Een aardbeving achtervolgt Syriërs die al 12 jaar vergeten lijken

Op 6 februari trof een aardbeving met een kracht van 7,7 op de schaal van Richter Zuid-Turkije en Noord-Syrië. Inmiddels vielen er al meer dan 51.000 doden en tienduizenden gewonden. Als Syrische vluchteling in Brussel volg ik de situatie van mijn familie en vrienden in Turkije en Noord-Syrië.
 

Ik weet dat er voor mij geen mogelijkheid is om daarheen te gaan, omdat ik bezig ben mijn vluchtelingenstatus in België te krijgen. Het is moeilijk om met deze emoties om te gaan terwijl ik ver van hen verwijderd ben wanneer het nieuws van overleden vrienden mij hier bereikt. Ik voel verschrikkelijk verdriet en beklemming tegelijk, telkens als ik naar het nieuws kijk of naar een foto van weer een levenloos lichaam dat uit het puin wordt gehaald. Ik doorzoek de lijsten met namen en foto's van de doden, misschien om iemand te vinden die ik ken.

Er is nog steeds nauwelijks materiële hulp in Syrië. Tijdens de kritieke dagen en uren na de aardbeving waarin er nog kansen waren om mensen levend van onder het puin te redden, was er geen hulp. Sommige reddingsteams waren er wel, maar het materiaal dat ze nodig hadden om het puin te verwijderen en mensen vanonder het puin te redden, ontbrak. Dit materiaal werd niet binnengelaten via de gebieden die Bashar Al-Assad onder controle heeft, en ook niet via Turkije, dat zijn grenzen gesloten hield. De mensen uit Syrië die al twaalf jaar lijden, worden nu opnieuw het hardst getroffen. 

Hulp aan Noord-Syrië wordt van alle kanten belemmerd

Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië in 2011 is het land verdeeld in verschillende invloedssferen. Het regime van dictator Al-Assad is gevestigd in de zuidelijke Syrische hoofdstad Damascus, terwijl de oppositiefracties, gesteund door de Turkse strijdkrachten, het noorden van het land controleren. 

Deze administratieve verdeling maakte de komst van hulp veel moeilijker, aangezien Al-Assad – leider van een van ’s werelds meest corrupte regimes, die geld voor noodhulp naar zijn persoonlijke rekening doorsluist terwijl de meerderheid van de bevolking onder de armoedegrens leeft, en zijn eigen vermogen op zo’n twee miljard dollar wordt geschat – als legitieme vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voorop staat, en er geen officiële legitieme overheid is in de regio's van Noord-Syrië.

Turkije controleert de grensovergangen in Noord-Syrië en ondanks alle druk belemmert de Turkse regering het verkeer van import en export en zelfs de toegang van hulp op kritieke momenten.

Hoe zit het dan met de Syriërs in Turkije? We weten dat zij daar al jaren het slachtoffer zijn van gruwelijke etnische discriminatie. Vandaag discrimineert de Turkse regering opnieuw bij de slachtoffers van de aardbeving, door zeer selectief te zijn in de hulpverlening

De situatie in Noord-Syrië is complex. Meerdere facties en verschillende ideologieën controleren de noordelijke grenssteden met Turkije. Wat ze gemeen hebben is dat ze allemaal orders krijgen van de Turkse regering. Turkije verhindert de invoer van goederen uit Syrië, maar staat de uitvoer van sommige goederen uit Turkije naar Noord-Syrië alleen toe onder strenge voorwaarden. De levering van VN-hulp wordt ook belemmerd door het ontbreken van een legitieme vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Noord-Syrië. Rusland, als een van de machtige lidstaten en bondgenoot van Al-Assad, zet de VN onder druk om de hulp uitsluitend via het Assad-regime te laten lopen. Om hulpgoederen naar Noord-Syrië te sturen, moet er internationale druk zijn.

Sit-in protest in Brussel

Op 9 februari organiseerde ik samen met een groep Syrische activisten een sit-in demonstratie voor het parlementsgebouw in Brussel om de Syrische tragedie onder de aandacht te brengen. We wilden ons verdriet delen omdat velen van ons die hier in België zijn onze familieleden hebben verloren die daar nog waren. 

Met de sit-in wilden wij de EU-regeringen verzoeken nu te handelen, op welke manier dan ook, maar vooral druk uitoefenen op de Turkse regeringen om toe te staan dat hulp naar Noord-Syrië via Turkije wordt verscheept, aangezien daarover nog geen duidelijke besluiten zijn genomen in het Europees Parlement. Een ander dringend verzoek aan de EU-regeringen, is dat ze druk uitoefenen op de regering van Turkije om alle grensovergangen met Noord-Syrië te openen en hulp toe te laten. 

Een van de Syrische organisatoren van de sit-in, D. Diaa El-Dein Dahrouj, hield er een toespraak waarin hij nogmaals de urgentie voor politici om op te treden toelichtte: "We hebben veel materiële hulp zoals dekens, kleding en voedsel. De opslagplaatsen in België zijn vol geraakt, maar het is belangrijk dat we ons nu concentreren op de vraag of deze materialen mogen worden verscheept naar Turkije en van daaruit naar Syrië. Het is de vierde dag van de aardbeving en het kan te laat zijn om nog boormateriaal aan te voeren. En het puin opgraven, maar hoe zit het met de mensen die het al overleefd hebben? Zoals ik al zei, waren we vandaag en gisteren in België in vergadering met parlementsleden en overheidsinstanties en hebben we ons geconcentreerd op de kwestie van het toestaan van hulpverlening. Onze passie om te helpen mag niet tijdelijk zijn, we oefenen veel druk uit en we zullen doorgaan, daarom werden er onlangs Europese teams toegestaan om naar de aardbevingsgebieden te gaan om te helpen. De druk werkt, maar we moeten doorgaan! We moeten ook samenwerken met vertrouwde organisaties.” 

Diaa zegt dat hij op de dag voor de sit-in een ontmoeting had met parlementslid Latifa Aït-Baala, premier van Brussel Elio Di Rupo en ook de minister van Sociale Zaken in België .  Hun antwoord was helaas dat er geen duidelijk en eensgezind standpunt is van België of de Europese Unie over coördinatie met Turkije voor de toegang van hulp of het uitvoeren van lucht- of landkonvooien ter ondersteuning van de Syriërs in Zuidoost-Turkije en Noord-Syrië. Ironisch genoeg was het deel waar wij een sit-in organiseerden, enkele meters verwijderd van de veiligheidszone van de Europese top die op hetzelfde moment in de gebouwen van de Raad van de Europese Unie werd gehouden. Vanaf de sit-in konden we de auto's van de EU-leiders zien passeren.

Syrië is vergeten

Bovendien maakten de organisatoren en deelnemers van de sit-in pijnlijk duidelijk dat Syrië al lang vergeten is, ook door onze politici hier in België. De aardbeving en het feit dat er nauwelijks hulp is gestuurd, heeft talloze nieuwe, onnodige slachtoffers gemaakt. Zoals een andere activiste het verwoordde in haar toespraak tijdens de sit-in: "Ze hebben ons twaalf jaar lang in de steek gelaten sinds het begin van de Syrische revolutie, ze hebben geen enkele echte actie ondernomen! We hebben de hoop in hen verloren.” 

"[Europese overheden] hebben ons twaalf jaar lang in de steek gelaten sinds het begin van de Syrische revolutie, ze hebben geen enkele echte actie ondernomen! We hebben de hoop in hen verloren."

Hoe zit het dan met de Syriërs in Turkije? We weten dat zij daar al jaren het slachtoffer zijn van gruwelijke etnische discriminatie. Vandaag discrimineert de Turkse regering opnieuw bij de slachtoffers van de aardbeving, door zeer selectief te zijn in de hulpverlening. Zij belemmert niet alleen de hulpverlening aan Noord-Syrië, maar besteedt ook geen aandacht aan de duizenden Syriërs die in de getroffen gebieden in Zuid-Turkije wonen.

Een andere organisator van het protest vermeldde in zijn toespraak: "Ons doel als Syriërs in het buitenland is om de Syrische slachtoffers thuis te helpen, net zoals Turkse vrienden dat hier in Europa doen. Wat ons belemmert is dat de grenzen voor ons gesloten zijn. Alles wat je wilt versturen vereist papieren, documenten en zeer moeilijke transacties om Syrië binnen te komen. De crisis is pas begonnen. We zijn te laat met het sturen van materiaal om het puin te ruimen, maar er zijn nog steeds veel weeskinderen en daklozen die hun huis verloren bij de aardbevingen, veel gewonden en mensen met een handicap die onmiddellijke operaties en zorg nodig hebben!"

De opslagplaatsen hier zitten vol met ingezamelde materiële hulp, maar die moet door Noord-Syrië met logistieke steun van de EU. Anders zal het bereiken van de slachtoffers vrijwel onmogelijk zijn. Ten tweede moet de EU druk uitoefenen op 'Erdogan' om de grenzen te openen, want we moeten ervoor zorgen dat de hulp de slachtoffers in Syrië op dezelfde manier bereikt als de slachtoffers in Turkije. Zolang reddingsteams niet op dezelfde manier naar Noord-Syrië worden gestuurd, lijkt de hulp van de EU-regeringen aan Turkije mij eerder een politieke, performatieve daad. Het openen van permanente officiële grensovergangen naar Noord-Syrië zal ook de hulpverlening vergemakkelijken, en directe donaties mogelijk maken aan liefdadigheidsorganisaties die Syriërs in Noord-Syrië en Zuid-Turkije steunen, zoals de organisatie Molham en de Witte Helmen.

Dit is slechts het begin van nog een enorme crisis bovenop de crisis die er al was.



Over de auteur:

Ik was getuige van het begin van de Syrische oorlog en vluchtte met mijn familie uit Syrië naar Istanbul in 2016. Ik stak de Middellandse Zee over naar België in 2022. Ik weet wat het betekent om slachtoffer te zijn van geweld, oorlog en migratie... wat het betekent een outcast zijn, en daarom maak ik de verhalen van oorlogsslachtoffers en asielzoekers tot mijn belangrijkste thema's. Ik probeer altijd licht te werpen op het lijden van mensen in kwetsbare omstandigheden en degenen van wie de stem niet wordt gehoord. Ik heb een filmopleiding gevolgd en droom ervan om mijn eigen film te maken.