“Mijn leven is 180 graden gedraaid” Letchi Musayev vertelt over zijn leven voor en na de Tsjetsjeense oorlogen

Dit is het verhaal van Letchi ‘Arbi’ Musayev (44) uit Tsjetsjenië, maar het zou ook het verhaal kunnen zijn van iemand uit Afghanistan, Palestina, Syrië… en zoveel andere vluchtelingen uit conflictgebieden. Oorlog is van alle tijden en volkeren en de gevolgen zijn universeel.
“Mijn leven is 180 graden gedraaid”  Letchi Musayev

Ik ben er zeker van dat ik mijn voetbalcarrière verder uitgebouwd zou hebben. Ik zou mijn diploma gehaald hebben en rustig met mijn gezin in Tsjetsjenië wonen.

 

Dit is het verhaal van Letchi ‘Arbi’ Musayev (44) uit Tsjetsjenië, maar het zou ook het verhaal kunnen zijn van iemand uit Afghanistan, Palestina, Syrië… en zoveel andere vluchtelingen uit conflictgebieden. Het verhaal speelt zich af in de jaren ’90, maar is eigenlijk tijdloos. Oorlog is van alle tijden en volkeren. Zelfs de gevolgen zijn universeel: het keert je leven helemaal ondersteboven. Het bepaalt je verleden en toekomst.

Arbi Musayev kwam in 2001 aan in België. Hij woont met zijn vrouw en drie kinderen in Oostende. Hij werkt als lasser in Diksmuide. Voordat de oorlog uitbrak, zag zijn leven er heel anders uit. Hij studeerde in Moskou en hij was een beloftevol voetballer bij FC Erzu Grozny. Vlak voor het uitbreken van de eerste Tsjetsjeense oorlog zag hij zijn hele leven een heel andere wending nemen.

Hoe zag je leven eruit voor het uitbreken van de eerste oorlog?

Na mijn verplichte legerdienst van twee jaar in Armavir, keerde ik in 1989 terug naar Grozny. Ik speelde er professioneel voetbal bij FC Erzu Grozny en ik studeerde via afstandsonderwijs automechanica in Moskou. Ik woonde in Grozny, maar moest wel af en toe naar Moskou om examens af te leggen. In 1991 speelde FC Erzu Grozny in derde klasse. Al snel wonnen we het kampioenschap en gingen we door naar tweede klasse. Ook daar deden we het heel goed. We hadden toen één nationale Russische competitie. We reisden het hele land rond om matchen te spelen. In november 1994 stonden we op de tweede plaats. We moesten nog drie matchen spelen om kampioen te worden en naar eerste te promoveren. We keken er enorm naar uit. Maar toen veranderde alles. De Russische voetbalbond gooide alle Tsjetsjeense ploegen uit de Russische competitie. Van de ene op de andere dag werden al onze sportactiviteiten stopgezet. Enkele weken later brak de oorlog uit.

Had je de eerste oorlog zien aankomen?

Ik zag wel dat de situatie in Tsjetsjenië in de jaren ’90 verslechterde. Er waren provocaties, af en toe werden plaatsen gebombardeerd, het was politiek heel onrustig… Maar mijn hoofd stond alleen op mijn studies en voetbal. Toen onze ploeg uit competitie werd gehaald, vertrok ik naar Moskou om mijn studies daar af te maken.

Moskou

Waar was je toen de oorlog uitbrak?

Toen de eerste oorlog in december 1994 uitbrak, was ik in Moskou. Ik belde direct naar mijn ouders. Ik zei dat ik naar huis kwam. Mijn vader verbood het me. Ik moest in Moskou blijven. Ik zei dat hij met de familie naar de dorpen moest vluchten, maar hij weigerde. Net zoals de meeste mensen, oordeelde mijn vader dat de Russische troepen enkel gekomen waren om een beetje te provoceren, om ons bang te maken en te tonen wie er de baas was. Sowieso was iedereen in Tsjetsjenië ervan overtuigd dat we als kleine deelrepubliek van amper 1 miljoen inwoners niets tegen Rusland konden beginnen.

Het draaide echter anders uit. In Grozny waren er veel wapens aanwezig van de Sovjettijd. Er waren ook militaire basissen en iedereen in Tsjetsjenië had in de Sovjettijd een militaire opleiding gekregen en kon een wapen hanteren. De Tsjetjenen waren niet van plan om zich zomaar gewonnen te geven. Er werd heel hard gevochten. Toen de oorlog uitbrak was het volop winter. Zelfs op nieuwjaar bleef men bombarderen. Grozny werd helemaal vernietigd. In 1996 kwam er uiteindelijk een staakt-het-vuren. Ik keerde terug naar Grozny, maar herkende de stad nauwelijks. De hele stad lag plat. Ik had intussen mijn vrouw leren kennen en na ons huwelijk beslisten we om in Moskou te gaan wonen. 

Werd er tijdens of na de oorlog nog gevoetbald?

Neen, van voetbal was er geen sprake meer. Er was geen competitie, er waren geen clubs… In 1999 brak de tweede oorlog uit. Die was nog zwaarder dan de eerste. De Russische soldaten zonnen op wraak voor de verliezen in de eerste oorlog. De wreedheden die ze begingen waren niet te tellen. 

Heksenjacht

Wanneer besliste je om uit Rusland te vluchten?

In 2001 beslisten mijn vrouw en ik om uit Rusland te vertrekken. In Tsjetsjenië woedde de tweede oorlog en in Moskou was de situatie ook onhoudbaar voor Tsjetsjenen. Elke dag voerde de politie controles uit. Iedereen die er een beetje Tsjetsjeens uitzag, moest zijn papieren voorleggen en werd ondervraagd. Toen er in Moskou twee huizen ontploften, werd de schuld direct bij de “Tsjetsjeense terroristen” gelegd. Er begon een heksenjacht. In twee dagen tijd werden er bijna 5000 Tsjetsjenen opgepakt en ondervraagd. Vaak verstopten de Russische politieagenten tijdens een huiszoeking of arrestatie zelf drugs of patronen bij hun verdachte om hem zo van iets te kunnen beschuldigen en mee te nemen. Ik kon daar niet blijven in de voortdurende angst om opgepakt te worden.

Hoe kwamen jullie in België terecht?

Mijn neef woonde toen al in België en zei dat ik als Tsjetsjeen een goede kans maakte om te mogen blijven. We hadden intussen twee kinderen en we beslisten om met ons gezin naar België te vluchten. 

Opvangcentrum

Hoe waren de eerste maanden in België?

Het eerste anderhalf jaar woonden we in een opvangcentrum in Westende. Dat was in afwachting van een beslissing op onze asielprocedure. Het was er niet slecht, maar voor mij was het een lange tijd. Gelukkig konden we naar school gaan en Nederlands leren. Mijn vrouw mocht zelfs soms mee naar het ziekenhuis om te tolken voor andere vluchtelingen. Na een positieve beslissing kon ons leven echt beginnen. We konden een woning huren, een opleiding volgen, gaan werken… Ik kon zelfs amateurvoetbal gaan spelen. 

Hoe zou je leven eruit zien zonder de oorlog?

Ik ben er zeker van dat ik mijn voetbalcarrière verder uitgebouwd zou hebben. Ik zou mijn diploma gehaald hebben en rustig met mijn gezin in Tsjetsjenië wonen. Ik vind het jammer dat het zo gelopen is. Ik was vreselijk boos toen we voor de start van de oorlog uit competitie werden gegooid. Ik ben nu nog boos en ik denk dat ik altijd boos zal blijven. Het is een grote frustratie die blijft. Mijn carrière en toekomst zijn toen kapot gemaakt. Mijn leven is 180 graden gedraaid.

“Voetbal blijft mijn passie”

Hoe is je leven nu?

Mijn leven is goed, rustig. Ik heb mijn gezin. De kinderen gaan naar school en hebben diverse hobby’s. Ik werk al zes jaar als lasser bij PACKO-INOX in Diksmuide. Ik speel amateurvoetbal en ik volg mijn jongste zoon die voetbal speelt bij KV Oostende. Voetbal blijft mijn passie. Ik volg op televisie nog altijd alle competities. Onze thuis is nu hier. 

[Tsjetsjenië is een deelrepubliek van Rusland. Tsjetsjenië strijdt al jaren voor onafhankelijkheid. Op 11 december 1994 brak er de eerst oorlog uit. Russische tanks reden de hoofdstad Grozny binnen. Na de vernietiging van Grozny verslikten de Russische troepen zich in de bergachtige gebieden rond de hoofdstad. Op 11 augustus 1996 kwam er een staakt-het-vuren tussen Rusland onder leiding van Boris Jeltsin en de Tsjetsjeense rebellen. De vrede was echter van korte duur, want in 1999 brak de tweede Tsjetsjeense oorlog uit. Rusland – belust op wraak – sloeg deze keer nog harder toe. De republiek werd platgebombardeerd, duizenden mensen – vooral burgers – verloren er het leven en nog eens duizenden sloegen op de vlucht. Hoewel de militaire operaties sinds 2002 zijn afgenomen, blijven er heel wat Russische militairen aanwezig en blijven de rebellen in de bergen strijden voor een onafhankelijk Tsjetsjenië.]

>>>

Meer lezen over Tsjetsjenië? Deze boeken zijn echte aanraders! 

“De eed” : oorlogsmemoires van een Tsjetsjeens chirurg – Chassan Baiev

“De engel van Grozny”: achttien maanden undercover in Rusland - Asne Seierstad

“Poetins Rusland” – Anna Politkovskaja