Verhalen van de kolonie

Kinderen van de kolonie is een noodzakelijke compilatie van moedige, ongelooflijk beheerste getuigenissen over onmetelijke gruwel. Over een onverwerkt verleden waarover dialoog nog altijd zo moeilijk blijft.

Om te beginnen: het persoonlijke verhaal, de anekdote, de ‘human interest’, zoals het in jargon wordt genoemd, is van onschatbare waarde. Het persoonlijke draagt een universele dimensie in zich die de macro schaal vaak niet kan vatten. In dat opzicht is de Canvas-reeks Kinderen van de kolonie verplichte kost. De reeks hanteert bij momenten een antropologisch register, maar de persoonlijke verhalen verzachten bijna helemaal die wetenschappelijke afstandelijkheid. Het is een noodzakelijke compilatie van moedige, ongelooflijk beheerste getuigenissen over onmetelijke gruwel. Over een onverwerkt verleden waarover dialoog nog altijd zo moeilijk blijft.

Het is ook van onmiskenbaar belang dat er in de reeks zo veel ruimte wordt gemaakt voor het Congolees perspectief. Bij wijze van referentie: amper acht jaar geleden vierden/herdachten we 50 jaar onafhankelijkheid van Congo. Een ongemakkelijke oefening, om het zacht uit te drukken. In het Antwerps Fotomuseum was er naar aanleiding daarvan een tentoonstelling van Carl De Keyzer. En in de meeste boekenwinkels waren er tafels vol boeken over Congo, allemaal vanuit het perspectief van de (ex-)kolonisator. Met titels gaande van Congo, een geschiedenis tot Congo, de schoonste tijd van ons leven. De dialoog over het koloniaal verleden gaat voor velen pijnlijk vaak niet verder dan de nostalgie voor de tijd toe ze ‘goden waren’. Voor nog meer mensen gaat het enkel over de oneerlijke vergelijking met het heden: zie, alles wat wij gedaan hebben, hebben zij verwaarloosd.

Men kan met niet minder dan argwaan beginnen kijken naar Kinderen van de kolonie. Vooral omdat, hoe waardevol het persoonlijke verhaal ook is, er nog altijd journalistieke duiding nodig is bij de schaal van de schade en de verantwoordelijkheid. Het opzet van Kinderen van de kolonie beperkt ons ook tot de verhalen van Belgisch Congo: de vreselijke 23 jaar Congo-Vrijstaat, “het terreurbewind van Leopold II”, die onmisbaar zijn om de rest van de Congolese geschiedenis te begrijpen, worden samengevat in welgeteld 2 minuten. Miljoenen doden worden verwoord als een “catastrofale bevolkingsdaling”. Een aspect van groot belang is ook de koloniale onderneming als een feest voor seksuele predatoren. De Franse krant Libération maakte daar veel ruimte voor in september dit jaar, in De Kinderen van de kolonie wordt dit echter ook in amper 2 minuten samengevat. Maar laten we naar de reeks kijken voor wat het is en niet voor wat het niet is.

Dat de openbare zender zich waagt aan een uitgebreide kijk naar het koloniale tijdperk heeft iets van een mea culpa. Weliswaar, na jaren dekoloniseringscampagnes die door activisten en door het middenveld werden gelanceerd, maar vooral naar aanleiding van de heropening van het AfricaMuseum in Tervuren. De reeks wordt vanuit alle hoeken met lof onthaald en maakt ruimte voor een constructieve dialoog over de stappen vooruit. Kinderen van de kolonie sensibiliseert het brede publiek over gevolgen die vandaag nog altijd tastbaar zijn, zowel hier als daar. Het is een waardevolle bijdrage om een gigantische lacune te vullen.

Het eerste dat duidelijk wordt in de reeks is hoe kort geleden dit allemaal plaats vond. Aan het woord komen mensen die een heldere, volwassen herinnering hebben aan de koloniale tijdperk. De frustrerende gedachte dat we zo’n dringend gesprek zo lang hebben uitgesteld is onvermijdelijk…

Elk detail roept even veel verontwaardiging op en ontkracht vele koloniale mythes. Zoals die van “alles wat de Belgen voor Congo hebben gedaan”, bijvoorbeeld. Want het werk dat gedaan werd, dat werd (gedwongen of niet) geleverd door de Congolezen. En werd betaald met Congolese belastingen. Het besef dat de Congolezen betaald hebben voor hun eigen kolonisatie tart alle verbeelding. Het vaak voorkomende beeld van gratis onderwijs en gratis gezondheidszorg waar Congolezen zogezegd van genoten hebben, is ronduit verkeerd: niks was gratis, ze hebben er rijkelijk voor betaald en toch zijn ze arm, ziek en ongeschoold gebleven. In Congo gaan werken was voor Belgen in ieder geval eerder een luxe-stage dan een opoffering of een humanitaire missie.

Zonder enige mogelijkheid van verzet voor de plaatselijke bevolking, kan er alleen met de grootste schaamte gesproken worden over “wat de Belgen voor Congo deden”. Zonder persvrijheid, syndicale noch politieke rechten, zonder vrijheid van beweging, gaat het over een bezetting, een dictatuur. Een apartheidssysteem met racistische toekenning van rechten dat nooit de bedoeling had om Congo zelfstandig te laten besturen.

Dat brave mensen met goede bedoelingen hebben meegedaan aan de koloniale onderneming, kan alleen mogelijk zijn geweest dankzij een grootschalige, racistische propaganda-campagne. De geschiedenis van een regio zo groot als West-Europa werd helemaal gewist. Brutale repressie met folteringen en verkrachtingen werd gemaskeerd. Onderdrukking van de eigen culturele uitdrukkingen. Slavernij. En altijd blijft in je achterhoofd de gedachte dat dit het mooie deel van het verhaal is, want we kunnen ons alleen maar inbeelden wat er in die 2 minuten over Congo-Vrijstaat allemaal werd samengevat. Dat mensen, van Herman de Croo (die onlangs in De Zevende Dag nog het argument hanteerde van hoe goed het toen was en hoe slecht het nu gaat) tot die Pukkelpop-idioot (die een racistisch liedje zong tijdens een concert van Kendrick Lamar), met iets anders dan diepe schaamte kunnen spreken over Congo, valt niet te begrijpen. Dat iemand nog wijst op de hedendaagse Congolese ellende alsof het hun schuld is en niet het gevolg van dat schandalig verleden, valt niet met woorden te vatten.

De plundering van Congo is niet ‘schuld’ van Herman De Croo noch van jongere Belgen die niet eens geboren waren toen Lumumba vermoord werd, maar een nederige erkenning van de asymmetrische erfenis van het koloniaal verleden is een minimum. En zelfs dat minimum halen we niet.

De waarde van Kinderen van de kolonie is dat het ons doet nadenken over de koloniale periode. Als we niet overgaan tot debat en tot een ernstige mentale wijziging, als we niet op zoek gaan naar redelijke vormen van reparatie, blijft het werk van deze reeks onvolledig.

Kinderen van de kolonie, een Canvas-reeks in zes afleveringen, te zien vanaf dinsdag 20 november 2018.

Bij wijze van aanvulling verzamelt Canvas verhalen van de kolonie, van vroeger en nu. Mensen kunnen een beeld en het bijhorend verhaal doorsturen, Canvas geeft deze een plaats op hun website en sociale media. Dit kan op http://www.canvas.be/verhalen-van-de-kolonie

De heropening van het AfricaMuseum in Tervuren is gepland voor 9 december 2018. Alle info: http://www.africamuseum.be

Op 10 december organiseert BOZAR in samenwerking met VRT-Canvas een debat met vicevoorzitter van de Vrouwenraad Tracy Bibo-Tansia, opiniemaakster Heleen Debeuckelaere, professor Idesbald Goddeeris, schrijfster en activiste Melat Nigussie en auteur David Van Reybrouck. Alle info: https://www.bozar.be/nl/activities/148586-kinderen-van-de-kolonie

Palimpsest, een documentaire van Matthias De Groof over de renovatie van het AfricaMuseum door de ogen van de Afrikaanse diaspora in België wordt op 5 december getoond in Cinema Zuid (Antwerpen) en op 9 december in BOZAR (Brussel).

Ce magnifique gâteau! Een stop-motion animatiefilm van Emma De Swaef en Marc James Roels, bezoekt op surrealistische wijze de koloniale periode. Vanaf 19 december in de bioscoop. Eerder in december te zien in BOZAR en tijdens het Internationale Kortfilmfestival Leuven.