Koen Geens in debat met jongeren: een zoektocht naar antwoorden?

Studentenvereniging Mahara organiseerde vorige week woensdag een debatavond met minister van Justitie Koen Geens. Jongeren konden met hun vragen over erediensten en justitie terecht bij de minister. De actualiteit bleef ook niet onbesproken.
Koen Geens in debat met jongeren: een zoektocht naar an
 

Studentenvereniging Mahara organiseerde vorige week woensdag  aan de Universiteit Antwerpen een debatavond met minister van Justitie Koen Geens. Jongeren konden met hun vragen over erediensten en justitie terecht bij de minister. De actualiteit bleef ook niet onbesproken na de aanslagen in Parijs en de verhoogde terreurdreiging die daarop volgde.

De uiteenzetting van de minister aan het begin van de debatavond was persoonlijk en emotioneel. Het publiek was dan ook oordovend stil tijdens de anekdotes van de minister. Geens was  voortdurend op zoek naar antwoorden op de fenomenen die zich vandaag de dag voordoen. Er kwam veel introspectie aan te pas en bij momenten leek de minister het boetekleed aan te trekken. 

Een ongewone uiteenzetting van een politicus

De boodschap van de minister aan het publiek (dat overwegend uit moslims bestond) was er één van tussen de lijntjes lezen. Zo heeft hij er alle begrip voor dat mensen met het ouder worden de banden met hun thuisland en roots versterken. Zijn moeder die onlangs is overleden was immers zelf verantwoordelijk voor de banden met het verleden in de familie. Hij zal dus de eerste zijn om te zeggen dat mensen banden moeten onderhouden met hun moedercultuur –en land. Maar dat wil niet zeggen dat ze ervoor moeten gaan vechten, aldus minister Geens.

Daarnaast kan de minister ook een beetje meespreken over integratie. Zijn dochter is namelijk getrouwd met een Ivoriaan die moslim is en heeft twee kleinkinderen, ‘mulatjes’, zoals hij ze noemt. De eerste 24 uur nadat hij had gehoord dat zijn dochter met iemand uit Ivoorkust wou trouwen, had hij het daar moeilijk mee. Dat onbegrip verdween snel, omdat hij zijn dochter graag ziet. Diepdenkend naar de juiste woorden zei de minister het volgende over zijn schoonzoon: “Hij is mijn wijste schoonkind, hij verstaat alles met zijn hart. Hij spreekt goed Nederland en Frans, maar verstaat alles met zijn hart.” De moeder van Geens had het er nog moeilijker mee en verweet haar zoon een slechte opvoeding van zijn dochter. Daarna is ze wel gekeerd en belde ze zelfs twee keer per week met de man, om hem Nederlands te leren. De schoonzoon van de minister mist haar nu het meeste en spreekt elke week over haar.

Verder beseft de minister dat religie iets moeilijk is. Als katholiek kan hij daarover meespreken. Het evangelie is geschreven in een tijd waar alleen mannen telden en homoseksuelen praktisch niet bestonden. Met deze twee voorbeelden hoopt Geens dat zijn godsdienst ooit in staat zal zijn om zich in te leven in hoe Christus vandaag geleefd zou hebben. Volgens Geens zou hij mannen en vrouwen gelijk behandelen en homoseksualiteit een normaal fenomeen gevonden hebben. “Wie oude teksten leest alsof ze onveranderlijk zijn krijgt problemen, want die teksten passen zich niet aan”, aldus de minister. Dit wil niet zeggen dat men afstand moet nemen van de Kerk. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is voor hem een eigentijdse vertaling van het evangelie. 

Tot slot vraagt Geens zich af hoe we de fenomenen vandaag de dag te lijf gaan, gaande van de Amerikanen in het Midden-Oosten tot de marginalisering van bepaalde bevolkingsgroepen. Hij begrijpt deze fenomenen  niet altijd. Als mensen maximale inspanningen zouden doen om elkaar te begrijpen, dan zou er minder ruimte zijn voor onbegrip. De minister is bereid om een stuk van de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Hij vindt dat hij zich er als mens, politicus en hoogleraar veel te weinig voor heeft ingezet. Geens sluit zijn uiteenzetting met de volgende woorden af: “Het was atypisch en niet wat u ervan verwachtte maar het was uit het diepst van mijn hart.”

Vragen uit het publiek

Daarna was het tijd voor vragen uit het publiek. De eerste vraag ging over wat de CD&V bedoelt als ze het heeft over een Europese islam. Volgens Geens moet men zien los te komen van de strenge manier waarop het geloof in het moederland wordt beleefd, omdat het niet is aangepast aan de omgeving waarin men zich bevindt. Dit dient te gebeuren zonder de essentie prijs te geven. Daarover bestaat een groot meningsverschil, aldus de minister. Er werd hem gevraagd om concreter te zijn, maar Geens wilde zich niet al te specifiek uitspreken, omdat hij culturen misschien wel verkeerd zou begrijpen. Hij vindt wel dat de gelijkheid van man en vrouw essentieel is en als een cultuur dat tegenhoudt, heeft hij het daar moeilijk mee.  

Er werd ook gevraagd of men al dan niet de term “haat” duidelijker moet definiëren, want nu worden sommige predikers als “haatimams” bestempeld. Geens vindt het moeilijk om iemand te veroordelen op basis van wat hij of zij denkt. Hijzelf houdt bijvoorbeeld niet van provocerende cartoons die niet in overeenstemming zijn met een bepaalde cultuur. Dit wil niet zeggen dat hij voor een verbod pleit, want die cartoons beledigen wel, maar plegen geen geweld. Hij zou graag willen dat de predikers meer voorzichtigheid aan de dag leggen, want jongeren zijn gevoelig voor provocerend taalgebruik.

Iemand uit het publiek bekritiseerde de inval van de politieagenten in het appartementsgebouw in Saint-Denis. De vraag was of we al dan niet onze democratische waarden verliezen, doordat er opdracht was gegeven om de terroristen te neutraliseren in plaats van ze te arresteren. Minister Geens stelde dat feiten altijd worden onderzocht. Dit gebeurde ook in Verviers en men heeft er alles aan gedaan om ze op te pakken. Maar als men wordt onthaald met Kalasjnikovs heeft men geen andere optie, aldus de minister.

Koen Geens kreeg ook heel wat vragen over de moslimexecutieve, omdat die onder zijn bevoegdheid valt. Waarom heeft het bijvoorbeeld tot 2007 geduurd voor de eerste moskee werd erkend? Geens wees erop dat de overheid de executieve heeft proberen te structureren zoals de Katholieke Kerk, omdat de moslimcultuur zelf geen structuur heeft aangeboden waarin  ze kan opereren. Er zal binnenkort ook werk worden gemaakt om moskeeën en imams beter te erkennen. Dat de moslimexecutieve ook geregionaliseerd moet worden, omdat ze nu niet goed genoeg werkt, was een andere opmerking. Als de overheid de executieve regionaliseert, moet dit ook gebeuren voor de andere godsdiensten, want anders schendt men het gelijkheidsbeginsel, repliceerde de minister. Verder kwam ook de vraag of de minister de rol van de vrouw in de executieve en moskeeën genoeg ter sprake brengt.  In de executieve bekleden vrouwen reeds hoge functies, maar  in de moskeeën kan de minister niet tussenkomen. De scheiding van kerk en staat dient immers gerespecteerd te worden.

De debatavond met minister Geens was atypisch voor een toppoliticus. De uiteenzetting van de minister had iets weg van een geestelijke. In het huidige politiek landschap is er geen andere politicus die zo inschikkelijk is als Koen Geens. Hij heeft niet op alles een antwoord en is ook niet bang om dit toe te geven. Continu is hij op zoek naar antwoorden en vraagt hij het publiek om hem verklaringen aan te reiken. Een zeldzaamheid in de politiek als je het mij vraagt, waar we voortdurend met oneliners worden bestookt, alsof men telkens de heilige graal heeft gevonden voor alle problemen die zich voordoen.