“Mosquito” is de naam die onbekenden in Colombia aan Mosquito gaven. Mosquito, voornaam van de auteur en deel van de titel van een autobiografisch boek, waarin Mosquito vertelt hoe ze als meisje van acht plots, uit het niets en zonder voorbereiding, uit Colombia werd weggerukt. Om nadien in 1978 in Nederland terecht te komen bij adoptieouders die een “6-jarige” hadden geadopteerd; tot de leeftijd van zes kon de adoptie nog net legaal.
Mosquito is niet de enige: in 1978 werden maar liefst 1211 adoptiekinderen uit 28 verschillende landen in een Nederlands adoptiegezin geplaatst waarvan er 151 uit Colombia afkomstig waren. Adoptie in de jaren zeventig stond gelijk aan onvoorbereide adoptieouders; onvoldoende begeleiding bij opvoeding; onzorgvuldigheid van adoptieorganisaties en naïef idealisme van zowel ouders als hulpverleners over de enorme opvoedingstaak bij een adoptie. Anno 2014 is er, gelukkig, meer realisme. Het lijkt bijna logisch dat ook Mosquito via een televisieprogramma als ‘KRO-Spoorloos’ haar biologische moeder tracht terug te vinden.
De relatie met haar adoptieouders kent een turbulent verloop. Naar mijn mening doordat haar adoptieouders (lees: haar adoptiemoeder) onvoldoende empathie toonden in de omgang met haar. Daarnaast waren sommige mensen in Mosquito’s omgeving niet altijd even dankbaar voor haar aanwezigheid:
Adoptiemoeder tegen Mosquito die als kind gepassioneerd was door dans:
“Nee, jij mag niet dansen, alle zwarten denken maar dat ze goed kunnen dansen.”
Adoptiemoeder tegen puberende Mosquito na een zoveelste woordenwisseling:
“Als je hier weg wilt, pak uw spullen en ga dan maar weg.”
Vriendin van Mosquito in een woedeaanval:
“Niemand moet je, zelf je eigen moeder heeft je weg gegeven.”
Gelukkig schrijft Mosquito in haar leven geregeld een nieuw hoofdstuk – letterlijk en figuurlijk. In elk hoofdstuk zijn fragmenten verwerkt die starten in de jaren 90 en afkomstig zijn uit Mosquito’s dagboek.
10-04-2001
“Vandaag bericht gekregen van een redacteur van Spoorloos: 23 april moet ik naar de studio en krijg ik te horen hoe het verhaal rond mijn biologische moeder in elkaar zit.”
In haar schrijfproces krijgt Mosquito begeleiding van René Hoksbergen, een emeritus hoogleraar adoptie. Hij beschrijft haar als een voorbeeld van iemand die ondanks een moeilijke jeugd er toch bovenop weet te komen.
Het boek lijkt me geschikt voor jongeren en jongvolwassenen. De schrijfstijl doet me niet meteen in zwijm vallen en roept een verre herinnering op aan boeken van Dirk Bracke die ik als 13-jarige las. Wel vind ik het jammer dat de website van René Hoksbergen onder de rubriek ‘boeken’ niet is geüpdatet en bijgevolg geen melding maakt van “Ze noemden mij Mosquito”.
Mosquito lijkt op de cover opgelucht haar koffer in zee te werpen. Ik veronderstel dat de meeste lezers een zekere mate van respect en bewondering voelen voor Mosquito. Want Mosquito is degene die erin slaagt zichzelf te blijven helpen en bij te sturen; ook als de zee, te pas en te onpas, woelig iets uit het verleden opwerpt.
Ik respecteer Mosquito, wetende dat zij obstakels krachtig overbrugt en haar leven meer ten volle kan gaan leven.