Dringend nood aan een concreet plan om racisme en discriminatie binnen politiekorps te stoppen

Burgemeester De Wever moet dringend werk maken van de uitvoering van de aanbevelingen van Comité P om racisme en discriminatie binnen het Antwerpse politiekorps te stoppen.

Eerder deze week raakte bekend dat commissaris Jinnih Beels, jarenlang hét gezicht van de strijd tegen racisme binnen het Antwerpse politiekorps, overstapt naar de politie van Mechelen Beels liet aan verschillende collega’s weten dat de heersende cultuur binnen de politie er één is van ‘wij de politie tegen zij, de allochtonen. Het vertrek van Beels is het zoveelste bewijs dat racisme, discriminatie en etnic profiling binnen het korps nog niet verdwenen is.

Burgemeester De Wever moet dringend werk maken van de uitvoering van de aanbevelingen van Comité P om racisme en discriminatie binnen het Antwerpse politiekorps te stoppen. Het ontslag van commissaris Jinnih Beels uit het Antwerpse korps bewijst dat racisme en discriminatie nog steeds gangbaar zijn. De maatregelen die zijn genomen zijn vooral window dressing en zijn onvoldoende om een mentaliteitswijziging binnen het korps teweeg te brengen.

Ondertussen worden bemiddelingsteams in de wind gezet door de harde aanpak van het snelle responsteam. Ondertussen dat er net extra moet ingezet worden in het herstellen van de vertrouwensband tussen burgers en politie.

De stad moet eindelijk werk maakt van de aanbevelingen die het Comité P dit voorjaar deed na een doorlichting van het korps. We zijn nu een half jaar verder en er is niets veranderd. Er moet een duidelijk plan van aanpak komen met duidelijke acties om racisme en discriminatie te stoppen. De kleine initiatieven die op dit ogenblik worden genomen zijn losse flodders die weinig verandering brengen. We hebben nood aan structurele maatregelen om racisme binnen het korps de kop in te drukken.

Daarnaast moet er ook een jaarlijkse monitoring komen. Volgens Comité P heerst er een angstcultuur binnen het korps om vormen van racisme en discriminatie te melden. Dat is onaanvaardbaar. Het vertrek van Beels wijst erop dat er geen verbetering is. Zo’n monitoring moet gebeuren door een externe instantie, met mensen die aan de slag zijn op de werkvloer, vertrouwelijk en anoniem. Dat is de enige manier om onaanvaardbaar gedrag snel en efficiënt naar boven te halen en het vertrouwen in de vele agenten die zich dagelijks inzetten in Antwerpen te herstellen.