwamen. Moniba en ik lazen de Twilight-boeken en wilden dolgraag vampiers zijn. Wij vonden dat de komst van de taliban, zo midden in de nacht, wel iets vampierachtigs had.

 

De Nobelprijs voor de vrede 2014 gaat naar de Pakistaanse Malala Yousafzai, ze is daarmee de jongste Nobelprijswinnares ooit sinds het begin van de uitreiking in 1901.

Het verhaal van de Pakistaanse Malala Yousafzai is even schrijnend als bewonderenswaardig. Yousafzai blogde in 2009 als jong tienermeisje al voor de BBC over de heerschappij van de conservatieve taliban en hun onderdrukking van vrouwen in Pakistan. In 2012 kreeg de dan 15-jarige activiste, die ijvert voor onderwijs voor meisjes, een kogel door het hoofd geschoten door een lid van de taliban. Wonderwel overleefde Yousafzai de aanslag, waarna ze verhuisde naar Groot-Brittannië. In de jaren die volgden, groeit Yousafzai uit tot een boegbeeld voor gelijke rechten voor kinderen (jongens én meisjes) overal ter wereld. Ze sprak de VN toe en wees hen op hun verantwoordelijkheden.

Ondanks de aanslag en het feit dat de taliban een prijs op haar hoofd hebben geplakt, spreekt Yousafzai zonder wrok. In oktober 2013 verklaart ze in een interview met de BBC dat een goede dialoog met de taliban de enige weg naar vrede is. Diezelfde maand nog ontving ze van de EU de Sacharovprijs voor vrijheid van denken, een prijs voor voorvechters van mensenrechten.

Malala schreef samen met de journaliste Christina Lamb over haar leven in Pakistan het boek Ik ben Malala. Een ontroerend en volwassen verhaal van een meisje dat naar school wil – en daarvoor een hoge prijs betaalt. Malala groeit op in Swat, een provincie in het noorden van Pakistan. Samen met haar vader, moeder en twee broertjes lijken ze een gewone, vrome familie. Maar dit zijn zij niet: Malala’s vader is een uitgesproken man. Hij wil een school starten waar alle kinderen onderwijs kunnen genieten. Met de komst van de taliban wordt dit hem erg moeilijk gemaakt. Langzaamaan groeit ook Malala mee in het verzet tegen de opgelegde regels en wreedheden die plaatsvinden. Malala verwondert zich over de beperkingen en het niet ingrijpen van hogerhand.

Ze is een goede spreekster en wordt veelvuldig gevraagd om interviews te geven aan verschillende kranten en nieuwszenders, in navolging van haar vader. Samen trekken vader en dochter ten strijde voor het recht op onderwijs in heel Pakistan, voor iedereen. Malala is op school als een spons: zij zuigt alle lessen in haar op en rust niet voordat zij haar grote rivale, Malka-e-Noor heeft verslagen. Malala beschrijft haar levensloop in detail. Ze vertelt niet alleen over haar ouders en haar twee broers, maar ook over haar vriendinnen en over Swat, de prachtig groene vallei waar iedereen elkaar helpt en goed voor elkaar is. Ze schetst de (recente) geschiedenis van Pakistan van binnenuit, en heeft het vooral over de gevolgen die de interventies van afwisselend Taliban en regeringsleger hebben op het dagelijks leven van gewone mensen.

Soms iets te ophemelend, maar in zijn totaliteit een mooi boek. Al hoop ik nu voor haar dat ze een verder gewoon leven krijgt, maar vermits ze in de politiek wil, valt daarvoor te vrezen.