Alles wat ik gedaan heb, heb ik zelf gezien als kunst en kunstperformances
Meestal wordt Quinsy Gario gezien als een activist. Meer specifiek, als de activist achter de Zwarte Piet-discussie in Nederland. Maar dat is maar een fractie en een momentopname van wat Gario bezighoudt. Geboren in Curaçao en opgeleid in Nederland als Theater- Film- en Televisie wetenschapper, is Gario onder andere actief als dichter, theatermaker, radiomaker, kunstenaar, opiniemaker en mediafiguur, zowel in Nederland als in het buitenland, België inbegrepen.
Een van de eerste keren dat hij naar Antwerpen kwam, was in 2010 om als woordkunstenaar deel te nemen aan Parallel Doors of Perception, in het M hka, als deel van The State of L3-collectief. Hij werd ook vaak uitgenodigd door vaste waarden Seckou Ouologuem en Sascha Reunes om op te treden. Pas na al die optredens is hij bekend geworden als het gezicht van de Zwarte Piet-kwestie, maar hij liep eigenlijk al lang rond in België.
Kif Kif: Hoe verhoudt jouw leven als kunstenaar zich met jouw leven als activist?
Quinsy Gario: Ik noem mezelf nooit activist. Dat doen andere mensen. Maar alles wat ik gedaan heb, heb ik zelf gezien als kunst en kunstperformances. Het “Zwarte Piet is Racisme” –t-shirt project is begonnen bij een poetry slam avond in Utrecht. Ik had alle vrijheid dus ik stond daar met een t-shirt aan, vanuit de veronderstelling dat een poetry slam dé plek is waar je over antiracisme mag praten. Kunst en activisme zijn voor mij dus altijd samen gegaan.
Kif Kif: Je neemt ook als woordkunstenaar deel aan het Felix Poetry Festival. Wat kunnen we daarvan verwachten?
Quinsy Gario: Ik ga me laten inspireren door de mensen die er zijn. Ik zal ook het nieuws volgen de komende tijd, om wat in Antwerpen gebeurt ook te verwerken in wat ik ga doen.
Kif Kif: De Nederlandse actualiteit kan ook inspirerend werken voor de Belgische context. Omwille van wat Typhoon onlangs overkwam is ethnic profiling nu ook een hot topic geworden in Nederland, maar in België is racisme bij de politie al een tijd een issue.
Quinsy Gario: Ik zou hopen dat de Nederlandse context niet zo inspirerend zou zijn, want de Nederlandse context zoals die is, is helemaal niet goed. Gevallen zoals dat van Typhoon zijn al erg. Maar het ergste is dat het politiekorps gewoon toegeeft dat ze het doen en de betrokken agent daarover aanspreekt in plaats van een heel systeem waar de agent onderdeel van is. Dit soort gevallen worden heel vaak geïndividualiseerd en dan is het schuld van de agent en niet van het feit dat hij een briefing krijgt met profielen daarop, waarbij een zwarte man in een dure auto verdacht is en gestopt moet worden. Met andere woorden: agenten trainen om dingen op een bepaalde manier te zien en tegelijkertijd ontkennen dat zulke ideeën zijn gebaseerd op vooroordelen. Er zijn verontschuldigingen en gesprekken, maar die zie ik meer als een verankering van hoe we in Nederland niet over racisme willen praten. We hebben het over racial profiling, maar tegelijkertijd is het racistisch staatsbeleid. Men probeert daar andere woorden voor te vinden: in plaats van over racisme te spreken, spreken we over discriminatie, over ethnic profiling, over nativism. Zwarte Piet wordt gereduceerd tot huidskleur, in plaats van het koloniaal verleden. Werkloosheid gaat niet over racistische werkgevers maar over jongeren weerbaarder maken om daar tegenin te kunnen gaan. Het zijn manieren om complexe issues te reduceren tot iets heel kleins, om de historische materiele realiteit van racisme, raciale ongelijkheid en ongelijkwaardigheid uit de weg te gaan. En dat moet juist besproken worden.
Kif Kif: Maken die thema’s deel uit van je werk als kunstenaar?
Quinsy Gario: Dat hangt van de context af. Ik werk ook vaak rond milieuthema’s of geschiedenis. Formalistisch ben ik geïnteresseerd in kleuren en wat ermee kan worden gedaan. Maar het is voor mij ook belangrijk om verbindingen te leggen. De laatste jaren doe ik vaak improvisatie, gebaseerd op hoe de mensen in de zaal eruit zien of wat ik van een gesprek heb opgepikt. Dat werk ik uit tot iets op het podium. Zoals de tekenaars in Montmartre, ga ik dan portretten dichten. Het mooiste is dat sommige mensen zichzelf herkennen en dan ontstaat een mooie dynamiek. Ik ben ook heel visueel ingesteld. Taal is vaak ook een abstractie van wat we zien, dus je kan het niet van elkaar scheiden. Dan rijst de vraag of taal louter functioneel is of ook decoratief mag zijn. Poëzie is een meesterlijke combinatie van beide.
Kif Kif: Naast schrijven doe je ook mee aan artistiek onderzoek
Quinsy Gario: Toen ik begon met kunst te maken werd ik ook snel een onderzoeker, want het is belangrijk te weten waar je het over hebt. Ik wil zo veel mogelijk over mijn onderwerp weten, want dan kan ik alle kanten op en zelf beslissen wat belangrijk is om te vertellen, wat men nodig heeft om zichzelf te ontsluiten en mijn boodschap te ontvangen.
Kif Kif: Om dingen bespreekbaar te maken?
Quinsy Gario: Het is niet mijn taak om alle gesprekken te voeren. Ik ben meer een soort breekijzer. En ik hoop dat andere mensen verder gaan. Ik probeer zo veel mogelijk verschillende dingen aan te kaarten om dan te kijken waar het landt. Ik heb vorig jaar een toneelstuk gemaakt, genaamd Hoe doe je aangifte tegen 770 mensen? Een journalist had aangifte gedaan tegen mij omdat ik hem op Twitter ‘racist’ noemde. Daarom ben ik 6 maanden terug in mijn inbox gegaan en heb ik aangifte gedaan tegen iedereen die me via e-mail had beledigd of bedreigd. Het proces heb ik ongeveer negen maanden gedocumenteerd om te registreren wat er in Nederland gebeurt als je aangifte doet tegen racisme, bedreigingen, laster en smaad. Je komt terecht in een Kafkaësk doolhof. Het stuk, een lecture/performance waar ik alle e-mails liet zien, brieven van de burgemeester en al, werd een succes, maar het mooiste is dat mensen dachten dat zoiets niet echt kon zijn, dat ze geactiveerd werden door het stuk.
Kif Kif: Waar werk je nu aan?
Quinsy Gario: Aan een soort voortzetting daarvan, maar ook iets compleet anders. Ik had vorig jaar het idee om een politieke partij te starten. Ik heb er lang over gesproken en over getheoretiseerd, maar het mag niet. Omdat mijn moeder dat niet wil (lacht).
Kif Kif: Dat is een sterk argument (lacht ook mee)
Quinsy Gario: Dat vind ik interessant. Het was niet alleen mijn moeder, maar ook mijn vriendin en mijn broer waren bang van de gevolgen daarvan. Ik doe het dus niet, maar ik heb het nu omgezet in een theaterstuk over hoe dat proces gaat, over waarom ik niet de bescherming heb waardoor mensen om mij heen zich zorgen maken over mijn veiligheid als ik zoiets zou doen. Wie wordt in de Lage Landen eigenlijk beschermd als je het hebt over politieke participatie en politiek engagement? En het gaat niet alleen over jou, maar ook over iedereen om je heen.
Kif Kif: Naast die zorgen, zie je jezelf als de leider van een politieke partij?
Quinsy Gario: Ik kan nu vrij bewegen. Dat vind ik makkelijker en wendbaarder. Soms word ik gezien als een solist, maar soms weet ik beter dat ik geen vertegenwoordiger ben van een groep. Veel mensen noemen zich leiders, maar wat houdt dat in? Stel je jij helemaal open en vrij voor een groep? Leg je jouw wil op een groep? Wat is leiderschap? Zeker ook binnen de antiracismebeweging. Wat is een duurzame strijd? En zijn zo veel mensen die na een jaar of twee helemaal uitgeblust geraken. Na mijn arrestatie was ik twee jaar lang depressief. Pas later besefte ik dat ik slachtoffer was van politiegeweld. Dat dat mij lichamelijk en psychisch had veranderd en dat die verandering blijvend is. Ik heb nog steeds nek- en schouder- en rugklachten, die zijn chronisch, door de arrestatie. Politie zien is angstig af en toe. Dan moet je beseffen: “Zo ziet mijn wereld nu uit. Hoe kan ik hier het beste in rondbewegen, blijven doen wat ik wil doen en aankaarten wat ik wil aankaarten?”. Tot nu toe lukt het wel, enigszins.
Kif Kif: Kunst geeft jou ook bewegingsruimte
Quinsy Gario: Kunst geeft mij een manier van werken die heel veel mensen niet gegund is. Als kunstenaar kan je dingen op een andere toon aankaarten en mag je je aansluiten bij andere spelers.
Kif Kif: Zijn de kunsten op een of andere manier ook niet ongevaarlijk geworden?
Quinsy Gario: Ja, dat is ook zo.
Kif Kif: Hoe komt dat?
Quinsy Gario: Ik denk dat het te maken heeft met de financiering van de kunsten. Maar historisch waren de kunsten ook iets waar elke leek naartoe kon gaan en wat iedereen kon begrijpen, bij wijze van spreken. Naarmate het specialistischer werd, naarmate we meer de moderne, autonome kunst in gingen, heeft het zich vervreemd van de samenleving en ging het alleen maar om zichzelf. Dat ligt aan de basis van veel navelstaarderij, naar kunst die naar kunst verwijst en niet naar het leven.
Kif Kif: Is de drang naar subtiliteit ook niet problematisch? Kan het zijn dat men de dingen op zo’n niet expliciete manier wil zeggen dat men uiteindelijk niks zegt?
Quinsy Gario: Ik weet niet of het probleem de subtiliteit is. Ik denk dat veel kunstenaars niet weten waar ze mee bezig zijn, waardoor wat ze uiteindelijk produceren niet werkt. Mensen die werk maken over vluchtelingen bijvoorbeeld, maar wiens ethische keuzes niet correct zijn, want het werk draait nog rond zichzelf in plaats van over mensen die niks hebben, die uit een oorlogsgebied vluchten of de droogte of een gebied waar ze zichzelf niet kunnen zijn.
Kif Kif: Is er daar een antwoord op?
Quinsy Gario: Er zijn veel kunstenaars die opstaan en zeggen van neen, dit is niet de kunst die ik wil hebben. Daar ben ik ook een van. Maar je ziet hoe moeilijk het is voor instituties en instellingen om daar een plek aan te geven. In 2014 heb ik een voorstelling gemaakt over de vraag of ik daadwerkelijk kom uit een dorpje in Centraal-Afrikaanse Republiek dat Gario heet. Ik heb in het Stedelijk Museum Amsterdam opgetreden en een dag later stelde het PVV een Kamervraag aan de minister van cultuur over hoeveel ik betaald kreeg voor mijn optreden. Het leuke is dat je ziet hoe iets dat helemaal niet gevaarlijk is toch gezien wordt als gevaar door die club. Er zijn mensen die heel subversieve dingen doen en onder de radar liggen en tegen schenen schoppen. Daar moeten we naar kijken. Dat is de toekomst van de kunst.
Kif Kif: Is er een beweging in die richting?
Quinsy Gario: Ik denk het wel. Ook op internationaal vlak. De Cubaanse kunstenaar Tania Bruguera spreekt van “arte útil”, functionele kunst, niet zozeer kunst als gereedschap, maar wel met een bepaalde functie voor de samenleving. Daar gaan we naartoe. Door de bezuinigingen in de kunstenwereld staan veel zelforganisaties op die dingen doen met kunst die je eerst niet zou zien, waardoor het ook democratischer wordt. Omdat het uit de handen genomen wordt van al de financierders die zichzelf verheven voelden, boven de gewone man, die geen schilderijen kan kopen.
Felix Poetry Festival, van 8 t/m 10 juni in FelixPakhuis, Het Bos en Hoofdkwartier Born in Antwerp. Op 09.06 staat Quinsy Gario naast onder andere Maarten Inghels, Salahdine Ibnou Kacemi & Said Boumazoughe (NoMoBs) en Mathieu Charles (Stand & Deliver) op het programma van Performance Poetry, samengesteld door Seckou. Ook op het programma staan de Mexicaanse dichters/performers Rojo Córdova en Rocío Cerón. Meer info: http://www.antwerpenboekenstad.be/felix