Wie ooit dienstecheques gebruikte,heeft het misschien zelf al meegemaakt: uw dienstenchequebedrijf vraagtonomwonden of de poetsvrouw van buitenlandse origine mag zijn. EenVRT-reportage van Koppen toonde donderdag dat discriminatie in deze sectorwijdverbreid is. In 2011 bracht Idea Consult dit eerder al in kaart. 47 procent van de dienstenbedrijven krijgt met de regelmaat van de klok de vraag vanklanten om vooral geen ‘allochtonen’ te sturen.19 procent van debevraagde Vlaamse klanten geeft zonder verpinken toe niets van ‘allochtonen’te willen weten. Uiteraard is het strafbaar als dienstverlener in te gaan opvragen tot discriminatie. Toch gebeurt het massaal. En erger. Koppen toont dat bedrijven het zelf vaak ook voorstellen aan de klant. Op die manier voeden ze de racistische vooroordelen en zetten ze aan tot discriminatie. En misschienwel allerergst: de discriminatie in de gesubsidieerde dienstenchequesectorgebeurt op kosten van de belastingbetaler.
Knievalvoor discriminatie
Discriminatie op vraag van de klant is niet eigen aan de dienstenchequesector. Het is ook schering eninslag in interimbureau’s, in de immobiliënsector… Zelfs de VDAB krijgt regelmatig discriminerende vragen van werkgevers. Dat poets- en strijkdiensten het niet altijd even nauw nemen met de wet tegen discriminatieis misschien niet verassend. Deze jonge sector kende de laatste jaren een boomen telt heel wat cowboys. Maar toch: de knieval voor de vraag tot discriminatiegebeurt hier op een schaal die niemand onberoerd kan laten.
In weerwil van wat de Randstad-vertegenwoordiger in de reportage lietuitschijnen, is het niet enkel een fenomeen van kleine bedrijfjes. De klant diegeen etnisch-culturele minderheden wilt, richt zich minder snel tot depoetsdiensten en strijkateliers van OCMW’s en PWA-kantoren – blijktuit onderzoek. Private dienstenchequebedrijven, vzw’s en interimkantorenkrijgen in verhouding meer discriminerende vragen. En ook grote interimkantorengaan daar maar al te vaak op in. Ondanks allerlei ronkende anti-discriminatie-verklaringen,gedragscodes en zelfreguleringsystemen. Eén op drie consulenten vaninterimkantoren gaat nog steeds vlot in op een telefonische vraag van eenmystery shopper om toch vooral geen “allochtonen” te sturen. En vanalle dienstenchequeondernemingen is de winstmarge van de interimkantoren demooiste.
De sector heeft nochtansde naam om werkverschaffer te zijn voor vrouwen met een migratieachtergrond.Dat klopt maar ten dele. De instroom van ‘allochtonen’ indienstencheques via de VDAB lag in 2010 zelfs onder het gemiddelde van deandere sectoren. IDEA Consult stelde vast dat de ‘allochtone’werknemers vooral EU- burgers zijn: vooral Polen (7,5%) en verder Roemenen,Portugezen en Bulgaren. Nog geen 1,1% van de werknemers heeft de Marokkaansenationaliteit, 0,6% de Congolese, slechts 0,2% is Turk. Bovendien vindt je deetnische minderheden vaker terug in de strijkateliers dan in de poetsdienstenaan huis. Ook binnen de sector bestaat er dus een zekere segregatie.
U betaalt mee
Maar wat discriminatie inde dienstencheques vooral bijzonder maakt, is dat ze gebeurt op kosten van debelastingbetaler. Professor Pacolet becijferde dat deze sector voor 75% draaitop overheidssubsidies. Terwijl de klant slechts 7,5 euro betaalt per uur, legtde overheid daar 13,3 euro uit de schatkist bovenop voor de werkgevers. Teldaar nog de fiscale aftrek van 2,25 euro bij voor de klant die de chequesbestelt. Het hele systeem kost de overheid jaarlijks meer dan 1,5 miljard euro.
Het is nu of nooit om inte grijpen: de dienstencheques zitten mee in het pakket van destaatshervorming. Binnenkort sluit ook de Vlaamse overheid opnieuw eenconvenant af met deze sector. De federale regering heeft aangekondigd dat zeeen aantal maatregelen zal nemen om fraude in de sector van de dienstenchequebedrijvenbeter te kunnen opsporen. Ze hoopt dat dit 9 miljoen euro zal opbrengen. Ookeen kordate aanpak van discriminatie kan een besparing opleveren. Als desociale wantoestanden worden aangepakt, mag ook het probleem van dediscriminatie niet ontbreken.
Dan moet de overheid wel eindelijk de moed hebben om van discriminatieeen punt te maken.
Ze kan verplichte vorming eisen rond de omgang met ongeoorloofde vragenvan klanten. En gedragscodes mét meldingsplicht voor al wie over de schreefgaat. Maar vooral zal ze de politieke moed moeten opbrengen omdiscriminatieclausules op te nemen in de erkenning vandienstenchequeondernemingen. Wie zich niet aan de anti-discriminatiewetgevinghoudt, kan geen overheidssubsidies krijgen en verliest zijn erkenning. Wettenuitschrijven heeft immers geen zin als je er geen handhavingsbeleid aankoppelt. Van de BOB –campagnes weten we dat een grotere pakkans weldegelijk invloed heeft op het gedrag. Inspectiediensten moeten dus meer enbetere controles uitvoeren. Dat geldt des te meer voor een sector die voor driekwart draait op geld van de belastingbetaler.
Naima Charkaoui, directeurMinderhedenforum
Nele Spaas, beleidsmedewerkerTewerkstelling