Amnesie van pedagogische principes

Als er één instelling is waarvan we verwachten dat ze niet te kort door de bocht gaat dan is het wel het onderwijs. We verwachten terecht dat de school ons kind alle mogelijke kansen en individuele aandacht geeft, zegt Niels de Rudder.
Amnesie van pedagogische principes

Het is de bedoeling dat de kinderen op school onder andere leren hoe ze zich weerbaar moeten opstellen. Dat ze het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties leren erkennen. Dat ze vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik kunnen doorprikken.

 

Als er één instelling is waarvan we verwachten dat ze niet te kort door de bocht gaat dan is het wel het onderwijs. We verwachten terecht dat de school ons kind alle mogelijke kansen en individuele aandacht geeft.  Kan zoon of dochter even het tempo niet volgen dan zal de leerkracht differentiëren, remediëren en compenseren zodat het peloton steeds op een overbrugbare afstand blijft en bijgebeend kan worden. Met het M-decreet in aantocht zullen nog meer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften terecht kunnen in het gewoon onderwijs.

Meer dan ooit zal het onderwijs zijn maatschappelijke functie opnemen en kinderen die het wat moeilijker hebben en ook zij die in de puberjaren een erg moeilijke zoektocht naar identiteit kennen, niet zomaar overboord gooien. De school is dus geen plaats meer waar enkel kennis wordt overgedragen maar waar de totale mens tot zijn ontwikkeling kan komen. Een leerlingbegeleiding op maat is daarbij onontbeerlijk.  De school zal een belangrijke rol opnemen in het streven naar een inclusieve samenleving waarin mensen die niet aan het 'ideaalbeeld' beantwoorden niet als wegwerpproduct gezien worden.

Zoals eerder gesteld zijn pubers op zoek naar een identiteit. Het vormen van een eigen mening hoort daarbij. Bij de ene loopt dat proces smoothly, bij de andere met veel vallen en opstaan. Sommigen zoeken zelfs hun hele leven lang naar wie ze werkelijk zijn.  En misschien moeten we niet zover zoeken om concrete voorbeelden aan te halen. Misschien heb je zelf wel een puber die eerst als gabber op een zware beat doorheen het huis hackte en even later als rocker op het geluid van loeiharde gitaren in de zetel zat te headbangen om nu godbetert een hele dag naar kerkliederen te luisteren.  En dan kom je er goedkoop vanaf.  Al menig ouder heeft slapeloze nachten achter de rug waarin ze enkel konden piekeren hoe het met kindlief zal aflopen. In een wel erg kort rokje en met diep gedecolleteerd topje achterop de booster van het liefje die niet aan jouw normen voldoet, zullen de moeders wel herkennen.  Zoonlief die uit het niets met arafatsjaal, t-shirt van Greenpeace en poster van Che Guevara op de kamer liet vaders hoofd tijdens de zondagsmis wat dieper tussen de knieën zakken.   

In de zoektocht naar identiteit zetten pubers zich vaak af tegen autoriteit en willen ze opvallen in de massa, al moet het door te choqueren. Dan zie je hen, dan hoor je hen, dan hebben ze het gevoel te bestaan. Uiteraard zijn er valkuilen. Het gebeurt dat experimenteel druggebruik evolueert naar problematisch, dat de gabber verzeild geraakt in extreemrechtse kringen en ja hoor dat de jongere wel erg foute dingen bekijkt op het internet of post op sociale mediaprofielen. Maar, en dat is te benadrukken, het gebeurt maar zelden dat een puber radicaal gedrag (eender welk) niet ontgroeit. Laten we niet vergeten dat de volksmond zegt dat met de jaren de wijsheid komt.

Volwassenen spelen daarin een belangrijke rol en vervullen die meestal voortreffelijk.  Ze blijven de dialoog aangaan waarin ze actief luisteren naar het kind (met de nadruk op kind!), ervaringen delen, bezorgdheden uiten en zelfs begrip opbrengen voor het gestelde gedrag zonder het te moeten  goedkeuren.  Volwassenen hebben geleerd dat onmiddellijk afstraffen van ongewenst of oppositioneel gedrag zelden het gewenste resultaat oplevert.  Eerst schieten en dan pas praten werkt in het omgaan met mensen nooit, dus ook niet met pubers.

Vandaag heerst een angstpsychose en lijken we inzake pedagogische principes aan amnesie te lijden.  Als zelfs een school opvoedkundige stappen overslaat en meteen de politie inschakelt om grensoverschrijdend gedrag te melden terwijl onderwijsmensen experts ter zake zijn om dat aan te pakken, kan er niet meer anders dan geconcludeerd worden dat de samenleving een acute paniekaanval kent. 

De school is immers de uitverkoren plaats waar kinderen kunnen uitgroeien tot kritisch denkende volwassenen. De leerkracht is met zijn arsenaal aan tools en vaardigheden de ideale gids om het kind te begeleiden in zijn zoektocht naar identiteit. 

Meer nog, het is de taak van de school om ontwikkelingsdoelen te bereiken. Het is de bedoeling dat de kinderen op school onder andere leren hoe ze zich weerbaar moeten opstellen. Dat ze het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties  leren erkennen. Dat ze vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik kunnen doorprikken. Dat leerlingen ontdekken dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid  en hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen. En, niet onbelangrijk, dat ze lessen trekken uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie en dat ze constructief omgaan met verschillen tussen mensen en levensopvattingen.

Misschien kan de leerkracht deze doelen, door zich open en begripsvol op te stellen, door actief te luisteren, door te praten of door lessen of projecten aan bepaalde  thema's te wijden, niet altijd bereiken. Maar één ding is zeker, de politie inschakelen is de laatste stap. Wanneer alle pedagogische middelen opgebruikt zijn.  Gelukkig heeft de school in Aalst dat even later ook ingezien.

 

Niels De Rudder is coördinator crisispermanentie in Buso type 3 en Aalstenaar.