Tariq Ramadan en de (on)zin van identiteit

Tariq Ramadan, een islamexpert en bruggenbouwer die bekend staat om zijn filosofie van het pluralisme, geeft te kennen hoe we naar ‘identiteit’ van moslims in het Westen dienen te kijken.
Tariq Ramadan en de (on)zin van identiteit
 

We passen de wereld aan aan ons brein en goochelen met clichés om een mentale greep te krijgen op de wereld. In de meeste gevallen volstaat het om een paar stereotypen op te sommen om alles en iedereen te kunnen plaatsen. We reduceren waarheden tot simplificaties die de werkelijkheid niet toekomen. De 21ste eeuw lijkt zich voornamelijk te kenmerken door het voortdurende identiteitsdebat. Meer dan ooit voelen we de drang om onszelf en onze leefomgeving te benoemen. Recentelijk is het debat verschoven van politiek en economisch, naar eentje van culturele en religieuze aard. Met de komst van de immigranten, in het bijzonder de Marokkanen en Turken, en de duidelijke zichtbaarheid van de islam rondom ons heen, lijkt het noodzakelijk om de westerse cultuur te herdefiniëren. Zo impliceert een actieve wijze van het identiteitsbesef ook het besef van het ‘anders zijn’. Hoewel we allen een identiteit bezitten spelen de Marokkaanse en Turkse moslims in Vlaanderen niet alleen een andere rol in dit debat maar zijn zij bovendien op veel frequentere wijze het onderwerp van deze discussies. In het kader van 50 jaar migratie wordt er wederom uitvoerig over gereflecteerd. Zo geeft ook Tariq Ramadan, een islamexpert en bruggenbouwer die bekend staat om zijn filosofie van het pluralisme, te kennen hoe we naar ‘identiteit’ van moslims in het Westen dienen te kijken.

Migratiestroom

Alvorens ons toe te spitsten op het discours van Tariq Ramadan is het essentieel om het migratiefenomeen in Europa, dat een merkwaardige logica kent, in kaart te brengen. Met een blik op het verleden zagen we dat Europa steeds groter werd en werkkrachten nodig had om zich economisch te versterken. De culturele homogeniteit kwam in het gedrang door migratiestromingen. We kunnen stellen dat de economische noden van toen, die nodig waren om aan het huidige Europa te bouwen, nu in tegenstrijd zijn met het verlangen naar een culturele eenheid vandaag. Het ontstaan van komende generaties ‘migranten’ is een onomkeerbaar feit. Daar waar de eerste generatie migreerde voor een beter bestaan als arbeidskracht, waarop het huidige Europa gefundeerd is, werd een tweede en derde generatie hier geboren.

Europese islam

Volgens Ramadan is de Europese islam een feit. Moslims in het Westen worden vooral gevoed door de stof die hier voorhanden is. Verder meent hij dat burgerschap voor Europese moslims geen zaak van integratie is maar eentje van participatie aan de samenleving. Zijn centraal uitgangspunt is dat identiteiten dynamisch zijn en dat de islamitische waarden perfect te verzoenen zijn met de Westerse waarden, wat samenleven mogelijk maakt. "Ik ben Europeaan door mijn culturele achtergrond, moslim door mijn religieuze afkomst en Zwitser door mijn nationaliteit." Met deze bekende uitspraak wijst Ramadan op het dynamisch aspect van identiteit. Hij legt de focus voornamelijk op de gemeenschappelijke universele waarden, omdat volgens hem deze de basis vormen voor een geslaagde dialoog. Het pluralistisch denken van Tariq Ramadan, met name de notie van het naast elkaar bestaan van verschillende culturele en sociale groepen in een samenleving, is een norm die we volgens hem dienen aan te nemen omdat de realiteit er ons toe dwingt. Hij houdt een betoog over de Europese realiteit waarbij de economische behoeften voorop worden gesteld met als gevolg dat de socio-culturele belangen verwaarloosd worden. Volgens hem bestaat het politiek beleid er vooral in om de economische belangen te verdedigen. Principes kennen in de realiteit enkel waarde omwille van de economische ondertoon, en daar dienen we van af te stappen, meent hij.

Ramadan pleit eveneens voor een confrontatie die Europa dient aan te gaan met zichzelf en niet zozeer met haar burgers. De erkenning van diens diversiteit is immers nodig om samenleven effectief te maken. Het is aan de academici en intellectuelen, zegt hij, om door wetenschappelijke studies te erkennen dat moslims wel degelijk hebben bijgedragen aan Europa en de verrijking van het Westen. Enkele namen van grote Moslimdenkers die het Europa van nu hebben bepaald laat hij niet onvermeld, namelijk: al-Kindî, al-Farabî, Ibn Sîna, ash-Shâtibî, Ibn Khaldûn. Met deze erkenning, vertelt hij, kunnen moslims aantonen dat ook hun religie heeft bijgedragen aan de gedeelde Europese waarden.

Open dialoog

We zijn vandaag allen getuigen van een heuse heractivatie en herdefiniëring van het identiteitsbesef. De aanwezigheid van nieuwe moslimburgers, de effecten van globalisering, demografische grensoverschrijdende trends etc. hebben voor een zeker angstgevoel gezorgd. Volgens Ramadan maken politici hier ook gretig gebruik van. Hij waarschuwt voor de laksheid van het sociaal politiek beleid dat populistische theorieën naar voren schuift. Problemen zoals armoede, woonbeleid etc. mogen zich niet beperken tot moslims alleen maar gaan iedereen aan, het is immers door dit denken dat men vaak denkt dat problemen niet politiek maar religieus van aard zijn. Hij pleit meermaals voor projecten die burgers samenbrengen met dezelfde waarden en distantieert zich volledig van classificatie in ‘nationale’ of al dan niet geïntegreerde burgers of gegoede moslims. Hij roept daarom op tot een open dialoog, volgens hem tevens ook de enigste manier om tot degelijke argumenten te komen die de kern van het probleem takelen. Het is vooral op lange termijn dat dit zal resulteren in een effectief beleid.

Gevaar van het pluralisme

Doch lijkt in de kern van het pluralisme het grootse gevaar het verlies van menselijke waarden en een overdreven verlangen naar het behoud van een historische identiteit. Ook de gemediatiseerde historiciteit, het beeld dat wij hebben van het verleden dat mede gevoed en vormgegeven wordt door het beeld dat de media hierover verspreiden, speelt een rol in hoe stereotypering ervaren wordt. Het is op basis van die angst dat men elkaar wenst te benoemen en tegelijk vreest zijn identiteit te verliezen in de stroom van diversiteit met een racistisch discours als gevolg. De angst voor een cultureel pluralisme is volgens Ramadan misplaatst en zou enkel leiden naar negatief denkspiraal waar simplistische stellingen de overhand nemen: wie niet in het plaatsje past wordt makkelijk uitgesloten.

Kritiek

We kunnen echter stellen dat de vraag naar identiteit de vraag is naar het definiëren van jezelf in een universele vorm. Het is geen makkelijke vraag omdat het een cultuur en de psyche van de mens bevraagd. Het is een vraag van subjectieve aard. Hiermee wordt het abstract niveau van het denken van Tariq Ramadan duidelijk. Net zoals de filosoof Hegel waarschuwt ook Tariq Ramadan voor het simplistisch denken, beiden hebben ze gemeenschappelijk dat ze pleiten voor het abstract denken, omdat alleen dat zou leiden naar praktische toepassingen op lange termijn. Tegelijk wordt Ramadan hier ook op bekritiseerd omdat zijn discours te idealistisch zou zijn en enkel de moslims in gegoede groepen zou toespreken, moslims die succesvol zijn en die geen problemen hebben met hun religiebeleving op het werk. Kortom wordt de notie dat de islamitische basisbeginselen hetzelfde zijn als de principes in de westerse cultuur vurig bekritiseerd omwille van de verschillende invullingen die aan deze beginselen in de praktijk worden gegeven.

Hoewel Tariq Ramadan vaak de kritiek krijgt ‘racisme’ te negeren, lijkt hij dit te weerleggen door in zijn werk te focussen op machtsverhoudingen. “Wanneer je economisch minder macht hebt ondervind je meer discriminatie”, stelt hij. Hiermee doelt Ramadan nogmaals op het identiteitsdebat als een afgeleide van de economische belangen. Een idealistische visie van identiteit zou hij dan hiermee zogenaamd weerleggen.

Kortom, we kunnen hieruit concluderen dat hoewel de theorieën van Ramadan een wereldwijd bereik hebben, de bijdrage vooral op intellectueel niveau gezocht moet worden. Zijn filosofisch discours impliceert daarnaast ook eerder ‘het ethisch universele’ dat eigen is aan de mens wat meestal een synoniem is voor het idealistisch denken. Jezelf benoemen is voor een groot aantal mensen jezelf beperken in alle opzichten. Een mooier alternatief is dat van een wereldburger, het idee van niet kiezen gelijk is aan niets verliezen. Een privilege waar velen van dromen…