Waarom is racismebestrijding geen prioriteit?

Voor de derde maal op zeer korte tijd komt een internationale instantie uit met een rapport over de structurele aanwezigheid van racisme in de Belgische samenleving. In elke zichzelf respecterende democratie zou zo’n terechtwijzing gezien worden als een blamage.
 Waarom is racismebestrijding geen prioriteit?

In het ENAR-rapport wordt gewag gemaakt van structureel racisme in haast alle onderdelen van de samenleving, zijnde: arbeidsmarkt, het onderwijs, justitie, huisvesting en de media

 

Voor de derde maal op zeer korte tijd komt een internationale instantie uit met een rapport over de structurele aanwezigheid van racisme in de Belgische samenleving. In elke zichzelf respecterende democratie zou zo’n terechtwijzing gezien worden als een blamage. Het zou een golf van verontwaardiging door het politieke landschap jagen. Politici die zich bij elke incident met allochtonen geroepen voelen om moord en brand te schreeuwen blijven nu akelig stil. Op enkele korte krantenartikels na wordt er in de media nauwelijks ruchtbaarheid aan gegeven.

Eind april publiceerde ENAR hun jaarlijks rapport. ENAR is een koepelorganisatie die meer dan 700 Europese organisaties telt die zich bezig houden met racismebestrijding. In het rapport wordt gewag gemaakt van structureel racisme in haast alle onderdelen van de samenleving, zijnde: arbeidsmarkt, het onderwijs, justitie, huisvesting en de media. De huidige economische crisis zou mee aan de oorzaak liggen van het stijgende aantal klachten over discriminatie op de werkvloer en in de uitzendsector.

Dezelfde punten keren terug in het ECRI-rapport over België. Het ECRI is een tak van de Raad van Europa dat onderzoek voert naar racisme en discriminatie in de EU-lidstaten. Segregatie in het onderwijs, hardnekkige discriminatie van Noord-Afrikanen, Afrikanen en Oost-Europeanen op de arbeidsmarkt en het falende integratiebeleid zijn wederkerende onderwerpen.

Nog deze week publiceerde Amnesty International, de bekende internationale mensenrechtenorganisatie, een nieuw rapport over de discriminatie van moslims in Europa. Uit het rapport moet blijken dat moslims in België, Nederland, Zwitserland, Frankrijk en Spanje steeds meer te maken krijgen met racisme. Vooral moslima’s die een hoofddoek dragen, ondervinden veel hinder. Denk maar aan het hoofddoekenverbod in Antwerpse scholen en openbare functies. Of denk maar aan de hetze naar aanleiding van de uitspraken van de CEO van Schoenen Torfs. Steeds vaker worden hoofddoeken in het publieke domein geweerd en moslima’s beperkt in hun bewegingsvrijheid.

Ondanks de rapporten van gezaghebbende internationale instanties en angstwekkende cijfers worden de meeste aanklachten van racisme zelden of nooit serieus genomen. Racismeklachten worden vaak onontvankelijk verklaard bij gebrek aan bewijzen. Maar hoe kun je zoiets complex als racisme aantonen? Eén manier is de praktijktest. Maar hier werd tot nu toe nooit enig draagvlak gevonden bij de politieke partijen. Onder meer NVA en Open VLD zijn fervente tegenstanders.

Toch mogen we niet blind blijven voor de discriminatie die allochtonen in België ondervinden. De feiten zijn reëel en de gevolgen zijn dramatisch voor de samenleving. Allochtonen voelen zich vaak gediscrimineerd in het onderwijs, ze worden sneller naar het beroepsonderwijs doorverwezen, hebben het moeilijker om aan een stageplaats te geraken, hebben de helft minder kans op een job dan hun autochtone medestudenten met een gelijkwaardig diploma.

Dat de klachten niet uit de lucht gegrepen zijn, zagen we al in de VOLT-reportages over discriminatie in de uitzendsector en bij bedrijven die gebruikmaken van dienstencheques. Helaas brengen dergelijke reportages weinig concrete maatregelen met zich mee, na enkele dagen gaat de storm liggen en wordt er verder niets mee gedaan. Wat er duidelijk op wijst dat racisme geen prioriteit is voor de federale en Vlaamse overheid. Het is blijkbaar gemakkelijker om de schuld bij het slachtoffer te leggen, dan daadwerkelijk deze problematiek aan te pakken.

Steevast worden klachten afgedaan met dezelfde platitudes en excuses. Hoge werkloosheidscijfers bij allochtonen? Ze hebben een slecht werkattitude. Problemen op de huisvestingsmarkt? Allochtonen zorgen voor overlast dus het is begrijpelijk dat verhuurders hun weigeren. Allochtonen presteren slecht in het secundair en hoger onderwijs? De ouders zijn niet genoeg betrokken en hebben een taalachterstand. Allochtonen worden systematisch geweigerd in het uitgaansleven? Allochtonen zetten de boel op stelten, uitbaters van horecazaken hebben het recht om hen te weigeren. Dit soort vooroordelen zijn gemakkelijk hanteerbaar en worden steeds ingezet om elke discussie meteen van tafel te vegen.

Men heeft geen oog voor het feit dat dergelijke praktijken de samenleving ontwrichten. Elke burger heeft recht op een menswaardig bestaan en gelijke rechten. Het word hoog tijd dat deze problemen worden erkend en dat de overheid effectieve maatregelen neemt om minderheden te beschermen tegen elke vorm van discriminatie.