het is een complex sociaal probleem, een democratisch en geglobaliseerd probleem, dat doordachte actie wars van politieke profilering vergt. Als we dit probleem ten gronde willen aanpakken, dan moeten we starten met een grondige analyse.
Kif Kif is verontrust over de tientallen en volgens andere bronnen honderden jongeren die naar Syrië vertrekken om er aan de zijde van de jihadisten te strijden tegen de Syrische dictator Assad. “Er ontplooien zich nu drama’s in vele allochtone en autochtone gezinnen. Het idee dat op vele fora dominant is, namelijk dat we dan van “hen” af zijn, is niet alleen racistisch en kortzichtig, het is alvast een deel van het probleem.”, aldus Ico Maly (Coördinator Kif Kif).
Dit is geen zaak van enkele individuen, het is een complexe sociale realiteit. Het is een democratisch en geglobaliseerd probleem dat doordachte actie wars van politieke profilering vergt. Als we dit probleem ten gronde willen aanpakken, dan moeten we starten met een grondige analyse. In De Morgen en op onze site geven we daar morgen een aanzet toe. Het mag echter niet bij een analyse blijven. “Daarom”, zo stelt de coördinator van de interculturele beweging Kif Kif, “lanceert Kif Kif ook een tienpuntenplan Syrische Strijd.”
1. Strijdplan tegen discriminatie en islamofobie. Radicalisering gebeurt niet in een vacuüm. We kunnen de radicalisering van deze jongeren maar begrijpen in een context van discriminatie en islamofobie in het bijzonder. België is al jaren een land dat gekenmerkt wordt door discriminatie en die discriminatie schept een vruchtbare bodem voor radicalisering. Het anti-islam-discours schept een heel duidelijk wij-zij-verhaal en dat verhaal vertaalt zich in de realiteit met tegenbewegingen zoals Sharia4Belgium die de radicalisering verder in de hand werken.
2. Strijdplan voor onderwijs en werk. De grondoorzaken, de vruchtbare bodem ligt in ongelijkheid. Allochtone jongeren en moslimjongeren in het bijzonder zijn oververtegenwoordigd in de negatieve statistieken. Ze zitten dubbel zo vaak in de werkloosheid en ook op school presteren ze vaak ondermaats. Een goede opleiding en een goede job zijn krachtige wapens tegen radicalisering. Deze sectoren hebben samen met politici een verpletterende verantwoordelijkheid omdat zij de toekomst van de jongeren bepalen.
3. Investeren in en het serieus nemen van het onafhankelijk en kritisch middenveld. Het intercultureel en allochtoon middenveld waarschuwt al jaren voor het sociaal, economisch en politiek kruitvat in onze grootsteden. Bewegingen als Kif Kif, AEL, allochtone federaties en middenveldorganisaties hebben al jaren tevergeefs de strijd tegen racisme, discriminatie en uitsluiting op de agenda geplaatst. Ze hebben al jaren gewaarschuwd dat de huidige gepolariseerde en ongelijke samenleving vruchtbare grond is voor radicalisering. Dat kreeg echter geen of weinig weerklank in het beleid.
4. Geen politieke spelletjes en geen sensatiedrang. We zitten met een complex probleem dat een complexe analyse nodig heeft om een heel nauwkeurige, subtiele en daadkrachtige aanpak te kunnen uitwerken. Vandaag wordt het debat grotendeels via de media gevoerd wat vaak geen nuance toelaat en politieke profileringsdrang aanmoedigt. Het is essentieel dat de aanwezige politici hun verantwoordelijkheid nemen en dus niet in politieke spelletjes of electorale strategieën vervallen. Dit bemoeilijkt een genuanceerde analyse en oplossing. Deze sectoren hebben een verpletterende verantwoordelijkheid omdat zij de toekomst van de jongeren bepalen.
5. Parlementaire taskforce. De realiteit van jongeren die ten strijde trekken naar Syrië is geen zaak van individuen maar is een complexe maatschappelijke realiteit. Het is niet te herleiden tot een probleem van ‘die jongeren’, maar het is een maatschappelijk probleem. Dat betekent dat de politiek hier haar verantwoordelijkheid ten volle moet opnemen en een parlementaire taskforce moet oprichten die de concrete realiteit in kaart brengt door fundamenteel onderzoek te bundelen en een gedegen en structureel actieplan op te stellen met acties op korte en lange termijn.
6. Bijstand voor de getroffen ouders en de families. In het bijzonder de allochtone ouders weten momenteel te weinig de weg naar de bevoegde instanties en hebben vaak weinig vertrouwen in het justitiële apparaat. Hierdoor staan ze momenteel grotendeels in de koude en kunnen ze met hun radeloosheid geen weg. Het sociale middenveld en de gezondheidszorg heeft in deze een belangrijke vertrouwens- en opvolgingsfunctie te vervullen. Het is essentieel dat de overheid hen in deze rol erkent en de geheimhoudingsplicht van deze intermediairen respecteert.
7. Preventieve en ontradende acties voor vertrekkende jongeren. Op korte termijn moet er vooral voorkomen worden dat nog meer jongeren effectief vertrekken. Er kunnen op dit vlak heel wat preventieve en ontradende acties worden ondernomen. Het valt heel erg te betreuren dat hier tot op vandaag schijnbaar nauwelijks werk van wordt gemaakt
8. Strategie voor teruggekeerde jongeren. Er moet dringend werk gemaakt worden van beleidsmaatregelen om de jongeren bij hun terugkeer meteen op te vangen. Velen van hen zullen getraumatiseerd, gedesillusioneerd en geradicaliseerd zijn. We moeten ten alle prijze vermijden dat ze bij hun terugkeer in een uitzichtloos vacuüm terecht komen. Er moet in de eerste plaats een constructieve en curatieve aanpak zijn waardoor de jongeren opnieuw perspectief krijgen. Inlichtingendiensten en de staatsveiligheid moeten geradicaliseerde jongeren monitoren en indien nodig voor de veiligheid van de samenleving ingrijpen.
9. Informatieopbouw en doorstroming. Er is tot op heden te weinig concrete informatie over radicalisering in Vlaanderen in het algemeen en vooral over de specifieke terreinsituatie in het bijzonder gekend. Fundamenteel onderzoek naar de context, de beweegredenen en de gevolgen van deze radicalisering moet gebeuren vanuit een interdisciplinaire samenwerking tussen veiligheids- en overheidsdiensten, de academische wereld en alle betrokken maatschappelijke actoren. Enkel op die manier zal er een omvattende analyse ontstaan waaruit daadkrachtige beleidsmaatregelen kunnen worden genomen. Individuen en organisaties die wensen te getuigen moeten dat in veilige en discrete atmosfeer kunnen doen.
10. Strategie voor een vreedzaam buitenlands beleid: Het fenomeen van Belgische jihadisten toont ontegensprekelijk aan dat lokale problemen met globale fenomenen verbonden zijn. Lokale problemen vergen dus ook globale oplossingen. Het ondersteunen van bloedige oorlogen in Afghanistan, Irak en Libië moet in deze context begrepen worden als motiverende factoren voor Belgische jihadisten. Uit een onderzoek van het Vlaams Vredesinstituut blijkt bovendien dat in de periode 2007-2011 Belgische bedrijven voor 1,5 miljard euro wapens uitvoerden naar de Arabische wereld. Een duidelijk herpositionering van het buitenlands en defensie beleid en actieve deelname aan vredesonderhandelingen dringen zich dus ook op.
Contact:
Ico Maly | Coördinator Kif Kif | 0498.11.32.36 | [email protected]
>>> Lees ook: 'Vlaamse strijd in Syrië: contouren van een analyse' van Ico Maly <<<