Jullie, Belgen, kunnen ook groeien vanuit andere culturen, als jullie zouden luisteren. We kunnen van elkaar leren.
Een paar jaar geleden is Samira K. met haar gezin gevlucht uit Iran. Nu woont ze in een stadje ergens in Vlaanderen met haar man en hun dochter. Heel warm word ik ontvangen in hun appartement. Ze beschrijft me haar cultuur, haar land en haar moeilijke aankomst in België. Ik word volledig meegesleept in haar verhaal.
Samira: 'Ik ben een beetje chauvinistisch als ik over Iran praat. Voor mij is Iran perfect. De mensen hebben een groot hart en zijn gastvrij, de natuur is prachtig en we hebben erg veel grondstoffen. Het enige dat we nodig hebben is democratie. We waren rijke mensen in Iran, we komen van erg veel luxe. Mijn man had een goede job in de verzekeringen. In België denken de meeste mensen dat we naar hier kwamen voor het geld. Wij kwamen naar hier om vrij te kunnen zijn, uit angst voor onze politiek. Als de politieke situatie stabiel zou zijn, zouden andere mensen naar óns land willen komen. Daar ben ik zeker van.
Het contrast met onze situatie nu is gigantisch. We zijn helemaal opnieuw begonnen met ons leven. We wonen in een heel klein appartement en mijn man is arbeider in een fabriek. Al drie jaar wachten we op onze verblijfspapieren. Het is echt vreemd dat het zo lang duurt. Ondertussen gaat onze dochter naar school. Ze zit in het eerste leerjaar en zit bij de beste leerlingen van haar klas. Ik ben zo fier op haar. Ze begint zich goed aan te passen in België.
Iran begon veel te gevaarlijk te worden voor ons. Als de overheid denkt dat je een bedreiging bent voor het regime, dan vervolgen ze je. Ze willen niet luisteren en de mensen in Iran willen zich niet meer verdedigen of verzetten uit angst dat er iets zou gebeuren met hun familie. Wij zijn dus gevlucht uit noodzaak. We hadden er geen idee van waar we naartoe zouden gaan en we hadden vooral niet veel tijd om na te denken. Wij zijn aangekomen in Brussel. Bij onze aankomst vertelde men mij dat het hier niet meer gevaarlijk was voor ons. Ik was dus een beetje gerust gesteld. Het is zo raar om in een vreemd land aan te komen en niets te kennen van de taal of van het juridisch systeem. Op dat moment kende ik niets van de procedure van asielzoekers. Ik had nooit gedacht dat het zo ingewikkeld was.
De twee eerste maanden verbleven we in een asielcentrum in Brussel. Daar hadden we het echt niet goed. Op dat moment had ik erg veel stress. Ik ben niet meer dezelfde persoon als vijf jaar geleden. Mijn dochter is dat jaar niet meer gegroeid. Ik was bang dat er iets mis was met haar gezondheid maar het bleek van de de stress te komen die ze bij ons voelde. Wanneer ik haar ga halen van school breekt mijn hart. Ik zie dat ze kleiner is dan de rest van haar klasgenoten. De situatie was zo moeilijk voor ons toen we in België aankwamen.
De rest van onze familie is nog steeds in Iran. Dankzij internet hebben we gelukkig veel contact. Maar dat contact blijft vrij oppervlakkig omdat Iran alles zo streng controleert. Ik praat altijd over de goede dingen, nooit over de politiek in Iran. Niemand is veilig in Iran. De mensen zijn altijd bang om iets te zeggen wat niet zou mogen.
Als ik de twee culturen vergelijk, merk ik een groot verschil. Onze gastvrijheid en het respect dat we hebben voor anderen is iets uniek. Dat besefte ik vroeger niet. Wij hebben bijvoorbeeld veel meer respect voor vrouwen. Mannen gaan meteen recht staan wanneer ze een vrouw zien en bieden hun stoel aan. In ons land werken de vrouwen niet zoals in België. Wij willen ook gelijk zijn maar voor moeilijke dingen liever niet (lacht). Belgen zijn ook heel bang om onbeleefd te zijn. Wanneer we gasten ontvangen zal alles wat er op tafel staat voor die gasten zijn. Belgen zouden elke keer vragen of ze een koekje mogen nemen, terwijl dat bij ons vanzelfsprekend is want het ligt op tafel.
Ook heb ik geleerd dat het woord “stop” in België echt betekent dat er meteen gestopt moet worden met iets. In Iran zijn er erg veel woorden om dat te zeggen, deze zijn meestal wat aangenamer en beleefder. Hier komt het erg hard aan. Voor iemand die dit niet gewoon is, wordt het aan erg veel negatieve dingen gekoppeld. Maar ik begrijp jullie ook. Jullie leren dat dus jullie doen dat zo. Dit zijn maar een paar voorbeelden die in me opkomen.
Wij zouden meteen teruggaan naar Iran als de politieke situatie zou veranderen. Voor ons is het moeilijk om aan de toekomst te denken. Ik zou inderdaad graag teruggaan maar eigenlijk moet ik ook aan mijn dochter denken. Ik wil haar alles leren van België. Maar ik wil zeker niet da ze vergeet wie ze is, van waar ze komt. De rest van de familie zegt dat ik moet oppassen opdat ze bijvoorbeeld niet heel goed Perzisch zou leren praten. Het is eigenlijk een beetje moeilijk. Mijn hart is nog altijd in Iran. Maar mijn dochter is een groot stuk van mij. Het is zo moeilijk.
Nu probeer ik jullie cultuur wat te leren. Ik vraag veel en waarschijnlijk lijken mijn vragen voor jullie vrij dom en vanzelfsprekend. De antwoorden die ik krijg zijn niet altijd aangenaam. Velen willen me niet helpen terwijl ik gewoon dingen zou willen begrijpen.
Ik ga naar alle meetings van de school van mijn dochter. Dit doe ik al drie jaar en toch zie ik de andere ouders vreemd opkijken als ik de zaal binnenkom. De mensen zijn bang. Ze zijn bang voor wat ze niet kennen. Ik ben hier al drie jaar, ik ken de taal, de mensen mogen met mij praten. Maar de meeste mensen proberen zelfs niet. Waarom zijn ze bang van mij? Wat heb ik hen misdaan? Als ik iets slecht had gedaan dan zou ik het begrijpen. Maar ik heb niets slecht gedaan. Jullie, Belgen, kunnen ook groeien vanuit andere culturen, als jullie zouden luisteren. Het is niet altijd negatief. We kunnen van elkaar leren.'
>>>
Lees meer migratieverhalen in het dossier 'De mens achter de migrant'