Laat ons deze regering gewoon extreemrechts noemen

Extreemrechts. Het is een etiket dat jarenlang synoniem stond met het Vlaams Blok en later het Vlaams Belang. Het is hoog tijd dat we dit herzien, stelt professor Jan Blommaert.
Laat ons deze regering gewoon extreemrechts noemen

Racisme is voor De wever geen probleem van deze eeuw; en prompt posteert hij de uitgesproken extreemrechtse Matthias Storme in de Raad van Beheer van het door N-VA’ers zo gehate Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding.

 

We hebben ons in dit land vele jaren lang laten leiden door een buitengewoon nauwe blik op extreemrechts. We hadden het Vlaams Blok, later Vlaams Belang – een partij van rauw verbaal geweld tegen alles wat niet tot het Eigen Volk behoorde,  gekortwiekt door een cordon sanitaire en veroordeeld door de rechtbank wegens racisme. Rond de club van Dewinter en Annemans zweefde nog wat schorremorrie: het nietige Voorpost, wat restjes van het VMO, en wat schimmige organisaties van ex-Oostfrontstrijders en andere collaborateurs, en hun nageslacht.

Ik heb er in het verleden herhaaldelijk heel veel woorden aan besteed: het is deze nauwe blik op extreemrechts die een algemene verrechtsing van onze politiek heeft veroorzaakt. Immers, vermits extreemrechts gelijkstond met het Vlaams Belang, was al wie niet tot het Vlaams Belang behoorde niet extreemrechts. Simpel was de zaak, en op die manier hebben we de afgelopen twee decennia de deuren wagenwijd opengezet voor een uitgesproken anti-migranten, anti-Islam, anti-armen en pro-law-and-order tendens in zowat alle grote partijen. Het waren de sociaaldemocraten die gesloten instellingen voor asielzoekers hebben opgericht; het was een liberaal die als premier het parlement opriep om sofort een wet te ontwerpen die Dyab Abou Jahja tot crimineel kon omtoveren.

Dankzij de overijverige N-VA excellenties Jambon en Vrancken kunnen we deze illusie eindelijk begraven. Extreemrechts, dat is wel duidelijk, is niet en was nooit beperkt tot het Vlaams Belang. Extreemrechts is immers geen partij maar een gedachtegoed, en van dat gedachtegoed weten we nu al in behoorlijk detail dat het door prominente N-VA leden gedeeld wordt.

Racisme is voor De wever geen probleem van deze eeuw; en prompt posteert hij de uitgesproken extreemrechtse Matthias Storme in de Raad van Beheer van het door N-VA’ers zo gehate Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding. Storme kennen we als iemand die luidkeels opriep om voor het Vlaams Blok te stemmen, en we kennen hem eveneens als laureaat van de (zéér slechtgekozen) “Prijs van de Vrijheid” die hij in 2005 kreeg omdat hij publiek het standpunt huldigde dat de hoogste en puurste vrijheid de vrijheid is om andere mensen te discrimineren – om hun vrijheid te beperken of te ontzeggen dus. Een samenleving waarin men niet ongestraft mag discrimineren, zo redeneerde Storme toen, is geen vrij land. Die extreemrechtse figuur moet ervoor zorgen dat het CGKR stilaan krachteloos en irrelevant wordt. Bij gebrek aan een meerderheid krijgt de N-VA het Centrum alsnog niet afgeschaft; het is de taak van Storme om het stapje voor stapje naar een comateuze toestand te leiden. Gegeven de ondubbelzinnige en herhaalde denigrerende uitspraken van Staatssecretaris voor Migratie en Asiel Theo Francken over belangrijke delen van zijn doelpubliek is zo’n comateuze toestand natuurlijk heel erg welkom voor de N-VA.

Collaboratie is evenmin een probleem van deze tijd. Jambon liet al weten dat collaborateurs –net  zoals Dutroux, nemen we aan – “hun redenen hadden” om te doen wat ze deden. Jambon en Francken verschenen op een feestje van VMO-oudstrijder en collaborateur Bob Maes (een onschuldige en wat warrige  oude man, zo liet men ons sussend weten); Jambon voerde het woord op een bijeenkomst van een vereniging van ex-Oostfrontstrijders; kamerlid Koenraad Degroote houdt een toespraak op een colloquium rond de Vlaamse fascist Joris Van Severen. En van De Wever weten we dat hij een zekere achting voor vader Le Pen onderhield. De favoriete clubjes van Dewinter, Annemans en andere Blokkers van de oude stempel blijken dus ook die van de N-VA’ers van de nieuwe stempel te zijn. En wanneer De Wever niet verder komt dan wat geneuzel over “problemen van deze eeuw” en “het tijdskader”, dan mogen we aannemen dat de sympathie voor het fascisme in Vlaanderen niet te meten is aan de hand van de verkiezingsuitslag van het Vlaams Belang, maar eerder aan die van de N-VA.

Toen het Vlaams Blok destijds veroordeeld werd wegens racisme was er één persoon die met Dewinter de studio in wilde voor een avondgesprek (gemodereerd – sappig detail – door Siegfried Bracke): Bart De Wever. Die wist daar te melden dat hij en z’n partij zich steeds tegen het cordon sanitaire hadden verzet, dat het Blok en de N-VA veel ideeën gemeen hadden maar verschilden qua stijl. Nu we weten dat Jambon (Minister van Binnenlandse Zaken, nota bene) flink mee hielp aan de oprichting van een Vlaams Belang afdeling in Brasschaat, lijkt zelfs dat stijlverschil te vervagen. Er is in essentie al enkele jaren een nieuw Vlaams “Blok” dat bestaat uit het Vlaams Belang, dat de radicale extreemrechtse visies retorisch gestalte geeft, en de N-VA die daarvan de electorale bonussen opstrijkt. N-VA is gewoon – en nu blijkbaar zonder blozen en met enig plezier – een extreemrechtse partij.

Dat is vervelend voor de coalitiepartners van de N-VA natuurlijk. Kris Peeters, Gwendoline Rutten en Charles Michel hebben het cordon sanitaire doorbroken en zijn scheep gegaan met een roetzwarte partij die – altijd een lokmiddel voor “gematigde” krachten vandaag de dag – sappige neoliberale deuntjes zingt. Peeters en co zitten in een regering die geen dag laat voorbij gaan zonder luidkeels gedachten te spuien die recht naar de traditie en het substraat van het Vlaams Belang voeren. Het lijdt geen twijfel dat de extreemrechtse kreten van de N-VA excellenties in regering, parlement en plaatselijke besturen niet meteen zullen ophouden. De partij verkeert duidelijk in een soort van trance, gelooft dat de tijdelijke macht een historische waterscheiding inhoudt, en dat alles wat gisteren marginaal, leugenachtig en ranzig klonk vandaag daarom plots verheven, waar en redelijk zal klinken.

Dat was duidelijk het geval bij dat nijvere Kortijkse gemeenteraadslid Steve Vanneste, die vroeg om het Nelson Mandelaplein een andere naam te geven, omdat Mandela “een terrorist” was. “De geschiedenis heeft ook haar rechten” voegde hij eraan toe. Een verkiezingsoverwinning heeft dat soort N-VA-haantjes de illusie bezorgd dat het rabiate en idiote racisme dat vele Vlaams-nationalisten destijds het apartheidsracisme deed steunen sinds zowat een week de staatsdoctrine is. Nodeloos te vermelden dat De Wever hem “terugfloot” en dus de geschiedenis even haar rechten ontzegde. Maar even nodeloos te stellen dat dit spelletje van publiek gemaakte donkerbruine standpunten en uitspraken niet ad infinitum door De Leider kunnen afgedaan worden als banaliteiten, stomme details en door de media opgeklopte nonsens.

Die donkerbruine nonsens straalt immers ook af op de coalitiepartners. En als die ooit nog een verkiezing willen winnen, dan doen ze er goed aan zich verre te houden van elke associatie met extreemrechts, racisme en neofascisme. En niet enkel omwille van hun Vlaamse en Belgische publiek: ook in Europa kijkt men met grote argwaan naar de strapatsen van de extreemrechtse regeringsleden in dit land, die net als Wilders geen Marokkanen lusten, koffie drinken met nazi-collaborateurs, overwegen om werklozen door middel van sport klaar te stomen voor de arbeid, en tussen dit verbale kabaal door bitter weinig blijk geven van deskundigheid en beroepsernst. We zijn op een weekje tijd al de risée van de EU geworden, en De Wever de Belgische variant van de Hongaarse leider Orban. En, ja, onze regeringen moeten nog zaken doen met die EU.

Ik durf dus vermoeden dat er de afgelopen week al behoorlijk wat ergernissen zijn uitgewisseld in de kamikazeregering. Ik heb ook meer dan een vermoeden dat De Wever, alle ontkenningen ten spijt, vanuit zijn hotelkamer in Shanghai vele, vele uren aan de telefoon heeft gehangen om damage control te doen. Niet zozeer bij zijn eigen troepen – van ezels kan men geen koerspaarden maken, zo zei mijn grootvader graag – maar wel bij zijn coalitiepartners. Er is nu al stront aan de knikker in deze coalitie. Want als Kris Peeters zijn loopbaan wenst verder te zetten met een litteken van extreemrechts op zijn politieke ziel, dan vrees ik dat die loopbaan wel eens korter kan zijn dan hij denkt of wenst. En al wie in dit land een volks-partij wil zijn, moet ermee rekening houden dat men hier voor extreemrechts geen draagvlak had, heeft en zal hebben. Het volk houdt niet van Joris Van Severen, zeker niet wanneer dat volk dankzij een Van Severeniaanse ideologie zijn inkomen gekortwiekt ziet, zijn sociale rechten geknipt, zijn arbeidsvoorwaarden dramatisch ziet verslechten, de gezondheidskost en studiekost spectaculair ziet stijgen, en de rijken oneindig rijker ziet worden. De gehele coalitie, en niet enkel het extreemrechtse kliekje erin, zal daarop worden afgerekend.

 

Links

https://www.academia.edu/6851958/Ik_Stel_Vast_Politiek_taalgebruik_poli…

https://www.academia.edu/6945175/De_Crisis_van_de_Democratie_2007_EPO_