De reportage van Koppen op 28/3/2012 brengt weer een pijnlijk feit naar boven, namelijk discriminatie in de dienstenchequesector. Uit de undercoverbeelden is het duidelijk dat sommige bedrijven die met dienstencheques werken de antidiscriminatiewet niet toepassen of zelfs volledig negeren. Ze vragen of de personeelsleden van allochtone afkomst mogen zijn en bij een bepaald bedrijf hanteren ze zelfs een invulformulier waar je kan aankruisen of je huishulp buitenlands mag zijn. Dit is zo’n zichtbare discriminatie dat het probleem veel dieper moet liggen. De manier waarop de bedrijven deze discriminatoïre praktijken zo open en bloot uitoefenen is veelzeggend en duidt op een dieper liggend maatschappelijk fenomeen. Misschien is dit een probleem van een hele samenleving?
Om eerlijk te zijn ben ik niet verbaasd over de reportage. Dit zijn niet de eerste wanpraktijken die in de media worden belicht. We hebben de Adecco zaak gehad met apartheidslijsten voor allochtonen en autochtonen. Deze apartheidslijst stelde hen in staat te registeren registreren welke bedrijven geen allochtonen werknemers wilden aannemen. Vervolgens werden dezelfde praktijken blootgelegd in de reportage van VOLT (15/09/2011) waarin te zien was dat 7 op de 8 interims geen probleem had met klanten die geen allochtone werknemers wilden aanwerven. Uit het gelijke kansen rapport van 2011 blijkt dat een kwart van de Vlamingen discriminatie op de arbeidsmarkt een heel normale zaak vindt. Recent hadden we ook Wouter Torfs, CEO van de gelijknamige schoenenwinkelketen, die op Radio 1 zei dat vrouwen met een hoofddoek niet welkom zijn om als verkoopsters in zijn winkels te werken, want dat zou de verkoopcijfers doen dalen.
De boodschap is dus dat discriminatie toelaatbaar is als dé klant hierom vraagt of als bedrijfsleiders denken dat dé klant dit vraagt. Het gaat de foute kant op als bedrijven personeel gaan aannemen op basis van uiterlijke kenmerken in plaats van capaciteiten. Zeker als dit gedoogd wordt door de overheid.
Ik hoor Monica de Coninck graag zeggen dat discriminatie niet toelaatbaar is in de dienstensector. Ik zou zelfs verder gaan, discriminatie is ontoelaatbaar eender waar. Niet bij Torfs, niet in de diensentensector, niet bij interims, niet in de horeca. Spijtig genoeg hoor ik van ministers steeds veel woorden maar in al die jaren zie ik nog weinig actie. Een discriminatiewet is niet goed genoeg zolang er geen praktijktesten zijn met bijhorende sanctionering, anders blijft deze maatregel dode letter. Zolang er geen andere maatregelen komen gaan we om de zoveel tijd weer een reportage krijgen waar wanpraktijken worden blootgelegd. Telkens opnieuw zullen we enkele verontwaardigde reacties van politici krijgen waar het ook dan bij zal blijven als dit probleem niet structureel wordt aangepakt met een effectief handhavingsbeleid.
Discriminatie moet een prioriteit zijn van heel de regering op alle vlakken. Hoeveel VRT testen zijn er nog nodig voor er echte maatregelen komen? Al die politici die de laatste 15 jaar met seclectieve selectieve verontwaardiging reageren nadat er wanpraktijken in de media uitgezonden werden vraag ik om hun verantwoordelijkheid op te nemen en instrumenten uit te werken die discriminatie echt aanpakken. Hierbij raad ik aan om te kiezen voor praktijktesten mét bijhorende sancties. Hoog tijd voor nultolerantie ten opzicht van discriminatie!