De startnota: hoe media van politiek een soapserie maken

In haar berichtgeving over de startnota voor de Vlaamse regeringsvorming liet de mainstream media zich jammer genoeg niet van haar meest kritische kant zien. Kif Kif analyseerde in welke mate politiek geroddel de overhand nam op grondige analyse van het politieke beleid.

Halverwege augustus kwamen we te weten welke speerpunten de N-VA in haar startnota voor de Vlaamse regeringsvorming naar voren schoof. Je zou denken dat zoiets voor onze media de aanleiding vormt om zich van haar beste kant te laten zien met een niet aflatende stroom van kritische analyses over de mogelijke impact van de voorgestelde beleidskeuzes: Naar welke bezorgdheden wordt er al dan niet geluisterd? Hoe wil men de armoede aanpakken? Worden er concrete voorstellen gedaan om discriminatie aan te pakken?

Dat soort vragen rond politiek beleid bleken echter niet de grootste bekommernis van onze media. Het grootste deel van hun aandacht ging over iets anders: politieke strategie. Men zocht dus eerder een antwoord op vragen als: Wie krijgt welke ministerpost? Hoe moet het nu verder met de federale formatie? Wie is het meest actief op Twitter, rechtse of linkse politici?

Cijfers

Om na te gaan hoe groot deze discrepantie was tussen de aandacht voor concreet beleid en politieke strategie, verzamelden we bij Kif Kif wat statistische gegevens van drie specifieke mediakanalen: De Morgen, De Standaard en VRTNWS. We gingen daarbij als volgt te werk: eerst gaven we in de zoekfuncties van hun websites het woord ‘startnota’ in. Vervolgens maakten we een lijst van alle artikels die naar de startnota refereerden in de eerste week na het verschijnen van de nota. En tot slot bekeken we van elk artikel welke kernthema’s ze behandelden en hoeveel woorden men daarvoor overhad. (Een excel van het volledige overzicht kan u onderaan het artikel downloaden. Nvdr.)

Naar een belangrijke kwestie zoals het armoedebeleid ging slechts 1,2% van de woorden. En een onderwerp als antidiscriminatiebeleid, viel bijna weg uit de statistieken met slechts 0,7%.

De cijfers liegen er niet om: gedurende die hele week besteedden de drie kanalen net iets meer dan 78.000 woorden aan allerhande berichtgeving, interviews en analyses rond de startnota. En van die 78.000 woorden ging 50,8% over politieke strategie, formatievorming en gekibbel onder politici. Dat is dus meer dan de helft van de journalistieke aandacht.

Dat staat in schril contrast met het feit dat slechts 15% van de woorden gebruikt werd om lezers een algemene, kritische doorlichting van de startnota te bieden. Maar nog veel erger wordt het wanneer je gaat kijken hoeveel aandacht er was voor specifieke en concrete beleidsonderwerpen. Werk kon maar rekenen op 5% van de aandacht, wonen op 3% en ecologie op 2%. Naar een belangrijke kwestie zoals het armoedebeleid ging slechts 1,2% van de woorden. En een onderwerp als antidiscriminatiebeleid, viel bijna weg uit de statistieken met slechts 0,7%.

Canon

Het enige onderwerp dat naast politieke strategie wel op meer aandacht kon rekenen was natuurlijk de fameuze canon. Ongeveer 10% van de woorden werd daaraan besteed. Enkele academische experten mochten even vertellen hoe absurd en onzinnig het voorstel is, en enkele rechtse stemmen mochten nog eens benadrukken hoe belangrijk ze het vinden dat er gedeelde waarden en normen zijn in de samenleving. Voor de meerderheid van de mensen was het echter duidelijk hoezeer deze canon als afleiding bedoeld was. Je moet niet zoveel over politiek te weten om te beseffen dat zoiets expliciet gelanceerd werd om maatschappelijke polarisatie uit te lokken en ervoor te zorgen dat er minder vragen werden gesteld over de kwesties die er veel meer toe doen.

Externe experten en redactiekeuzes

Wanneer we de artikels ook nog eens opdelen in diegene die door de redacties of de journalisten van het medium gemaakt werden en opiniestukken die door externe experten worden ingezonden, dan wordt het nog erger. Wie enkel stukken telt van journalisten en redacties ziet dat bijna 60% daarvan naar politieke strategie gaat. Een onderwerp als antidiscriminatiebeleid is dan niet langer aanwezig in de statistiek en aan een onderwerp als armoedebeleid worden nog welgeteld 253 woorden gespendeerd.

Doorheen de verschillende artikels kreeg je dus maar weinig titels te lezen zoals: “Subsidiestop betekent minder sociale woningen”. Maar je zag wel bijzonder veel titels zoals: “SP.A, Groen en Vlaams Belang teleurgesteld, PS lost schot voor de boeg” (De Standaard), “Alle ogen op Elio: hoe reageert Di Rupo met z'n eigen Waalse nota op de Vlaamse van De Wever?” (VRTNWS) en “Vlaanderen versnelt, België blokkeert” (De Morgen).

Interviews

Rond concrete beleidsvoorstellen stelden de journalisten zo goed als geen enkele vraag.

Dezelfde patronen vielen ook sterk op in de interviews die prominente figuren aan het woord lieten om één en ander te verduidelijken. In de twee kranten die we analyseerden, telden we 6 interviews met prominente figuren. Maar rond concrete beleidsvoorstellen stelden de journalisten zo goed als geen enkele vraag. Alle interviews gingen volledig over politieke strategie.

Neem nu het interview met professor Carl De Vos in De Morgen. In plaats van te focussen op belangrijke beleidsthema’s waar veel mensen van wakker liggen, stelde men enkel de volgende vragen: “Bart De Wever wordt dan toch geen Vlaams minister-president. Pleegt De Wever hiermee vaandelvlucht?”, “Hoe leest u de startnota? Als het paaien van de kiezers van Vlaams Belang?”, “PS-voorzitter Elio Di Rupo noemde een eventuele Zweedse coalitie aangevuld met de PS op federaal vlak alvast ‘een utopie’”, en “Een regering voor Kerstmis wordt dus moeilijk?”

Conclusie

Kortom: wie de berichtgeving van de media rond de startnota analyseert, ziet dat De Morgen, De Standaard en VRTNWS zich helemaal niet gedroegen als de zogeheten vierde macht die de andere drie machten het vuur aan de schenen legt. De klemtoon lag niet op kritische analyse, wel op entertainment. In plaats van de burger te informeren, gaf men hem in hoofdzaak een soapserie. The Bold & The Beautiful van de Belgische politiek: wie gaat vreemd met wie? Hoe zal de oude partner daarop reageren? En hoe moet het nu verder hun formatie?

Zoiets zorgt natuurlijk voor een uiterst pijnlijke uitholling van het maatschappelijke debat. Politiek wordt tot een spektakel gemaakt. We zien het dan enkel als een cynisch spel waar we weinig mee te maken hebben, hoewel de beleidsbeslissingen van die politici wel degelijk een concrete impact hebben op ons dagelijks leven. Op die manier ontneemt men burgers dus de mogelijkheid om de maatschappelijke machtsverhoudingen kritisch in het oog te houden en, wanneer nodig, ook stevig aan te klagen.