SINCOLLECTIEF met Rumble in da Jungle >> Het essentiële gebaar van Junior Mthombeni [Interview]

Orlando Verde interviewt een van de bezielers van SINCOLLECTIEF, Junior Mthombeni, over Rumble in da Jungle, een onconventioneel portret van Muhammad Ali tijdens zijn historisch gevecht tegen George Foreman in het toenmalige Zaïre van Mobutu Sese Seko.
SINCOLLECTIEF met Rumble in da Jungle >> Het essentiël

Ik herinner me niks anders dan de anti-apartheidsstrijd, van kleins af aan ben ik mee gaan betogen. Dat heeft me gevormd tot wie ik nu ben.

 

> Dit interview verscheen in Accenten

 

Op 13 juli 2014 stierf Nadine Gordimer, Zuid-Afrikaanse schrijfster, Nobelprijswinnares en politiek activiste. The Essential Gesture is een van haar meest invloedrijke essays, een veelzijdige analyse van het engagement, waarin ze vaststelt dat het werk van een schrijver - van een maker, bij uitbreiding – zijn fundamentele geste is als sociaal wezen, “the essential gesture by which he enters the brotherhood of man”.

Geen twee weken na de dood van Gordimer mag ik Maurice Sephunyane ‘Junior’ Mthombeni interviewen, naar aanleiding van Rumble in da Jungle, een totaalspektakel van SINCOLLECTIEF, een onconventioneel portret van Muhammad Ali tijdens zijn historisch gevecht tegen George Foreman in het toenmalige Zaïre van Mobutu Sese Seko.
Niet alleen die ‘essential gesture’ is een raakvlak tussen Mthombeni en Gordimer: de recente Zuid-Afrikaanse geschiedenis speelt voor beiden een rol van fundamenteel belang. Gordimer heeft meer dan eens haar bewondering geuit voor wie gestreden heeft, terwijl zij in alle eenzaamheid zat te schrijven. Meer dan eens sprak ze over hoe moeilijk het was om alleen te zitten schrijven, terwijl de strijders gevangen werden genomen, gefolterd werden of moesten vluchten uit de handen van de moordenaars van het apartheidsregime.

Mthombeni is opgegroeid met die strijd: “Ik ben geboren en getogen in Mechelen. Mijn vader is een Zuid-Afrikaanse verzetsstrijder die actief was bij het African National Congress (ANC). Hij heeft het land verlaten en werd als politiek vluchteling erkend in België, waar hij als spokesman fungeerde en de anti-apartheidsbeweging mee organiseerde, gaande van boycotacties tot gesprekken op scholen. In die tijd waren er zelfs pro-apartheidsorganisaties in België. De verandering van de publieke opinie heeft jaren geduurd. Het doet me denken aan de ontwikkelingen rond het conflict in Palestina: het heeft lang geduurd voordat men daarop verontwaardigd reageerde. Ik herinner me niks anders dan de anti-apartheidsstrijd, van kleins af aan ben ik mee gaan betogen. Dat heeft me gevormd tot wie ik nu ben.”

Zuid-Afrika was in ieder geval meer dan apartheid. En dat was ook te merken ten huize Mthombeni: “We hebben een café gehad, café Jambo. Daarna ook een cultureel centrum, de Berimbau, waar heel veel broeierigheid was. Veel grote jazzmuzikanten zijn bij ons geweest: Johnny Dyani, Dudu Pukwana, Julian Bahula, noem maar op. In hun muziek was er pijn en gemis van hun thuis. Een groot verdriet, het verdriet van de verbanneling. Muziek was hun houvast. Kunst en verzet, dat was mijn voedingsbodem, vandaar mijn passie.

Maar de strijd heeft ook te veel druk gezet op ons gezin, het heeft ons te veel tijd en energie en zelfs geld gekost. Bij het puberen heb ik me daar ook tegen afgezet. Ik heb de school verlaten, ik was even het noorden kwijt en heb minder gunstige kanten van onze samenleving van dichtbij gezien. Maar ik had een enorm rijke bagage gekregen van mijn contact met intellectuele, geëngageerde en artistieke kringen, dat hield me wakker”.


Een bijzonder parcours


“Ik heb mijn eerste optreden gegeven toen ik zes of zeven was”, herinnert Mthombeni zich. “Ik deed percussie en zang. Ik heb ook piano gespeeld, maar percussie was voor mij bijna een obsessie. Rond die tijd was regisseur Tone Brulin op zoek naar een muzikant voor een voorstelling. Zijn compagnie Tiedrie was een van de eerste in België om zwarten op een podium te zetten, in plaats van geschminkte acteurs. We spreken over de jaren tachtig: dat was toen revolutionair. In die tijd werd ons café meermaals aangevallen door de VMO, de Vlaamse Militanten Orde. Ook daardoor leefden we onder spanning. Ondertussen repeteerde ik van 7u ’s morgens tot 7u ’s avonds. Brulin is komen kijken en bleek in slaap te vallen terwijl ik speelde. Tot hij zijn ogen open deed en zei “ja, we gaan samenwerken”.

Ineens zat ik in de KNS, nu Het Toneelhuis, in een grote productie te werken. We reisden rond in Europa en vlogen naar Zuid-Afrika. Dat was mijn eerste keer: die grote ongelijkheid heb ik toen voor het eerst van dichtbij gezien. Blanken die met opwinding vertelden dat ik de eerste zwarte man was die bij hen ging slapen en zwarten die me een bedreigende blik gaven omdat ik naast blanken stond. It was a shock. En toch was het ook een soort thuiskomen in de township. Omdat je al die verhalen meedraagt.”

Maar dan werd Junior toch muzikant: “Ik heb heel veel muziektheater en jeugdtheater gedaan met onder andere Theatergezelschap Salibonani. Maar dan besliste ik voluit om voor de muziek te gaan. Jazzmuzikant Chris Joris kwam naar ons café toen hij nog kunstschilder was. We speelden vaak samen en zo ben ik mee in de muziek getrokken. Ik woonde toen in Antwerpen en leerde de scene kennen, zo ben ik samen met ska-band The Internationals beginnen spelen. Zoals wel vaker, deed ik ook mee aan andere projecten, zoals Obatalá, met Kobe Proesmans. Maar zelfs dan had ik het gevoel dat je niet alles met muziek kan vertellen. Dat er veel aan de hand is, dat je het begin van een verrechtsing in de lucht voelt en muziek alleen niet voldoet om jouw verhaal kwijt te kunnen. Daarom die sprong terug naar theater, naar zelf iets willen oprichten”.


‘Kinderen van dezen tijd’


“Art is on the side of the oppressed” schreef Gordimer, zich bewust van haar boutade. “Think before you shudder at the simplistic dictum and its heretical definition of the freedom of art”, voegde ze dan toe. “Kunst en verzet” in de woorden van Mthombeni, een tijdloze en vruchtbare combinatie. Dat geldt voor de Zuid-Afrikaanse strijd, maar ook voor de jonge, rebelse jaren van Muhammad Ali. De tijd van Wattstax, van de Black Panthers, van brother Malcolm, de Civil Rights movement en de Nation of Islam. Rumble in da Jungle is een studie van die tijdsgeest, een logische stap in het parcours van Junior Mthombeni.

De bel gaat, de boksers beginnen te vechten en het publiek stroomt binnen. De hele voorstelling is een gevecht. Jazzmen, hiphoppers, klassiek geschoolde muzikanten, slam poets en acteurs van zo veel mogelijk etnische en culturele achtergronden staan op het podium, in de ring. Een echte post-raciale bende. Een samenwerking tussen gelijkwaardige mensen die veel te lang een mislukte prioriteit is geweest voor alle cultuurcentra van ons land. Allemaal “kinderen van dezen tijd” zoals Elisabeth Severino Fernandes laat horen tijdens haar strijdlustig betoog.
Tijdens een passage over het bittere lot van de vluchtelingen, op de tonen van Stimela van Hugh Masekela, worden woorden vervangen door een trompetsolo van Angel Calvo Pérez, en dat is genoeg, want elke noot spreekt boekdelen over verdriet en machteloosheid. Net zoals de muzikanten van café Jambo ooit hun verdriet vertaald hebben in muziek en meer uit hun instrumenten haalden dan wiskunde.

“Daar ben ik, zowel in muziek als in theater, telkens naar op zoek”, vertelt Mthombeni met overtuiging. “Het meditatieve, de kracht van de herhaling, verder gaan dan de vorm. Tegenwoordig houden we te veel van afstand, van koele analyse, van de vorm. We zoeken de kunst in het ‘niet benoemen’. We hebben bijna schrik van het expliciete, we willen geen pamfletten maken, we willen geen opgestoken vinger. Maar kijk, we need it. Het moet scherper, we moeten daar een esthetiek voor vinden. Ik vrees dat de boodschap te vaak verloren gaat, want anders zouden de kunsten al lang voor verandering hebben gezorgd. Ik voel te vaak geen emotionaliteit als ik naar stukken kijk. En ik hou wel van die beleving.”

Vlaamse theatermakers en kunstenaars hebben zich lang bezig gehouden met abstractie. Gordimer schrijft dat in de tijd van de nouveau roman, schrijvers zoals Flaubert “went as far as it is possible to go from any societal demand”.
“Has God ever expressed an opinion?” was hun verantwoording. Kunstenaars probeerden komaf te maken met bestaande structuren, “to transform the world by style”. Maar die sociale transformatie, die poging tot een vernieuwde bewustwording, was niet genoeg voor slachtoffers van concretere drama’s zoals oorlog, ongelijkheid en armoede.


We zijn geen leger


Rumble in da Jungle telt een paar ongemakkelijke momenten. Verschillende aspecten van de persoonlijkheid van Ali, zoals zijn gemengde identiteit als Afrikaan en Amerikaan, zijn moslim-zijn of zijn alombekend egocentrisme worden in het stuk geïnterpreteerd door slam poets. Maar Ali was geen zachte, en dat levert heel confronterende momenten op: “We schieten hard, maar we try to include. We zijn geen leger. We gaan niemand bang maken, dat maakt deel uit van een bepaalde openheid: begrip hebben voor mensen die het moeilijker hebben om om te gaan met de evolutie van onze samenleving. Zolang er een openheid is, hoeft niemand zich aangevallen te voelen. Wat we zoeken is dialoog: we maken ruimte voor redelijkheid.”

Een terugkerend element in de stukken van SINCOLLECTIEF is de prominente plaats van emoties en expliciete aanklachten. “Langs een kant kennen we de DOs & DON’Ts. Langs de andere kant, we don’t care. Dan zijn er nog een paar dingen die we willen doorbreken: je kan Rumble in da Jungle zien als een opeenstapeling van clichés. Men ziet een djembe en Afrikaanse dans en denkt “tja, typisch”. NO! Als dat goed gedaan is, als dat professioneel gedaan is, is dat kunst. Het is niet pas als er een viool onder Afrikaanse dans steekt, dat je het op een ander niveau tilt. We doen daar niet aan mee. Het grijpt me, het is mooi, het is professioneel: het is kunst”.

In ons cultuurlandschap wordt er compulsief een onderscheid gemaakt tussen artistiek en sociaal-artistiek, tussen kunst en ambacht, professioneel en amateur, hoge en lage cultuur; velen willen nog sneller resultaten categoriseren wanneer etnische, contextuele of disciplinaire diversiteit aan bod komt. “Mensen die zo denken zitten vast in structuren die hen belemmeren om kunst te produceren en zelfs om kunst te beleven. Probeer je los te maken van al die kaders! Dat is heel belangrijk. Dan pas ontstaat een openheid. Ik ben een kind van vele subculturen”.

Zo ontstaat er nog een raakvlak tussen Mthombeni en Gordimer: ”It's absolutely fatal to your writing to think about how your work will be received. It's a betrayal of whatever talent you have", schreef ze ooit. In dat opzicht is de houding van Mthombeni niks anders dan respect voor zijn eigen talent en het talent van de hele crew van Rumble in da Jungle.


Een grootse onderneming


De voorstelling heeft in het kader van de Zomer van Antwerpen heel de maand juli gespeeld in de Antwerp Boxing Academy. Als je het gastenboek van de voorstelling doorbladert, lees je heel veel enthousiasme: “Ik ben heel blij met de reacties. Mensen ervaren een totale beleving en herkennen er de stad in. Er zijn ook mensen die het moeilijk hebben met de passage over moslimidentiteit. Het woord ‘moslim’ triggert angst omdat het bijna uitsluitend geassocieerd wordt met negatieve connotaties. Iemand op een podium zien staan die zegt moslim te zijn en er nog fier op is ook, gaat voor velen te ver. En dan vergeten ze dat het Ali is die op het podium staat”. Een pijnlijke herhaling van de geschiedenis, want Ali deed decennia geleden ook tenen krullen met niks meer dan de trotse verkondiging van zijn identiteit.

Rumble in da Jungle is een ambitieus project. Meer dan 20 artiesten die moeten worden gecoördineerd, de minutieuze choreografie van een concert, van muziek, tekst, dans en video. Naar alle normen is het een grootse onderneming: “De uitdaging was antwoorden op de vraag hoe je Muhammad Ali, zo’n fantastisch, inspirerend iemand, naar vandaag kan vertalen. Met een monoloog? Hoe vertaal je al die gelaagdheden rond de Rumble in the Jungle: gevecht, concert, Congo, islam, identiteit, angst? Het werd interessant te proberen antwoorden op de vraag “Hoe zit dat nu? Wat leeft er nu?”
Mensen hebben het moeilijk met een veranderende stad, met verrechtsing, met identiteit. Er zijn ook raakvlakken tussen de tijdsgeest van toen en wat we nu mee maken. En heel de beweging errond, de vele mensen die tot voor kort geen stem hadden, maar meer en meer zelfvertrouwen beginnen krijgen. Tegelijkertijd groeien armoede, racisme en ongelijkheid. We weten niet waar we zullen staan binnen tien jaar. Maar Ali predikte ook het psych yourself up, maak jezelf sterker.”

Tijdens Rumble in da Jungle is Junior MC, acteur, zanger, danser en muzikant, maar ook regisseur. En dat is geen uitzondering in het hedendaags theater. “Vroeger was er meer focus op de regisseur. Vandaag is elke speler een maker, daar schuilt ook gevaar in. In SINCOLLECTIEF (gezamenlijke naam voor het werk van Junior Mthombeni, Ikram Aoulad, Nadia Benabdessamad, Fikry El Azzouzi en Cynthia Schenkels) zijn er geen vaste rollen, we trekken elkaar regelmatig andere richtingen uit. We houden elkaar wakker. We spreken een structuur af, maar binnen die structuur is er veel vrijheid en vertrouwen, en bewondering voor de mensen met wie we samenwerken. Dat motiveert en leidt tot een beter resultaat.

Vandaag hou ik me bezig met verschillende rollen tegelijkertijd, maar dat kan veranderen in volgende projecten. Er zijn 10 à 15 stukken waaraan we willen werken. We hebben geen tekort aan inspiratie, aan verhalen die we willen vertellen. En het zijn verhalen die we moéten vertellen. Deze dringendheid typeert onze manier van werken, dat geldt voor Rumble in da Jungle. Ook voor Reizen Jihad, onze volgende stuk, over Syriëstrijders. Dat is onze contributie aan de maatschappij.”

Gordimer vraagt zich in haar essay af welke rol de ‘vrijheid’ speelt in de vorm die die fundamentele geste uiteindelijk zal aannemen. Ze erkent het recht van de maatschappij om engagement te eisen van de kunstenaar, maar ook het recht van de kunstenaar om trouw te blijven aan zijn artistieke visie. Het conflict ligt in het evenwicht tussen die twee verantwoordelijkheden. Geen eenvoudige klus, allicht.

Laten we het gebaar van Mthombeni begrijpen als een uitnodiging om niet stil te blijven, om ons te engageren in wat ons aanbelangt. Laten we die ‘ons’ op een zo breed mogelijke manier definiëren: makers, kijkers, schrijvers, lezers, journalisten, burgers, bestuurders, mensen, … Laten we die geste, dat engagement, ‘essentieel’ noemen. Onze verantwoordelijkheid nemen als sociale wezens, ten opzichte van onze medemensen. Laten we dan zien hoe ver we kunnen geraken.


SINCOLLECTIEF – Rumble in da jungle
zaterdag 15 november 2014
Sint-Niklaas, Stadsschouwburg
info en tickets: 03 778 33 66 en www.ccsint-niklaas.be



Junior Mthombeni is nog te gast met Amigos! (coproductie t,arsenaal en GEN2020) in de Stadsschouwburg van Sint-Niklaas op zondag 21 september 2014, 15u:
Amigos! (vanaf 6j) is een swingende zuiders theaterconcert. Acteurs en muzikanten vertellen vol energie en enthousiasme verhalen over vriendschap uit alle windstreken live op het podium. De veelkleurige groep muzikanten speelt de pannen van het dak. Groot en klein krijgen een zuiderse fiesta voorgeschoteld waarvan de aanstekelijke liedjes nog lang blijven hangen.

Amigos! = Feest!

Michael De Cock en Gerda Dendooven realiseerden samen met een tiental jonge schrijvers en illustratoren - de pennen en penselen van vandaag en morgen - het project Verre vrienden, een tot de verbeelding sprekend boek met verrassende verhalen en illustraties én een prachtige luister-cd. Na het boek met de cd is er nu het swingende theaterconcert Amigos!

Op woensdag 25 maart 2015, Stadsschouwburg Sint-Niklaas, 20u staat Junior Mthombeni samen met Ikram Aoulad in Troost, intrigerend muziektheater (jong geweld) van t,arsenaal en SINCOLLECTIEF
info en tickets: 03 778 33 66 en www.ccsint-niklaas.be