Onze bezorgdheden zijn niet de stijgende energiefacturen, de groeiende kloof tussen arm en rijk, de klimaatsverandering, discriminatie op de arbeidsmarkt of de stijgende kinderarmoede. Neen. Waar wij ons wel zorgen over maken, is de vraag naar gescheiden zwemuurtjes waar soms ook autochtone vrouwen naar toekomen omdat ze zich daar meer op hun gemak voelen. Dát moet je durven benoemen.
Beste Fikri,
Als autochtoon wil ik je van harte bedanken voor je opiniestuk in de morgen waarin je allochtonen die het willen maken aanmaande om aaibaar, proper en vooral nooit boos te zijn. Het werd terecht veel gelezen. Om het met de tweet van een Vlaamse burgemeester te zeggen: “That’s the spirit. Niet klagen maar vooruit gaan.” (Waarom hij die tweet ondertussen reeds verwijderde is me een raadsel. Maar goed.)
Wees dus maar zeker, Fikry, dat ik je wil knuffelen en aaien. Het gaat de goede richting met je uit. En omdat ik, net als jij, heel vrijgevig ben, wil ik zelf ook graag iets met jou delen. Het kan je misschien nog net dat ene stapje verder vooruit helpen.
Ik ben zeker dat je mijn goede bedoelingen zal begrijpen. Ik weet immers dat je maar al te graag aan onze normen en waarden wil voldoen. Daarom wil ik je graag wat eenvoudig en constructief advies meegeven dat jij vervolgens op jouw beurt met alle andere allochtonen kan delen.
Ik ben trouwens niet de enige die jou dit advies kan geven. Gwendolyn Rutten, de voorzitster van dezelfde partij als die twitterende burgemeester, gaf het gisteren in een interview op VTM ook al aan: durf de dingen te benoemen!
Zo eenvoudig is het. Want hoe fijn het ook is dat je dubbel je best doet, dat je meelacht met onze mopjes en Libanese columnisten excommuniceert, om ons vertrouwen écht te winnen zal je toch nog iets moediger moeten zijn. Je zal nog een volgende stap moeten zetten. Je zal namelijk moeten uitkomen voor de diepe problemen in je gemeenschap en de wijze waarop ze een gevaar vormen voor onze samenleving.
Mevr. Rutten kan het trouwens weten. Zij gaat namelijk spreken met ‘het volk’. Ze deed al enkele bezoeken en ze zal nog verschillende dorpen in Vlaanderen afdoen. Overal legt ze haar oor te luisteren en gaat ze na wat er bij ‘de mensen’ leeft. Je zou het misschien ook eens moeten doen. Je zou dan al snel te weten komen waar wij, autochtonen en echte Vlamingen, van wakker liggen.
Onze bezorgdheden zijn niet de stijgende energiefacturen, de groeiende kloof tussen arm en rijk, de klimaatsverandering, discriminatie op de arbeidsmarkt of de stijgende kinderarmoede. Neen. Waar wij ons wel zorgen over maken, is de vraag naar gescheiden zwemuurtjes waar soms ook autochtone vrouwen naar toekomen omdat ze zich daar meer op hun gemak voelen. Dát moet je durven benoemen.
Onze zorg is evenmin het feit dat de regering in tijden van besparingen toch geld vrijmaakt voor gevechtsvliegtuigen die kunnen ingezet worden in eindeloze conflicten. Het is ook niet het feit dat we na een wereldwijde bankencrisis de financiële sector hoegenaamd niet voldoende hebben hervormd zodat alles morgen opnieuw kan gebeuren. En al evenmin maken we ons zorgen over het feit dat internationale handelsverdragen de moordende concurrentie van onze consumptiemaatschappij binnenkort nog een pak groter kunnen maken. Neen. Waar wij ons wel zorgen over maken is het compleet marginaal percentage van jouw geloofsgenoten dat gemeentebeambten de hand niet wensten te schudden. Dát moet je durven benoemen.
Gwendolyn sloeg immers nagels met koppen toen ze de ongerustheden van de Vlamingen als volgt samenvatte: “Heel veel discussies waarvan we dachten dat we ze achter ons konden laten, steken weer de kop op. De scheiding tussen Kerk en staat, de gelijkheid tussen man en vrouw. Die waren afgerond, maar beginnen nu weer.”
Geef toe, Fikry. Het doet er weinig toe dat de scheiding van kerk en staat nooit werkelijk op maatschappelijk vlak in vraag werd gesteld – laat staan dat het in de laatste jaren ooit tot verontrustende parlementaire debatten heeft geleid. Het doet er ook weinig toe dat die enkele heethoofden uit jouw gemeenschap die toch die scheiding zouden willen doorbreken domweg wel eens met een hernieuwde katholieke dominantie zouden komen te zitten. Het probleem moet vooral duidelijk benoemd worden.
Geef toe, Fikry. Het doet er weinig toe dat de discussies over gelijkheid tussen man en vrouw helemaal niet afgerond waren aangezien vrouwen op heel wat vlakken nog steeds niet gelijk waren. Het doet er ook weinig toe dat in Vlaanderen nog steeds 1 op 5 vrouwen het slachtoffer is van fysiek of seksueel geweld. En het doet er weinig toe dat geen enkele Vlaamse politicus zich expliciet zal distantiëren van de nieuwe Amerikaanse president hoewel deze abortusrechten wil inperken en het schijnbaar maar normaal vindt dat hij mevr. Rutten je-weet-wel-waar mag vastgrijpen. Het probleem moet vooral duidelijk benoemd worden.
Geef toe, Fikry. Het doet er weinig toe dat dergelijke thema’s de laatste tien jaar zo goed als elke week in onze media aan bod komen en dus op een behoorlijk permanente basis ‘bij naam genoemd worden’. En het doet er ook weinig toe dat allochtone politici of moslims met verantwoordelijke posities uit het middenveld keer op keer aangeven hoezeer ze principes zoals de scheiding van kerk en staat of vrouwenrechten volledig onderschrijven. We moeten het probleem vooral duidelijk blijven benoemen.
Dus, Fikry, alsjeblief. Pas je nog een tikkeltje verder aan aan onze verworvenheden.
We geven je daarbij trouwens graag het goede voorbeeld. Wij hebben ons immers ook aangepast. Wij zeggen nu niet langer: “Ik ben geen racist, maar… mensen met een ander huidskleur zorgen toch voor veel problemen.” Wij zeggen nu wel: “Ik heb zelf enkele goede moslimvrienden, maar… je moet de problemen kunnen benoemen.” Zie je, wij gaan ook mee met onze tijd. Nu jullie nog.
Tot slot dan, Fikry, nog een laatste punt om je extra sterkte toe te wensen. Ik heb ook wel wat moslimvrienden. Ik reken jou daar ondertussen ook toe. Maar laten we wel wezen. Jij bent een goeie. Het zijn die andere die voor problemen zorgen. Mocht je ook dát eens kunnen benoemen, dat zou fantastisch zijn. Dan kunnen zij misschien wat meer worden zoals jij en kunnen jullie allemaal wat meer worden zoals wij.
Hartelijke groeten
Jonas