“Kom! Dichterbij!”

GEN2020 is vorige week van start gegaan en zette Mechelen groot en trots op de Belgische kaart van culturele diversiteit. Hoewel dit toonmoment als “work in progress” moest worden beschouwd, zou “veelbelovend” een understatement zijn.
“Kom! Dichterbij!”

Wat we gezien hebben is ambitieus en breed van aanbod.

 

Het GEN2020-festival is vorige week van start gegaan en zette Mechelen groot en trots op de Belgische kaart van culturele diversiteit. “1979”, een stuk van StrangeFruit i.s.m. Moussem over het begin van het conflict tussen Iran en Irak, heeft het festival officieel geopend op donderdag 22 november. Twee dagen later was het de vuurdoop voor de deelnemers van het eerste GEN2020 traject. Hoewel dit toonmoment als “work in progress” moest worden beschouwd, zou het een understatement zijn om dit resultaat als “veelbelovend” te bestempelen. Wat we gezien hebben is namelijk ambitieus, breed van aanbod en geslaagd als resultaat. Breed genoeg voor klassiek theater en hedendaagse dans. Breed genoeg voor een koud geschiedenisbad en een warme mist van intimiteit.

Deniz Polatoglu speelt naast Frank Dierens een bewerking van Blackbird van David Harrower, een pijnlijke parade van trauma’s en contradicties die samensmelten in klassiek en correct theater en ondersteund worden door een uiterst verzorgde soundscape. Het meest confronterende en gedurfde stuk was zeker dat van Mauricio Ramirez, een jonge Colombiaan die Spaans, Nederlands, dans en fysiek theater door elkaar gebruikt om te springen van de verleiding naar de uitdaging. “Kom! Dichterbij!” wordt de samenvatting van die ambiguïteit. De Zuid-Afrikaanse acteur Zukisa Nante beweegt zich in een heel nauwe spelruimte tussen heel verschillende registers. Soms lijkt hij kwaad te zijn, soms heel sarcastisch, soms teder, soms wraakzuchtig of gewoonweg grappig. Dat hij met gemak, met een bolleke in zijn hand, al die facetten geloofwaardig kan maken geeft sterkte aan zijn monoloog, een geschiedenisles waarin diversiteit en nationalisme gezien worden in de Zuid-Afrikaanse context. Het hoogtepunt van de avond is ongetwijfeld Verbrande Aarde, een monoloog van Abbie Boutkabout dat meesterlijk werd voorgedragen door Sarah Eisa. Het verhaal, dat rond Berberstrijdster Kahina draait, wordt snel een universele kijk op de vrouwelijkheid, op de moeilijke ontmoeting tussen moeder en dochter, op het verlangen van de onbereikbare vrouw. Met weinig meer dan een blik, een glimlach en de toon en snelheid van haar stem schenkt Eisa de juiste mate van intimiteit aan het stuk. Een prachtige tekst. Een prachtige vertolking.

Verbrande Aarde zal op 5 december nog eens te zien zijn in ccBe als het theatrale voorprogramma van Nasrdin Dchar (bekend van zijn vertolking in Rabat en zijn emotionele speech bij het ontvangen van een Gouden Kalf, vorig jaar bij onze noorderburen). Dchar brengt “Oumi”, een monoloog over zijn moeder, ook in het kader van GEN2020, en ondertussen zal rapper Ali B. verder de lijst van bekroonde Nederlandse artiesten op het programma vervolledigen.

Nog een prachtig dream-team dat niks anders dan goeds belooft is “Troost”, een tekst van Fikry El Azzouzi die in handen wordt genomen door de SIN-crew onder coaching van Michael De Cock. “IJdele Dagen”, een zeer intelligent stuk dat als work in progress werd gezien tijdens het Mestizo Arts Festival zal nu “echt” in première gaan, terwijl Chris Lomme en Seckou Ouologuem voor een clash (of een synergie) zullen zorgen met een mix van poëzie en slam (urban?) poetry.

Dit allemaal (en nog meer) tussen nu en 10 december op verschillende locaties in Mechelen, Antwerpen, Tielt en Gent.

Beluister hier een interview met het 'SIN-crew' op Klara (vanaf min. 35)
Meer info: www.gen2020.be