De geslaagde moslim

Metro's eenmalige reeks "De minaret in het midden" heeft zijn verdiensten. Maar die verdiensten worden verstoord door het etaleren van aaibaarheidsfactoren.
De geslaagde moslim

Om meer inspirerende voorbeelden in beeld te brengen moeten we echt geen neo-liberaal onderscheid maken tussen ‘geslaagde’ en ‘niet-geslaagde’ mensen.

 

Van 10 tot 15 juni werden Metro-lezende treinreizigers elke dag getrakteerd op een interview met een ‘geslaagde’ moslim. De eenmalige weekrubriek ‘De minaret in het Midden’ is duidelijk een heel goed bedoelde reeks die een ‘andere kant’ van Vlaamse moslims wil laten zien. En toch blijf ik na het lezen van de interviews met een wat wrange nasmaak achter.

Ik stoor me wat aan het etaleren van een grote aaibaarheidsfactor van de moslims in kwestie. “Kijk eens hoe geslaagd ze wel niet zijn”, “Zie eens hoe geïntegreerd een moslim kan worden” – het is een ondertoon die de nuances in de interviews teniet doet.

Mijn eigen Halal Monk project bestaat natuurlijk ook voor een groot stuk uit interviews met moslims. Maar ik spreek met hen over onderwerpen waar zij zich reeds jaren in verdiepen. Ik benader ze dus als expert. Het religieuze is een wezenlijk onderdeel van onze gesprekken, maar niet om er met grote en verbaasde ogen naar te kijken, wel om de spiritualiteit van mijn gesprekspartners de nodige ruimte te bieden.

Dat we meer diversiteit nodig hebben in de media om verkeerde denkbeelden te corrigeren, daar hoeft men mij dus zeker niet van te overtuigen. En dat het tijd wordt om van verschillende minderheden meer ‘inspirerende voorbeelden’ te laten zien, dat vind ik natuurlijk ook. Maar door dit ook als uitgangspunt te nemen voor de inhoud, krijgt men een ietwat pervers effect. Want zo kunnen deze ‘voorbeelden’ al snel overkomen als rariteiten die ondanks hun geloof ‘er toch geraakt zijn’. Alleen heeft dat ‘er geraken’ met heel wat meer te maken dan met één of andere schijnbare handicap van geloof. In tegendeel, dikwijls biedt geloof net de kracht om blijvend om te gaan met allerhande sociale, politieke, economische, culturele en persoonlijke problemen die meestal een veel grotere beperking vormen om ‘er te geraken’.

Door mensen expliciet als ‘geslaagd’ af te schilderen, geeft men meteen aan hoe ‘anders’ zij zijn. Zo bevestigt men de clichés nog voor men de kans krijgt om ze te ontkrachten. En dat is jammer, want net dat ontkrachten lijkt de intentie van de interviews. Er valt dan ook heel wat positiefs op te merken aan de reeks ‘De minaret in het Midden’. Men kaart relevante onderwerpen aan en de antwoorden van de geïnterviewden doorprikken op heel evenwichtige wijze enkele hardnekkige vooroordelen. Maar men kan zich de vraag stellen of de reeks in zijn geheel door de specifieke aanpak ook werkelijk een positiever beeld over moslims zal opwekken bij de lezers van Metro. Ik vrees dat het ook tot een heel andere gedachte kan leiden: “Als het zulke moslims zijn, dan mogen ze blijven, maar al die andere zouden er beter wat meer op gelijken.”

Godlievedeugd, stel u voor dat ik per sé meer zou moeten gelijken op een ‘geslaagde Vlaming’ zoals Bart De Wever.

Om meer inspirerende voorbeelden in beeld te brengen moeten we echt geen neo-liberaal onderscheid maken tussen ‘geslaagde’ en ‘niet-geslaagde’ mensen. We kunnen ze heel gewoon aan het woord laten wanneer het relevant is om ze het woord te geven.