De jaren zeventig waren een donkere periode in Groot-Brittannië. De werkloosheid was groot en jongeren zagen de toekomst somber in. Volgens de racistische partij National Front (NF) werden deze problemen veroorzaakt door mensen met een migratieachtergrond. Naast een voorliefde voor betogingen vol nazisymbolen, koesterde deze partij met verkiezingsbelofte White people first! de wens inwoners van kleur het land uit te zetten om een homogeen wit Groot-Brittannië over te houden.
Ook prominente Engelse muzikanten lieten zich verleiden door deze ideologie. Zo betuigde befaamd gitarist Eric Clapton in 1976 tijdens een concert – weliswaar in een dronken bui – zijn steun aan Enoch Powell, een extreemrechtse, racistische en fascistische politicus. Hij vertelde de menigte dat Engeland overcrowded was geworden en dat ze op Powell moesten stemmen om te voorkomen dat Groot-Brittannië een black colony zou worden. Claptons steun aan het NF is extra opmerkelijk, aangezien zijn muziek voornamelijk beïnvloed werd door Afro-Amerikaanse blues.
Dat Eric Clapton het racistische National Front steunde is extra opmerkelijk, aangezien zijn muziek voornamelijk beïnvloed werd door Afro-Amerikaanse blues
Nadat ook David Bowie verkondigde dat “Groot-Brittannië klaar was voor een fascistische leider” en Rod Stewart te kennen gaf dat immigranten het land uitgestuurd moesten worden, besliste de Londense fotograaf Red Saunders actie te ondernemen. Hij schreef een brief naar de New Musical Express (NME), waarin hij pleitte om als rockfans een front te vormen tegen de fascistische en racistische denkwijze in het land.
Een muzikaal geïnspireerde tegenbeweging
Zijn brief vond enorm veel weerklank bij jongeren en lag mee aan de basis van het ontstaan van Rock Against Racism (RAR): een lokale geweldloze organisatie die streed tegen racisme en de angst en tegen een regering met het National Front. De culturele en politieke beweging begon met het fanzine Temporary Hoarding met interviews en artikels waarvan de vormgeving gekenmerkt wordt door het ‘knip-en plakwerk’ van de punkesthetiek. Al snel kreeg de organisatie steun van muzikanten en werden er concerten georganiseerd met reggaebands zoals Misty in Roots en Steel Pulse en punkbands zoals Tom Robinson, The Clash en Sham ’69. De Britse frontzangeres van The Selecter, Pauline Black, vatte de organisatie samen met de woorden: “Rock Against Racism bestond uit witte mensen die zich eindelijk realiseerden: 'oh my god, er bestaat racisme’; zwarte mensen ervoeren het daadwerkelijk.””
Manifestaties van de RAR-beweging en het National Front zorgden vaak voor grimmige situaties. Zo koos de politie tijdens deze demonstraties steevast de kant van het NF en werden niet-witte inwoners gearresteerd voor misdaden die ze niet gepleegd hadden. De documentaire laat zien welke fysieke en emotionele mishandeling mensen met een migratieachtergrond te verduren kregen, van uitwerpselen in hun brievenbus tot moord.
Het hoogtepunt van de documentaire is de protestmars Carnival Against the Nazis in 1978. Deze betoging begon in Trafalgar Square en eindigde in Victoria Park – het hart van het territorium van het National Front. Honderdduizenden fans van over heel Groot-Brittannië kwamen samen om hun favoriete reggae-en punkbands te zien spelen. Tijdens deze concerten werd onder andere White Riot gespeeld, een nummer van The Clash dat witte mensen oproept zich aan te sluiten bij de strijd tegen racisme.
'Ras' en taal
Esthetisch en stilistisch past de punkdocumentaire in het tijdsbeeld. Zo maakt de regisseur gebruik van fanzine-achtige beelden, gemaakt van het typerende knip- en plakwerk uit de punkbeweging, om zo het karakter van het tijdperk weer te geven. De documentaire bestaat voornamelijk uit archiefbeelden en daarnaast interviews – zowel uit de jaren 1970 als anno nu – met de oprichters van de RAR-beweging, waaronder Red Saunders, Roger Huddle en Jo Wreford; en artiesten, zoals Topper Headon van The Clash, Dennis Bovell en Matumbi.
De politie koos tijdens demonstraties steevast de kant van het National Front, en niet-witte inwoners werden gearresteerd voor misdaden die ze niet gepleegd hadden
Het is opvallend dat er in de documentaire regelmatig gesproken wordt over 'het blanke ras' en 'het zwarte ras'. Het is ondertussen al enige tijd wetenschappelijk bewezen dat er biologisch gezien geen onderscheid bestaat tussen menselijke ‘rassen’.
Nog steeds pijnlijk actueel
White Riot laat zien dat het verenigen van groepen mensen door middel van muziek een effectief middel kan zijn in de strijd tegen racisme. Tegelijkertijd toont de punkdocumentaire op pijnlijke wijze hoe diepgeworteld het probleem zit, en hoeveel werk er nog aan de winkel is om het uit onze samenleving en taal te weren. De aftiteling start dan ook met: “De strijd is nog lang niet gestreden.”
White Riot is sinds 27 januari 2021 te zien op Sooner, Proximus Pickx, Cinema bij je thuis en ZED.
Over de auteur:
Uma Van Overberghe studeerde Filmstudies en Visuele Cultuur aan de Universiteit Antwerpen en werkte bij Film Fest Gent. Ze recenseert films voor Kif Kif.