Voorbij man en vrouw. Kruispuntdenken: van theorie naar praktijk | Studiedag Ella vzw| Voorwoord Yamila Idrissi

Ella organiseerde op dinsdag 10 december 2013 een studiedag over Kruispuntdenken: "Voorbij man en vrouw. Kruispuntdenken: van theorie naar praktijk". Yamila Idrissi, voormalig voorzitster van Ella, had de eer om die studiedag te openen. Lees hier haar openingsspeech.
Voorbij man en vrouw. Kruispuntdenken: van theorie naar

De confrontatie met stereotypen is behoorlijk afmattend. De kunst is om dat juk van je af te duwen, want het zijn anderen die je in die hoek plaatsen.

 

Ella organiseerde op dinsdag 10 december 2013 een studiedag over Kruispuntdenken: "Voorbij man en vrouw. Kruispuntdenken: van theorie naar praktijk". Yamila Idrissi had de eer om die studiedag te openen. Hieronder leest u haar speech.

 

Goeiemorgen iedereen,

Ik ben enorm blij en ontroerd dat ik jullie hier vandaag mag toespreken op deze studiedag. Wat velen onder jullie wellicht niet weten is dat Ella tot voor kort gekend was onder de naam “Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen”. In de jaren ’90, in het prille begin van mijn carrière, was ik voorzitster van dat Steunpunt. Dat was niet toevallig, vrouwen en vrouwenzaken hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in mijn leven.

Al van toen ik klein was, werd ik regelmatig geconfronteerd met stereotypen. Toen ik 12 jaar was, besloot ik om over te stappen naar het ASO-onderwijs. Het enige wat mijn directrice me toen wist te zeggen was het volgende: “maar Yamila, is dat wel een goed idee? Op je 18de zal je toch al getrouwd zijn, zou je niet beter ‘Snit en Naad’ volgen?” Ik volgde 1 jaar snit en naad en stapte daarna over naar het ASO. Na mijn secundair onderwijs ging ik rechten studeren. Nu ik als Vlaams parlementslid voor Brussel actief ben, kom ik nog altijd in aanraking met zo’n vooroordelen. Als het in een parlementaire commissie gaat over budgetten en ik neem het woord, voel ik de verwonderde blikken van mannelijke – en soms vrouwelijke - collega’s af en toe branden in mijn rug. Die confrontatie met stereotypen is behoorlijk afmattend. De kunst is om dat juk van je af te duwen, want het zijn anderen die je in die hoek plaatsen.

Op deze internationale dag van de mensenrechten past het dan ook om een ode te brengen aan de belangrijke mensenrechtenactiviste Rosa Parks. Zij heeft de loop van de geschiedenis veranderd door exact 58 jaren geleden haar plek in de bus niet af te staan aan een blanke passagier en door te luisteren naar wat naar haar gevoel onjuist was. Rosa Parks zei daarover het volgende: “Ik had geen plan, het was niet iets dat ik vooraf bedacht had. De buschauffeur kwam naar me toe en eiste dat ik opstond. Ik had geen zin om op zijn vraag in te gaan. Ik was moe na een hele dag hard werken.”

De studiedag van vandaag gaat over “Kruispuntdenken”. Als ik heel eerlijk mag zijn, ik vind het een moeilijke term. Tijdens de voorbereiding van mijn speech heb ik geprobeerd om de volledige betekenis van het woord te vatten en in heldere taal uit te leggen aan mensen met wie ik samenwerk. Het lukt me enkel als ik teruggrijp naar een voorbeeld. In 2006 schreef ik samen met journaliste Tessa Vermeiren het boek “Kif-Kif, aan de ander kent men zichzelf” waarin we allebei ons levensverhaal vertelden. Toen we het boek schreven, merkten we dat we veel met elkaar gemeen hadden vanuit onze sociaaleconomische achtergrond. We waren allebei opgegroeid in kansarme wijken, in een kansarm gezin. We waren allebei arbeiderskinderen. We waren ook allebei inwijkelingen, mijn ouders kwamen uit Marokko, de ouders van Tessa kwamen ook van buiten de streek waar ze toen woonde. Dus, wat op het eerste zicht leek alsof we weinig met elkaar gemeen hadden, bleek onjuist. Het feit dat we allebei vrouwen zijn, heeft daar weinig mee te maken. Wel hoe we beiden in armoede opgroeiden en elk op onze eigen manier een strijd voerden voor gelijke kansen, hoe we ons eigen leven opbouwden en eigen keuzes maakten.

De Libanese schrijfster en vrouwenactiviste Joumana Haddad verwoordt het heel toepasselijk: “Ik ben de vrouw die ik op dit moment niet ben, alle dingen die ik gisteren was, die ik morgen zal zijn, en die mij vormen, ontvormen, hervormen.”

Los van dit persoonlijk verhaal, stel ik voor dat we even kijken naar de objectieve cijfers:

- 74,2% van de actieve bevolking van Belgische origine heeft werk, terwijl bij verschillende andere groepen de werkgelegenheidsgraad rond de 40% ligt: juist boven de 40 voor personen afkomstig uit kandidaat-lidstaten, de Maghreb en Azië, en juist onder 40% bij personen afkomstig uit andere Europese landen en uit andere Afrikaanse landen.

- 5,9% van de personen van Belgische origine is werkloos, terwijl 25% van de personen afkomstig uit kandidaat-lidstaten en de Maghreb werkloos is.

- 45% van de Vlamingen wil in een buurt wonen met alleen personen van Belgische herkomst. Ze bedoelen daarmee: andere witte Belgen.

- 65% van de werknemers is slachtoffer van impliciete of verdoken homofobie, voornamelijk onder de vorm van geruchten, zinspelingen en spot.

Ik kan jullie evengoed dramatische cijfers geven over de verschillen in tewerkstelling tussen mensen met of zonder een handicap, tussen 55-plussers en 25 tot 54jarigen, enz.

Met andere woorden, we stellen maatschappelijke verschillen vast op zowel het individuele niveau, als op het structurele en symbolische niveau en dit niet alleen tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen ‘oude’ Vlamingen en ‘nieuwe Vlamingen’, tussen lager en hoger opgeleiden, tussen hetero’s en holebi’s, ….

Het gelijkekansenbeleid startte in 1995 met als ambitie gelijke kansen te realiseren voor vrouwen, holebi’s, personen met een handicap en voor personen die toen nog als “allochtonen” werden benoemd. Het gelijkekansenbeleid had toen een duidelijke ‘doelgroepbenadering’. Nadeel van deze doelgroepbenadering is dat er automatisch in binaire categorieën wordt gedacht: men is of man, of vrouw, of autochtoon, of allochtoon,… De overlap tussen groepen wordt dan al snel een blinde vlek. Ook het sociale en dus veranderlijke karakter van deze opdeling verdwijnt met zo’n doelgroepbenadering naar de achtergrond.

Minister Pascal Smet heeft sinds de start van deze legislatuur dat binaire karakter willen doorbreken in enkele thema’s van het gelijkekansenbeleid:

Zo wordt er sinds 2009 niet meer gewerkt aan een vrouw-manbeleid, maar wel aan een genderbeleid. Vrouwen en mannen verschillen van elkaar op twee manieren: fysiek en sociaal. De fysieke verschillen noemen we sekse, de sociale verschillen gender. Gender is een sociale constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Een constructie die we allemaal kunnen veranderen, op voorwaarde natuurlijk dat we er ons van bewust zijn, en dat we aansluitend een ‘genderklik’ maken. Ik wil jullie trouwens allemaal warm aanbevelen om de website www.genderklik.be te bezoeken.

Eenzelfde paradigmashift heeft de minister binnengebracht in een ander thema van het gelijke kansen beleid. Integrale toegankelijkheid is vandaag niet langer iets dat enkel mensen met een handicap dient, maar is het een reflex die gemaakt wordt bij alle mensen: oudere mensen, mensen die hun been hebben gebroken, ouders met een kinderwagen, iedereen heeft immers baat bij een integrale toegankelijkheid.

Ook wat betreft “etniciteit’ willen het binaire denken doorbreken. Het is de sociale constructie van afkomst als basis voor een gemeenschap/groep. Deze afkomst kan geworteld zijn in historische, territoriale, culturele of uiterlijke kenmerken. Het is dan ook niet toevallig dat net tijdens deze legislatuur het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen is uitgegroeid tot ‘Ella, kenniscentrum gender en etniciteit’.

Daarom is de studiedag die Ella vandaag organiseert broodnodig. Mensen zijn meer dan een kenmerk dat ze delen met andere mensen.

Ik wil graag afsluiten met een uitspraak van het Pakistaanse meisje Malala Yousafzai die onlangs de Sarachovprijs won, de belangrijkste mensenrechtenprijs van Europa. De prijs bekroont de strijd die ze voert voor onderwijs voor meisjes. Malala zei ooit “I raise my voice not so that I can shout, but so that those without a voice can be heard”. “Ik verhef mijn stem, niet om te roepen. Maar zodat diegene die geen stem hebben, eindelijk gehoord kunnen worden.”

Dit geldt ook voor Professor Gloria Wekker die hier straks aan het woord komt, voor de mensen die op haar betoog zullen reageren en voor de verschillende sprekers van de workshops deze namiddag. Ik wens jullie een heel inspirerende dag toe!

Maar ik zou in al mijn vrouwelijke enthousiasme nog iets vergeten te zeggen: vergeet de mannen niet. We hebben de mannen nodig om samen met ons in opstand te komen. Dit gaat over mensen. Als mannen niet betrokken worden, gaan we nooit zover geraken als we willen.

Ik dank u voor uw aandacht.  

 

>>> Ella en Kif Kif werken samen aan een vormingstraject rond Gender & Diversiteit. De resultaten van dit traject zullen in het dossier Gender & Diversiteit te vinden zijn.