Het boek ‘Op het eerste gezicht’ kadert in een reeks tentoonstellingen over de mens in het Teylers Museum te Haarlem. De tentoonstelling ‘Op het eerste gezicht’ kwam tot stand in samenwerking met het Dr. Guislain museum uit Gent. Bert Sliggers, tot voor kort conservator in het Teylers museum, kan als geestelijke vader van dit boek zijn carrière in stijl afronden.
De neiging om te kunnen definiëren wie de ander is en in welke mate die persoon anders is, lijkt al sinds mensenheugenis te bestaan. ‘Hokjesdenken’ is daarvan een gevolg. Maar vragen we ons wel eens af waarom een bepaald hokje gekoppeld is aan een reeks gedachten, vooroordelen en stereotypen? “On est fait par les regards et les récits des autres.”, was één van de uitspraken van professor E. Namenwirth, die me altijd is bijgebleven. Ik gaf er de volgende betekenis aan: “Naargelang de manier waarop je omgeving jou bekijkt en over jou praat, gaat dat de manier waarop je naar jezelf kijkt beïnvloeden.” Dit boek bewijst dat het helpt om af en toe eens de volgende vragen te stellen: “Klopt het wel wat mijn omgeving over mij zegt?” “Heeft mijn omgeving een correct beeld van wie ik ben?” “Is de blik van mijn omgeving misschien niet zo helder (en vrij van vooroordelen) waardoor men zich automatisch al een beeld over mij heeft gevormd, zonder hierover zelfs twee keer na te denken?”
Spiegel van de ziel
Een eerste indruk wordt sterk bepaald door gezichtskenmerken, of we het nu willen of niet. Het gezicht is het eerste wat we van de ander te zien krijgen en waardoor we mensen van elkaar kunnen onderscheiden. Onze natuur ligt in differentiatie, maar dit staat lijnrecht tegenover de waarden die we via onze opvoeding meekrijgen. Hierin wordt ons aangeleerd dat we mensen niet enkel en alleen mogen afrekenen op basis van uiterlijke karakteristieken. Maar passen we dit ook altijd toe?
Eeuwenlang merkte de mens verschillen in taal, gedrag, handelswijzen en uiterlijk. Maar zolang de Bijbel voldoende gezag had, geloofde men in de eenheid van de menselijke soort. Alle mensen waren er dankzij Adam en Eva.
Langzamerhand groeide in de 19de eeuw echter de overtuiging dat er een grotere waarschijnlijkheid lag, in het afzonderlijk tot stand komen van ieder ras. Door het ontbreken van een verklaring voor uiterlijke verschillen, werden er aan deze uiterlijke verschillen ook kwaliteitsverschillen gekoppeld. Zo ontstond het idee dat rassen hiërarchisch te ordenen waren en bijgevolg was de voedingsbodem voor racisme gelegd. Een variant op dit denkpatroon is dat culturele waarden en materiële goederen, enkel en alleen op basis van biologische afkomst, toe behoren aan één ras. Verzet kwam er van de bekende Engelse filosoof John Stuart Mill die in 1848 opmerkte dat: “the most vulgar is that of attributing the diversities of conduct and character to inherent natural differences”.
Inhoudelijk is dit boek een zeer goede aankoop voor wie interesse heeft in antropologie, geschiedenis en cultuur en wil nagaan hoe de mens doorheen de tijd vooroordelen en stereotypen schept. Voor leerkrachten geschiedenis, godsdienst, wetenschap en zelfs vormingsmedewerkers is dit goed lesmateriaal.
“Op het eerste gezicht” pronkt nu vooraan in mijn vitrinekast. Degelijke achtergrondtekst en intrigerende afbeeldingen. Dat mag gezien worden!
Op het eerste gezicht. Het veronderstelde verband tussen uiterlijk en innerlijk.
Teksten: Patrick Allegaert, Annemie Cailliau, Jaap Cohen, Raf De Bont, Piet de Rooy, Yoon Hee Lamot, Bart Marius, Silvano Montaldo, Linda Roodenburg, Marjan Scharloo, Bert Sliggers, Fenneke Sysling, Kaat Wils
Fotografie: Guido Suykens, Martijn Zegel
Lannoo
160 pg’s.