Het steuncomité van de Union des Sans Papiers pour la Régularisation (USPR) bracht deze week een document met daarin een aantal regularisatiebeslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) naar buiten. De argumenten die DVZ daarin aanhaalt om regularisatie te weigeren, zijn in strijd met wat staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V), DVZ-directeur Freddy Roosemont en speciaal gezant van de regering Dirk Van den Bulck in de onderhandelingen aan de hongerstakers beloofden.
Hoewel van de onderhandelingen geen geschreven verslagen zijn, zijn de vier onderhandelaars stellig over wat er gezegd is tijdens de besprekingen met de administratie op 20 en 21 juli. Advocaten Alexis Deswaef en Marie-Pierre de Buisseret, woordvoerder van het Burgerplatform voor Overnachtingen Mehdi Kassou en priester Daniel Aillet van de Begijnhofkerk brachten deze week in een persbericht de inhoud van de onderhandelingen naar buiten, die tot dan toe vertrouwelijk waren.
“De beslissingen die op deze plaatsen worden genomen, zijn bijna uitsluitend gebaseerd op het vertrouwen en de bereidheid van iedereen om oplossingen te vinden in het algemeen belang”, aldus Mehdi Kassou. “Hier wordt het vertrouwen geschonden en worden honderden levens gebruikt voor politieke doeleinden.”
Integratie werd plots een misdaad
Een belangrijk criterium dat tijdens de onderhandelingen werd besproken als reden voor regularisatie, was de integratie in de Belgische samenleving. Tijdens de onderhandelingen gaf staatssecretaris Mahdi aan dat de hongerstakers die ‘reeds een aantal jaren in België wonen’, die ‘goed geïntegreerd zijn’ en ‘het bewijs kunnen leveren van die integratie’, ‘hun aanvraag moeten indienen en de staking moeten stoppen omdat ze zich in een situatie bevinden die zou kunnen leiden tot regularisatie.’ Ook Freddy Roosemont (DVZ) bevestigde dit, schrijven Deswaef, de Buisseret, Kassou en Aillet.
Op de vraag hoe lang mensen dan in België moesten verblijven om kans te maken op een positieve beslissing, gaf de administratie aan dat het moeilijk was om een precies aantal jaren van aanwezigheid op het grondgebied te geven omdat ‘de verhalen van integratie prevaleerden boven het aantal jaren van aanwezigheid in België’. Bewijzen van integratie die eerder werden geweigerd, zoals getuigschriften van familieleden van de aanvragers, zouden bij toekomstige regularisatieaanvragen dan ook in het dossier worden opgenomen.
Het feit dat mensen zonder papieren in België als tweederangsburgers worden behandeld, wordt gezien als gevolg van de eigen keuze om zich in België te vestigen
Uit de negatieve beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken die gisteren werden gepubliceerd, blijkt dat ‘integratie’ in de praktijk helemaal niet als positief element is meegewogen in de afweging om al dan niet te regulariseren. De link tussen ‘geïntegreerd zijn in België’ en ‘een band met België hebben’ wordt ontkend, en integratie wordt zelfs bestempeld als bewijs van langdurig illegaal verblijf, en dus een misdaad. Zo argumenteert DVZ in een van de beslissingen:
“Integratie in het land waar men zich bevindt [is] een normale houding (…) van eenieder die zijn verblijf aangenamer wil maken. Er is geen specifiek verband tussen deze elementen en België dat een regularisatie van zijn verblijf zou rechtvaardigen. De sociale betrekkingen en de andere elementen van de integratie zijn tot stand gekomen in een onregelmatige situatie, na het verstrijken van het toeristenvisum waarmee hij beweert te zijn aangekomen, zodat de betrokkene zich niet onbewust kan zijn geweest van de onzekerheid die hieruit voortvloeit.”
Tweederangs burgerschap is eigen keuze
Het feit dat mensen zonder papieren in België werken, wonen, familieleden helpen en toch als tweederangsburgers worden behandeld, wordt dan ook gezien als gevolg van 'de keuze van een vreemdeling om zich in België te vestigen' en dus een geval van ‘eigen schuld, dikke bult’. De Dienst Vreemdelingenzaken gebruikt hiervoor een Latijns gezegde.
“Volgens een algemeen rechtsbeginsel dat tot uitdrukking komt in het Latijnse adagium 'Nemo auditur propriam turpitudinem allegans', kan niemand zich beroepen op zijn eigen fout om het recht te rechtvaardigen dat hij opeist”, zo staat te lezen in de negatieve beslissing van DVZ.
Over een persoon van Marokkaanse origine die al jaren in België verblijft, schrijft de dienst bijna letterlijk dat zijn jarenlange situatie als tweederangsburger in België zijn eigen schuld is: “De aanvrager geeft aan dat hij al tien jaar niet meer is teruggekeerd naar Marokko. Men moet daarbij in gedachten houden dat hij zich in België gevestigd heeft zonder toestemming voor verblijf op de lange termijn. Hij koos er dus zelf voor om elke link met zijn land van herkomst te breken terwijl hij wist dat zijn situatie in België precair en illegaal was. De aanvrager is daarom zelf de oorzaak van de discriminatie die hij aanhaalt.”
De uitspraken van staatssecretaris Mahdi over ‘mensen die al een aantal jaren in België wonen’, ‘die goed geïntegreerd zijn’ en ‘de hongerstaking moeten stoppen omdat ze zich in een situatie bevinden die zou kunnen leiden tot regularisatie’ zijn in deze context op zijn minst zeer misleidend te noemen.
De Nederlandse taal is ook nuttig in Marokko
De Dienst Vreemdelingenzaken interpreteert ‘integratie in België’ dus als een gevolg van eigen foute keuzes, maar tegelijkertijd worden elementen die aanvragers aanhalen om integratie aan te tonen, weggewuifd met de meest absurde redeneringen. Zo stelt de dienst dat het leren van de Nederlandse taal— in zowat elk politiek debat van de laatste decennia opgehemeld als hét toonbeeld van integratie — geen link met België aantoont, omdat die taal ‘ook nuttig is in het land van herkomst’.
“Het leren en kennen van de landstalen, het volgen van cursussen Nederlands en Frans, zijn troeven en talenten die zowel in het land van herkomst als in België nuttig kunnen worden aangewend. Er is geen specifiek verband tussen deze elementen en België dat een regularisatie van zijn verblijf zou rechtvaardigen”, zo staat te lezen in de regularisatiebeslissing van een van oorsprong Marokkaanse ex-hongerstaker.
Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken toont het leren van de Nederlandse taal geen link met België aan, omdat die taal ‘ook nuttig is in het land van herkomst'
Diezelfde persoon haalde ook het argument aan dat hij geen familie, vrienden of banden meer heeft in Marokko, en daarom een veel minder sterke band met dat land dan met België. Maar volgens de Dienst Vreemdelingenzaken moet dat eerst bewezen worden. Hoe deze persoon zonder papieren had kunnen bewijzen geen familie of vrienden te hebben in een land met 36 miljoen inwoners, blijft onbenoemd.
“(…) meneer bewijst niet dat hij geen familie, vrienden of banden heeft in zijn land van herkomst. Laten we eraan herinneren dat de bewijslast bij hem ligt, het is inderdaad aan hem om te bewijzen dat zijn wortels belangrijker zijn in België dan in het land van herkomst”, zo staat te lezen.
Staatssecretaris Mahdi en DVZ-directeur Roosemont reageerden niet inhoudelijk op de discrepantie tussen de toezeggingen die zij volgens de vier onderhandelaars hebben gedaan en de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Roosemont houdt het in een artikel in De Morgen bij een algemene opmerking, waarin hij een omtrekkende beweging maakt: “Ik was de hele tijd aanwezig en ik kan u verzekeren dat staatssecretaris Mahdi niets heeft beloofd. Hij heeft gezegd dat hij niets speciaals zou doen voor de hongerstakers. Nadien heeft hij uitgelegd welke groepen mensen in aanmerking komen voor een positieve beslissing.”
Het is net die ‘uitleg welke groepen mensen in aanmerking komen voor een positieve beslissing’ die zo bedrieglijk is gebleken. Waar Mahdi en Roosemont tijdens de onderhandelingen keer op keer herhaalden dat bepaalde elementen een positief effect kunnen hebben op de regularisatiebeslissing—uiteraard in de hoop de hongerstaking en dus de politieke crisis te beëindigen — wordt nu duidelijk dat het slechts ging om loze woorden.
‘Geen regularisatie, want geen papieren’
Staatssecretaris Mahdi timmert de regularisatieprocedure dicht met een cirkelredenering
Volgens de logica van de Dienst Vreemdelingenzaken hebben mensen zonder papieren namelijk per definitie geen recht op regularisatie. “Het ontbreken van een verblijfsvergunning, een administratief probleem, wordt systematisch tegen de personen zelf ingeroepen. Zij worden geacht verantwoordelijk te zijn voor hun situatie en hebben derhalve geen recht op regularisatie van hun verblijf”, aldus Martin Vander Elst, onderzoeker aan de faculteit antropologie van de UCLouvain gespecialiseerd in necropolitiek, kolonialiteit en anti-zwart racisme en lid van het steuncomité voor de USPR.
Nochtans is humanitaire regularisatie volgens artikel 9bis van de Verblijfswet van 15 december 1980 specifiek bedoeld voor mensen zonder papieren. Staatssecretaris Mahdi timmert de regularisatieprocedure dus dicht met een cirkelredenering. Immers, als mensen die onwettig verblijven in België daar zelf de schuld van krijgen, en er vervolgens wordt beredeneerd dat iemand zijn recht niet kan opeisen als hij dat door eigen schuld is verloren, kan in principe niemand meer geregulariseerd worden.
Stilte uit politieke hoek
Ondertussen blijft het stil bij federale coalitiepartners, ook die uit progressieve hoek. Vicepremiers Pierre-Yves Dermagne (PS) en Georges Gilkinet (Ecolo) blijven opvallend stil. Een woordvoerder van Dermagne liet in De Morgen wel weten dat ‘de geest van het akkoord [tussen hongerstakers en staatssecretaris Mahdi] gehonoreerd moet worden’. Dat zowel letter als geest niet werd gerespecteerd, is stilaan duidelijk. Of de humanitaire tragedie opnieuw tot een politieke crisis zal leiden, blijft afwachten.
Foto (c) Luka Van Royen
Over de auteur:
Stef Arends is eindredacteur bij Kif Kif. Eerder werkte hij drie jaar als journalist bij de vaste redactie van de onderzoekswebsite Apache.be. Hij wil met zijn journalistieke werk opkomen voor mensenrechten en een gelijke samenleving. Stef is te bereiken via [email protected] en +31646950236.