Ik ben Zwarte Piet niet!

Mijn boodschap naar de kinderen toe is dat ik het enorm kwetsend vind als ze mij Zwarte Piet noemen, maar ik hen niets kwalijk neem. Ik neem het de maatschappij wel kwalijk dat ze dit beeld van Zwarte Piet hebben gevormd, verspreid en in stand gehouden.
Ik ben Zwarte Piet niet!

De afgelopen maanden heb ik met een gevoel van angst gezeten. December is in aantocht en dan komen die Pieten weer. Word ik dan terug geconfronteerd met kinderen die mij met hen associëren?.

 

Zwarte Piet is voor mij altijd een abstract iets geweest en Sinterklaas een oude Turk die ik niet meteen kon linken met de Belgische vrienden met Turkse roots. En toch passeerden ze ieder jaar in december. Ik zag ze en onderging het hele gebeuren. Ik heb de eerste jaren nooit echt gevraagd wie deze ‘Turk’ was en wie die “zwarte” mannen naast hem waren.

Ik zag wel dat het een enorme culturele en economische golf met zich meebracht. Ook dat het wat deed met de volwassene. Ze geloven niet zozeer meer in dat mythische verhaal, maar ik merkte wel altijd op dat de volwassenen een emotionele band hadden met de Sint en zijn Pieten.

Erasmus

In de jaren die volgden heb ik die gedachten van me kunnen afzetten leek het, tot ik voor het eerst Zwarte Piet werd genoemd door een onbekend jongetje. Terwijl zijn moeder zich excuseerde bleef ik verbaasd nadenken over wat er net gebeurde. Want ik zie mezelf en associeerde mezelf nooit echt met Zwarte Piet, blijkbaar zag dit kind wel een link tussen Zwarte Piet en mij?

Dit gebeurde vlak voor mijn vertrek op Erasmus naar Denemarken, waar ik in december voor het eerst Sinterklaas van erg dichtbij meemaakte. Want de Nederlandse studenten waren op het idee gekomen om het te vieren. De sfeer was oprecht goed en de gedichten met cadeautjes waren gemeend. Alleen voelde het niet lekker om een gemaakte Zwarte Piet op de muur te zien met kroeshaar, gouden oorbellen en beduidend grote rode lippen.

De kleine hint naar waarop dit mogelijk zou kunnen verwijzen, namelijk een koloniaal verleden van Nederland/België, werd snel van tafel geveegd. “Het komt doordat hij door de schoorsteen gaat”. Ik bleef echter op mijn honger zitten, maar om de feestelijkheden niet te verstoren liet ik het voorbijgaan.

Sint Nikolaas en zijn knecht

Ik besloot om eens wat opzoekwerk te doen. De schrijver van “Sint Nikolaas en zijn knecht” Jan Schenkman bleek zijn boek in 1850 te hebben geschreven en de beelden in zijn boek weerspiegelden zijn tijdsgeest, namelijk een periode waarin slaven niet ongewoon waren. Heel zijn boek was gebaseerd op deze koloniale denkbeelden, namelijk zwarten als knechten onderworpen aan de blanke Sint, om ze in goede banen te leiden. Zwarten werden afgebeeld met beledigende en negatieve prenten. Met stereotype karaktereigenschappen als dom, onhandig, grappig, joviaal en vooral barbaars.

Mijn zoektocht ging verder. Zodoende kwam ik talloze facebookgroepen, internetfora en een heleboel Zwarte Pieten discussies op Youtube tegen. De hevigheid waarmee men eigen waarheden poneerde bood weinig ruimte voor een gesprek waarin twee partijen hun standpunten mochten uitleggen.

Het was steeds een voor en tegen debat waarin de onderliggende emoties oprecht en hevig waren. Ik vroeg me echter af, hoe het kwam dat men steeds verzeilde in eindpunten als: “dit is mijn cultuur, blijf er van af” “ik vind dit racisme” of tot gewoonweg beschamende maar wel eerlijke beledigende tirades. Met Quincy Gario als vijand nummer één. Zijn houding helpt niet meteen, maar dat van zijn gesprekspartners evenmin. Hoe meer video’s ik bekeek hoe duidelijker het werd dat mensen niet aan het praten waren over Zwarte Piet maar eigenlijk over racisme in onze samenleving. Want voor hen die vaak geconfronteerd werden met racisme in de samenleving, werkte Zwarte Piet racistische clichés in de hand of drukte hij stereotyperingen uit. Voor hen was het duidelijk: Zwarte Piet is racisme.

Aan de andere kant van de debattafels zaten vaak mensen die deze claims niet konden inzien hetzij omdat ze vonden dat men zich erover heen moest zetten, hetzij omdat kinderen gewend zijn geraakt aan Zwarte Piet. Voor hen was het duidelijk: Zwarte Piet moet zwart blijven want het is traditie en het is geen racisme.

Geen idee waarom ik zoveel video’s en berichten erover las, maar het werd me steeds duidelijker dat dit onderwerp een soort symbolische strijd werd. Kinderfeest of niet, volwassenen maakten hun emoties goed kenbaar over dit onderwerp, al sinds de jaren '90 van de vorige eeuw.

Onderzoek afgerond en mijn mening erover was gevormd, namelijk de beginselen van dit kinderfeest vertegenwoordigen niet wat onze samenleving nu is.

Belgen en Nederlanders met andere roots, die een discussie opstarten en een maatschappelijk debat uitlokken? Het wordt niet echt gesmaakt, maar voor deze “nieuwe” Belgen/Nederlanders is het genoeg geweest. Ze willen komaf maken met de tekens die verwijzen naar koloniale tijden of mensen met een andere etniciteit stereotype beelden voorhoudt.

De beginselen van Zwarte Piet zijn racistisch. Ze beelden uit wat men ten tijden van slavernij openlijk mocht uitoefenen, namelijk zwarte mensen zijn ondergeschikt aan blanke mensen. Pleiters voor het behoud van Zwarte Piet zoals hij nu is kunnen dit historische feit niet goedpraten. We leven nu namelijk in een maatschappij waar officieel en in het algemeen wordt aangenomen dat alle inwoners gelijkwaardig zijn. Een beeld gebaseerd op slaven past hier dus niet in.

Zwarte Piet die donker zou zijn vanwege door de schoorsteen te kruipen? Mag ik voorstellen dat voorstanders van dit argument eens dit uitproberen en zien of Zwarte Piet degelijk zo zwart wordt. Volksgezondheid zou dit niet echt aanraden.

Zwarte Piet zijn kroeshaar, gouden oorbellen en rode lippen? Hier kreeg ik nooit echt antwoorden op in de debatten en forums die ik volgde. Ik raad de lezer aan om eens afbeeldingen van slaven op te zoeken, interessante gelijkenissen.

Vlaanderen

Mijn Erasmusperiode zat er op en ik ging terug naar België voor mijn stage. Hier kwam ik na lange tijd terug in ruraal Vlaanderen, samen met mijn stagementor bezochten we lagere scholen. De eerste weken waren erg spannend en boeiend tot Zwarte Piet weer als een spook opdook.

Na het geven van een lessenreeks rond stress, ben ik onderweg naar de lerarenkamer. Een aantal kinderen staan mooi in een rijtje op weg naar hun klaslokaal. Wanneer de laatste kinderen me passeren hoor ik een jongetje van ongeveer tien jaar tegen zijn vriend zeggen “eh kijk, Zwarte Piet”.

Ik reageer meteen door de twee jongens te doen stoppen: 'Wat zei je juist?'. Hij herhaalt het en gekwetst probeer ik kalm te blijven. Ik leg hem uit dat hij mij hiermee kwetste en vraag hem of ik op Zwarte Piet lijk. 'Nee' zegt hij zachtjes.

Dit was de eerste van 30 andere keren dat kinderen naar mijn zullen refereren als Zwarte Piet in een periode van 6 maanden (februari tot augustus).

Drie situaties zijn voor mij voornamelijk belangrijk om te delen, omdat ze aantonen dat kinderen (en zelfs volwassenen) onbewust een verband leggen tussen donkere/bruine mensen en Zwarte Piet. Dat dit me vooral in ruraal Vlaanderen is overkomen zegt misschien dat men daar het minst in contact komt met Belgen/Vlamingen met iets meer melanine in hun huid, maar dit is me net zo goed ook een aantal keren in Antwerpen-stad overkomen.

Op een warme dag in mei beslist de directie van een schooltje een ijsjeswagen in te huren. Een speelplaats gevuld met blijdschap, want ja, wie lust er nou geen ijsje? Nadat ik met de leerkrachten nog gezellig een ijsje heb gegeten beslis ik terug naar binnen te gaan. Ik passeer drie meisjes van ongeveer 7 à 9 jaar oud. Ze zitten op een schommel, vastgemaakt aan een boom. Ik blijf even staan om te kijken hoe ze hun evenwicht met zijn drieën behouden. Bij het eerste oogcontact met een van hen hoor ik een andere zeggen: 'Hey, wat staat die Zwarte Piet daar nu te doen?'

Ik schrik, na enkele seconden beslis ik ze naar me toe te roepen. Alleen luisteren ze niet, angstig lopen ze weg. Terwijl een van hen nog achterom kijkt, blijf ik verdwaasd achter. Ik vraag een van de jongens die mij passeert of hij weet bij welke juf of meester de meisjes in de klas zitten.

Vervolgens ga ik de lerarenkamer binnen. Na enige vorm van aarzelen beslis ik het te vertellen aan de zorgcoördinatrice en mijn mentor. Ze schrikken oprecht en vragen aan mij wat ik eraan wil doen! In mijn hoofd flitsen duizend en één beelden van hoe ik dit nu zou willen aanpakken. Ik beslis de meisjes en hun gehele klas toe te spreken. Ondertussen is het verhaal als een lopend vuurtje de school rond gegaan. Onderweg naar het klaslokaal, maak ik een wc-stop om even mijn gezicht te spoelen en af te koelen. De aanblik in de spiegel is duidelijk: ik ben niet boos, maar erg diep gekwetst.

Het doet pijn om dat soort zinnen uit de monden van kinderen te horen, het doet pijn om te weten dat volwassenen nu oprecht met mij meeleefden maar eigenlijk niet zien hoe het komt dat een kind van 7 jaar zulke linken kan leggen. Sterker nog, als ik zou opteren om van Zwarte Piet misschien toch minder een slaaf en een stereotype figuur te maken, zou men me verfoeien. Ze gaan ervan uit dat kinderen me zo niet mogen noemen, maar willen de eigenlijke oorzaak niet aanpakken en dat doet pijn!

Het doet vooral pijn dat ik weet dat deze kinderen die woorden niet eens met kwaad opzet gebruiken. Ik ben misschien tot Zwarte Piet aan toe de eerste echte donkerbruine persoon geweest die ze hebben ontmoet en de enige link die ze kunnen leggen is Zwarte Piet. Maar dit praat niet goed dat kinderen mij met een koloniale figuur vergelijken. Ook niet als die “leuk” werd gevonden door kinderen. Het is een beeld van donkere mensen die altijd maar vrolijk en al huppelend door het leven gaan. Zo vrolijk liep men er niet bij ten tijde van Belgisch Congo!

Onderweg naar het klasje hoor ik de juf de meisjes aanspreken, dat er een verschil was tussen Zwarte Piet en donkere mensen. Dat ze het al heeft verteld over haar reizen naar Kenya dat in Afrika donkere mensen leven. En dat Zwarte Piet zwart was vanwege de schoorsteen.

In mijn poging tot een klasgesprek met de kinderen, wordt het pijnlijk duidelijk hoeveel stereotiepe beelden aanwezig zijn in hun hoofden met voorop “daar wonen veel arme mensen en kindjes”.

Ik maak me geen illusies dat ik deze stereotiepe beelden in een aantal minuten zou kunnen rechtzetten, maar toch probeer ik hen vooral duidelijk te maken dat ik geen Zwarte Piet ben en andere mensen met mijn huidskleur evenmin. Mijn boodschap naar de kinderen toe is dat ik het enorm kwetsend vind als ze mij Zwarte Piet noemen, maar ik hen niets kwalijk neem. Ik neem het de maatschappij wel kwalijk dat ze dit beeld van Zwarte Piet hebben gevormd, verspreid en in standgehouden.

Zwarte Piet werd in Vlaanderen reeds aangepast door Hugo Mathys in de jaren 90. Hij deed een nobele poging om Zwarte Piet van knecht naar een vriend/helper van de Sint te transformeren. Maar blijkbaar is er meer nodig dan alleen Zwarte Piet zijn status van knecht naar vriend van Sinterklaas brengen. Een verandering van rol veegt de sporen van koloniale kenmerken niet weg, daar heb je ook een verwijdering van deze koloniale verwijzingen voor nodig.

Hey meester, jij bent Zwarte Piet

Begin augustus ben ik klaar met stage en weg uit ruraal Vlaanderen. Zoals de meeste zomers ben ik een van de enthousiaste animatoren op de Antwerpse speelpleinen. Ouders komen hun kinderen iedere ochtend droppen bij ons en na een busrit komen we aan op een unieke locatie waar kinderen een geweldige dag kunnen gaan beleven.

Op een ochtend bij het verzamelen van de kinderen zegt een kind dat eigenlijk al een aantal dagen met ons meegaat plots: 'Hey meester, jij bent Zwarte Piet hé.' De andere kinderen stemden daar al lachend mee in. Terwijl de woorden “Neen, dat ben ik niet” uit mijn mond kwamen vroeg ik me af hoe het komt dat ze de afgelopen drie dagen dat niet zeiden, maar nu wel. Heb ik enige vorm van gedrag vertoond dat te rijmen valt met de karakter van “vrolijke, speelse” Zwarte Piet? Of lag het aan mijn kroeshaar dat ondertussen toch wat langer begon te worden?

Geen tijd om door te denken, want binnen een paar minuten moesten we op de bus zitten. Ik maakte de kinderen duidelijk dat ik geen Zwarte Piet was en dat het tijd was om een rijtje te vormen. Wanneer ze in de rij staan, kwamen er nog wat ouders bij die hun kinderen nog aan hun hand hielden. Voor de ouders en kinderen maakte ik het nogmaals erg duidelijk: 'Laat het volgende duidelijk zijn, mijn naam is Mohamed en ik ben Zwarte Piet niet en noem me ook geen meester. Gewoon Mohamed.'

Wat hier opmerkelijk was, was dat de ouders niet reageerden op wat net gezegd werd. Er werd niet gevraagd hoe het kwam dat ik dit statement zo juist moest maken. Twee dagen later kwam ik een moeder tegen die erbij stond die ochtend. Ze wist mij bij naam te noemen: 'Mohamed was het toch?'. Ik beaamde en vervolgens zei ze een allesbepalende zin: 'Ja dat heb ik nog onthouden van de laatste keer.' Ik wist niet of ik blij moest zijn of juist diep triestig. Want was ze nu selectief doof geweest bij de “sommige van jullie hebben me Zwarte Piet genoemd en dat vind ik niet grappig want ik word daar erg verdrietig van”. Had ze dat niet gehoord en wel het “noem me Mohamed"-gedeelte?

De afgelopen maanden heb ik met een gevoel van angst gezeten. December is in aantocht en dan komen die Pieten weer. Word ik dan terug geconfronteerd met kinderen die mij met hen associëren?.

Racistisch

Voor mij is het duidelijk, Zwarte Piet met kroeshaar, gouden oorbellen en rode lippen is door en door racistisch en ik wil gerust met iedereen bespreken hoe dat komt. Voor zij die wel wat weten van de koloniale afbeelding van donkere mensen is de overeenkomst overduidelijk. Een verhaal van “Het komt omdat hij door een schoorsteen is gekropen”, zal nooit de lading dekken van zijn lippen, kroeshaar en gouden oorbellen. Noch zal een bewering van “Het is onze cultuur” stand houden. Racisme is inderdaad ooit een openlijke cultuur geweest en een kinderfeest zou liefst voor alle kinderen toegankelijk moeten zijn zonder dat ze rond iedere december net als ik van februari tot augustus moeten aanhoren dat ze Zwarte Piet zijn.

Zwarte Piet is al aangepast geweest en zou ook nu weer aangepast kunnen worden. Ik snap dat het moeilijk is om een beeld uit mensen hun jeugd aan te passen. De angst/woede dat kinderen een nieuwe versie van piet niet zullen mogen is eentje dat bestaat. De angst dat ouders aan hun kinderen moeten gaan uitleggen waarom Piet niet meer zwart is bestaat en ik begrijp ouders die hiermee zitten. Begrijpen we als samenleving dat het voor ouders, wiens kinderen naar huis keren iedere Sinterklaasperiode met de vraag “Mama, ben ik Zwarte Piet?” ook geen pretje is?

Ik snap dat we in een cultuur leven waarin racisme niet meteen een term is die we in een gesprek willen horen. Een racist wordt vaak geassocieerd met iemand die voor het Vlaams Belang zou stemmen en met nog wat beelden die allemaal willen zeggen dat “racisten slechten mensen zijn”. Dus als ik iets vier dat racistisch is, ben ik dan ook een slechte persoon?

Maar daar draait het hier niet om. Het is geen persoonlijke aanval wanneer ik of andere Belgen met een iets donkere huidskleur zeggen dat we Zwarte Piet racistisch vinden. Het is geen aanval op jouw jeugdbeelden en emotionele verbindingen. Wil je hier een gesprek over voeren, dan zal je dit niet mogen zien als een aanval op jou als persoon maar wel op een beeld dat racistisch is. Die twee zijn soms bijna onlosmakelijk verbonden bij mensen. Dat is de reden waarom in zulke debatten steeds lichamelijke ongemakken verwoordt worden. Dat is de reden waarom mensen zo snel in een defensieve modus snellen, want ze willen niet voor racist worden aangesproken. Het gaat niet om jou maar om Zwarte Piet.

Het gaat erom dat Zwarte Piet racistische symbolieken heeft die vooral te danken is aan onze koloniale denkbeelden en de erfenissen daarvan. Het is tijd om als samenleving de pijn en het leed te erkennen van andere medemensen, opdat we verder een stap kunnen zetten naar een samenleving waarin we zulke feesten kunnen vieren met z'n allen. We hebben als maatschappij zulke bindende verhalen nodig!

Zijn we in Vlaanderen klaar om gesprekken aan te gaan waar emoties hoog zullen oplopen, maar in deze gesprekken eerlijk zijn naar elkaar toe? Of vegen we de stem van landgenoten onder een matje omdat we bang zijn om onze collectieve pijn uit de weg te gaan? Zullen we steeds blijven schuilen achter het Wij vs Zij denken? Wie is wij? Wie zijn zij? En wie bepaalt dat? Mag ik mezelf zien als deel van Vlaanderen? Of moet ik een pasje afwachten? Wie bepaalt dit? Hoe ziet een Vlaming/Belg eruit? Wat is ONZE cultuur en wie heeft er toegang tot onze cultuur? Wie mag voorstellen om cultuur te doen evolueren naar hedendaagse concepten?

 

Mohamed Barrie is een 23-jarige student Sociaal Werk aan de UA, een sportfanaat die graag moeilijke gesprekken voert met medemenselijkheid als basis.