Ik walg van dat hokjesdenken. Of je nu homo of hetero bent, man of vrouw, vrijzinnig of moslim, dat maakt op zich niet uit.
De voorbije maanden heeft het geweld tegen holebi's onze samenleving niet onberoerd gelaten. Dat deze negatieve en zorgwekkende tendens aangepakt moet worden, staat buiten kijf.
Jan Roegiers, Vlaams parlementslid voor de SP.A, stelde daarom een open brief op en wil daarmee samen met 40 ondertekenaars een duidelijk signaal zenden naar overheid en samenleving. Bepaalde passages in de open brief roepen echter vraagtekens op en vragen om uitleg.
Kif Kif: Kan je omschrijven hoe het was toen je de eerste keer uit de kast kwam?
Jan Roegiers: Moeilijk. Heel moeilijk. Ik heb er behoorlijk lang over gedaan. Dat had vooral te maken met het feit dat ik in mijn directe omgeving geen rolmodellen had. Er was zelfs niemand in de wijde omgeving waartoe ik mij kon wenden.
Op school waren er geen homoseksuele jongens. Dat dacht ik althans. Achteraf bleek dat er toch 3 zaten. Maar niemand kwam er op dat moment openlijk voor uit. Het ontbreken van een rolmodel was voor mijn leeftijdsgenoten eveneens een niet onbelangrijke factor.
Kif Kif: Het was dus in die tijd allesbehalve evident.
Jan Roegiers: Inderdaad.
Kif Kif: Hoe kwam het nieuws thuis aan?
Jan Roegiers: Het is geen gemakkelijk verhaal geweest.
Kif Kif: Hoezo?
Jan Roegiers: Mijn vader kon dat in het begin moeilijk aanvaarden. Mijn moeder daarentegen stond er voor open, en voor mijn broers was dat helemaal geen probleem. Toen ik verhuisde, hebben mijn moeder en broers veel aan elkaar gehad.
Kif Kif: Denk je dat het nu gemakkelijker is voor iemand om zich te outen?
Jan Roegiers: Hier moeten we een onderscheid maken, zij het dat ik het niet graag doe. Als je naar de bevolkingspopulatie op nationaal niveau kijkt, dan is er een grote groep mensen die er geen problemen mee heeft terwijl het voor een kleinere groep moeilijker ligt. Dan heb ik het voornamelijk over jongeren van allochtone origine of jongeren met een moslimachtergrond.
Kif Kif: Heb je ooit in de politiek een negatieve ervaring gehad of werd je eens scheef bekeken omwille van je seksuele geaardheid?
Jan Roegiers: Absoluut. Zeker in het begin. Je moet weten dat ik al 10 jaar tussenkom in het parlement op dit onderwerp. Ik heb daaromtrent talloze initiatieven genomen. In het begin was dit onderwerp voor extreem-rechts onbespreekbaar en meteen ook een reden om regelmatig in mijn richting te schimpen. Ik heb ook discussies gehad met Filip Dewinter en andere collega’s op plenaire zittingen. Er was een grote onverdraagzaamheid jegens mijn persoon. Gelukkig hebben vele politici die gevoeligheid niet.
Kif Kif: Het is dan toch tegenstrijdig als je ziet hoe het Vlaams Belang gaybashing gebruikt om allochtonen verder te criminaliseren terwijl ze niets van holebi’s moeten hebben?
Jan Roegiers: Even een nuance aanbrengen: het Vlaams Belang gebruikt dat niet, maar misbruikt dat. Wat wij daarentegen doen in de open brief is de zaken benoemen, maar niet op een stigmatiserende manier. Geen van de 40 ondertekenaars wilt meedoen in een verhaal van stigmatisering. We beseffen heel goed dat het om een kleine hardleerse minderheid gaat, maar desalniettemin moet je het bij naam durven noemen. Wij noemen het bij naam, het Vlaams Belang misbruikt het. Dat is een groot verschil.
Kif Kif: Het onveiligheidsgevoel moet toch vreselijk en verstikkend zijn voor holebi’s?
Jan Roegiers: Ja, maar ik wil het ook niet dramatiseren. Ik woon in een buurt waar er veel Belgen zijn met een buitenlandse achtergrond. Het is zeker niet zo dat ik constant rond mij moet kijken of ik een mot ga krijgen. Het gebeurt eerder in het weekend, wanneer mensen uitgaan. Dan is het wel verstikkend als je moet letten op hoe je praat, wat je doet of hoe je je gedraagt. Er zijn zelfs mensen die daardoor niet meer willen uitgaan.
DE CULTURALISERING VAN HOMOBASHING?
Kif Kif: Nadat 2 homo’s op de Oude Markt in Leuven werden aangevallen, hebben gemeenteraadsleden Stijn Bex (Groen) en Luk Bellens (N-VA) – zelf homo’s – een zware aanvaring gehad met burgemeester Louis Tobback. De 2 politici eisten dat de islamitische gemeenschap onmiddellijk aangesproken moest worden terwijl het onderzoek nog niet afgerond was. Schuldig tot het tegendeel bewezen is, wordt er dan gezegd. Wat vind je ervan?
Jan Roegiers: Dat is een moeilijke vraag. (denkt even na) Ikzelf had verwacht van het college dat ze op z’n minst een duidelijke stelling hadden ingenomen tegen geweld. Men had niet moeten zeggen van “We nemen geen standpunt in tegen allochtonen”.
Kif Kif: Maar de eis van de heren politici was dat één specifieke geloofsgemeenschap aangesproken moest worden. Dat kan toch niet anders dan stigmatiserend werken?!
Jan Roegiers: Kijk, wat wij gedaan hebben in de open brief is een standpunt innemen tegen geweld. Er wordt weliswaar over allochtone jongeren gesproken, maar we hebben het bewust niet over islamjongeren gehad. Want wat is een allochtoon? Een Amerikaan, Nederlander of Fransman is toch ook een allochtoon, niet alleen mensen van Magrebijnse afkomst. Dit enerzijds.
Anderzijds hebben we in de brief gezegd dat we de imams moeten aanspreken maar ook andere geestelijke leiders, want we weten evengoed dat andere godsdiensten zoals het jodendom en katholicisme niet bepaald positief staan tegenover homoseksualiteit.
Kif Kif: Je woorden zijn veel genuanceerder dan in de open brief. In de open brief gebruik je expliciet het woord imam, maar ik zie nergens priester of rabbijn staan.
Jan Roegiers: Waarom hebben we de term imam gebruikt en niet priester of rabbijn? Het heeft te maken met de structuren binnen die geloofsgemeenschap. In de islam heb je geen hiërarchische structuren en dat maakt het toegankelijker. Daarom hebben we de term imam gebruikt.
Kif Kif: Ik heb contact gehad met enkele verenigingen van allochtonen en moslims. Ze onderlijnen de strijd tegen homofobie, maar reageren verontwaardigd op wat ze noemen “de culturalisering van homobashing”. Zelfs Loutfi Belghmidi (programmamaker VRT en bekend van Triq Slama), Riadh Bahri (VRT-journalist) en Mustafa Kör (auteur en voormalige stadsdichter van Genk) hebben een open brief geschreven en klagen aan dat het huidige debat de diabolisering gewoon van de ene groep naar de andere verschuift: van “de homo” naar “de allochtoon”.
Jan Roegiers: Ik wil mij met de meest krachtige woorden distantiëren van islambashing of allochtonenbashing. Dit is iets waar ik in mijn politieke carrière altijd tegen heb verzet en waartegen ik me altijd zal blijven verzetten. Dit is het laatste wat ik wil.
HOMO-GERELATEERDE GEWELDSDELICTEN: BELEVING EN ONDERRAPPORTERING
Kif Kif: Onderzoekers aan de universiteit van Gent zeggen dat er vaak onterecht met de vinger wordt gewezen naar etnische, culturele of religieuze overtuiging als bron van homohaat. Ze noemen het letterlijk een hardnekkige mythe! Ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen beschikt niet over cijfers die op een correlatie wijzen tussen homobashing en etnische of religieuze afkomst. Hoe komt het volgens u dat die wetenschappelijke bevindingen niet overeenkomen met de ervaringen van vele holebi’s?
Jan Roegiers: Het is een vraag die ik samen met u stel en waarop ik geen antwoord heb. Er is inderdaad een tegenstelling tussen de wetenschappelijke rapporten en de beleving van heel wat holebi’s. Blijkbaar is het subjectief, maar bij mijn weten is homo-gerelateerd geweld vaak gelieerd aan jongens met buitenlandse roots.
Kif Kif: Nochtans zijn er geen statistieken die uw uitspraak hard kunnen maken.
Jan Roegiers: Dat is het grote probleem. Heel veel holebi’s geven geweld niet aan omdat ze denken dat er toch niets mee gebeurt, wat ik persoonlijk verkeerd vind. Anderen geven het wel aan, maar linken het niet aan hun geaardheid.
Waarom geven sommige holebi’s het niet aan? Je bent al getraumatiseerd door het geweld en dan moet je je bijna publiekelijk uiten tegenover een politieagent(e) die je helemaal niet kent.
Kif Kif: De drempel om aangifte te doen zou dus verlaagd moeten worden. Zou het geen goed idee zijn om in politiebureaus maatschappelijke werkers te zetten? Zij zouden via een persoonlijk gesprek een vertrouwenssfeer kunnen creëren en zo de drempel verlagen.
Jan Roegiers: Je brengt me op een idee. Het zou inderdaad geen slecht idee zijn mocht bijvoorbeeld Brussel op vrijdag –en zaterdagavond een maatschappelijke werker van wacht hebben of een politieagent(e) die zelf een holebi is. Bij een geweldsdelict kan die agent van wacht een verklaring afnemen. Maar ja, dan zit je weer met dat hokjesdenken dat we willen doorbreken.
Kif Kif: Vandaar de maatschappelijke werker. Die behoort niet tot het politiekorps en is neutraal.
Jan Roegiers: (Is even stil) Ik vind dat je idee eigenlijk één van de betere suggesties is die ik al zelf gehoord heb. Dit is een piste die we moeten onderzoeken. Ik ga met mijn medewerker bekijken of we daarrond een initiatief kunnen nemen.
Kif Kif: Terug naar die onderraportering. In welke mate kan die nefast zijn?
Jan Roegiers: Het is belangrijk om die feiten in statistieken op te nemen, anders blijft het probleem “onderberekend”.
Kif Kif: Zou een sensibiliseringscampagne niet helpen om holebi’s over te halen om toch aangifte te doen?
Jan Roegiers: We proberen dat. Ik heb minister Pascal Smet al 2 keer over deze problematiek geïnterpelleerd. De minister heeft een gesprek gehad met de korpschefs van Gent, Antwerpen en Brussel en met minister van Justitie Turtelboom. Hij plant ook een gesprek met minister van Binnenlandse Zaken Milquet om te kijken hoe we slachtoffers kunnen overtuigen om een homo-gerelateerd geweldsdelict effectief aan te geven.
HOMOBASHING: ALLOCHTONEN VERSUS AUTOCHTONEN
Kif Kif: In Nederland verweet men ook de allochtonen van homobashing. In opdracht van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken voerde het Nederlandse kennisinstituut MOVISIE een onderzoek uit. Daaruit bleek dat 86 % van de gaybashers van autochtone Nederlandse of onbekende afkomst zijn en 14 % van allochtone. Het Nederlandse antidiscriminatiebureau Aritkel 1 bevestigde deze trend. Onderzoek bij Vlaamse jongeren toont ook aan dat holebi’s niet openlijk aanvaard worden, maar eerder gedoogd en getolereerd worden.
Jan Roegiers: Nu maak je een heel grote nuance, in die zin dat de tolerantiegraad bij de autochtone jongeren erop achteruitgaat. Dat besef ik.
Kif Kif: Had dat niet in de open brief kunnen komen: dat er zowel bij de allochtone als autochtone bevolking een mentaliteitsprobleem is?
Jan Roegiers: Ik heb het gevoel dat de open brief een debat heeft losgeweekt, en om tot zo’n debat te komen moet je het probleem op scherp stellen om dan te komen tot een aantal besluiten. Daarom heb ik geen spijt van mijn open brief en de zaken die daarin staan.
Kif Kif: Je hoort nooit de media zeggen dat er een overval of verkrachting werd gepleegd door een autochtoon, terwijl criminaliteit en allochtoon in één adem worden genoemd. Sommigen zien dit als een rem op een eerlijke dialoog die gebaseerd is op gelijkwaardigheid.
Jan Roegiers: Het zou niet mogen zijn. We leven in een zeer diverse samenleving, en in die samenleving is iedereen gelijk aan elkaar. Uiteindelijk gaan we het sowieso samen moeten doen.
Kif Kif: Maar je vindt het wel spijtig dat de “allochtonen” zich door de open brief aangesproken voelen?
Jan Roegiers: Absoluut. Maar in de open brief van de mensen van allochtone origine distantiëren de ondertekenaars zich ook voor de volle 100 % van geweld in het algemeen en tegen homo’s in het bijzonder. Dit vind ik een heel belangrijke boodschap.
Kif Kif: Daar draait het toch eigenlijk om? Dat we samen élke vorm van geweld bestrijden: of het nu gericht is tegen holebi’s is, een bejaard koppel, autochtonen of allochtonen.
Jan Roegiers: Ik kan het niet beter samenvatten. (lacht)
Kif Kif: Heb je nog een laatste boodschap?
Jan Roegiers: Wat ik nog wil bepleiten is de wijze waarop we over elkaar spreken. Heel vaak duiden we mensen aan met iets dat negatief is: ’t is een homo of ’t is een Turk. Dat is iets wat ik niet meer wil tolereren. We maken allemaal deel uit van dezelfde samenleving.
Kif Kif: Geen hokjesdenken dus.
Jan Roegiers: Ik walg van dat hokjesdenken. Of je nu homo of hetero bent, man of vrouw, vrijzinnig of moslim, dat maakt op zich niet uit. We gaan samen deze samenleving vorm moeten geven. Laten we van onze verschillen een sterkte maken in plaats van een zwakte.