We moeten ons antwoord uiteraard binnen proportie houden, omdat we met een overdreven antwoord niks anders bereiken dan radicalisering. En dat geldt zowel voor de krantenkoppen als voor de politieinterventies.
In eerste instantie dacht ik dat het te maken had met mijn afkomst. Omdat ik opgegroeid ben in een flamboyant land waar alles buiten proportie valt, de goeie en de slechte dingen. Als Venezolanen blij zijn, zijn ze buitenproportioneel blij en beginnen ze iedereen te omhelzen en trakteren ze dure 18-jaar oude whiskey aan passanten. Als Venezolanen droevig zijn kunnen zij schaamteloos uren aan een stuk op de stoep zitten wenen...soms kunnen veralgemeningen geen kwaad.
België is een beetje anders. Dat heb ik geleerd uit de brochure van Geert Bourgeois, nog een van die onschuldige veralgemeningen. Hier zijn de dingen wat kalmer. De goede en de slechte dingen. En dat is zeker niet slecht, zolang we alles binnen proportie houden.
Omwille van mijn Venezolaans denkpatroon vroeg ik me altijd af waarom, bijvoorbeeld, Filip Dewinter zo populair kon zijn (in de tijd dat hij nog populair was) terwijl het eigenlijk nog 'een brave mens' is. Zet hem naast de Venezolaanse Filip Dewinter, onze meest extreme en grove nationaal-populist die een staatsgreep op zijn conto heeft staan. Minstens honderd doden. En toch zo 'charmant en pittig' dat hij op een democratische manier kon verkozen worden en ons land nu al 14 jaar regeert.
De Crisis
Ik ben ook opgegroeid met een ander idee van wat een crisis is, bijvoorbeeld. Ik lees crisis in de krant en ik loop langs de Antwerpse Meir en ik vraag me af of het in de pers over hetzelfde land gaat als het land dat ik elke dag met mijn fiets verken. Maar soit, we moeten toch dankbaar zijn dat de crisis 'in het echt' niet zo ernstig is. Het antwoord op de crisis is ook, als ik het goed begrijp, proportioneel. Het is crisis en daarom sparen we de laatste tijd een beetje meer en daarom consumeren we ook een beetje minder. Dat klinkt gezond in mijn oren. Want ons antwoord op onze crisis was een beetje anders.
Er was eigenlijk altijd crisis. En dat kon je altijd zien in de straat. Venezuela zag er uit als een land in crisis. Je kon de crisis zien in de vervuilde straten en ruiken aan de vervuilde lucht, smaken in de waterige soep, voelen aan je versleten kleren. Het was een beeld dat overeenkwam met de krantenkoppen. CRISIS. De grootte van het lettertype was proportioneel aan de ernst van de crisis. En de crisis was ook proportioneel aan ons antwoord daarop.
We verlieten de school, tijdens schooluren, en we gingen naar het Stadhuis om te protesteren. En het Stadhuis lag in het centrum, dus als het uit de hand liep gaf dat een kans aan de armeren en de agressieveren onder ons om winkels te plunderen. En ja, geweld veroorzaakt meer geweld en als de politie optrad vielen er doden en hoe meer doden hoe meer agressiviteit en hoe langer de rellen duurden, hoe banger de politieke klasse en de economische macht werden dat het wel eens serieus uit de hand zou lopen.
En toen was er een samenscholingverbod
Pas als de situatie om zo’n strenge maatregel riep en niet vroeger. In al onze 'barbaarsheid' vonden we het recht op vereniging toch een vrij belangrijke zaak en we gaven die niet op tenzij het noodzakelijk werd.
De situatie is ooit erg hard geëscaleerd, maar alles viel altijd binnen proportie. We konden nooit echt iets veranderen. Er was geen geld en daarom was er crisis. Er was crisis en daarom was er honger. Er was honger en daarom was er woede. Er was woede en daarom was er geweld. Er was geweld en daarom vielen er doden.
Belgische rellen
De Venezolaanse rellen zou je misschien wel een beetje kunnen vergelijken met de rellen in Londen of de Franse Peugeot-BBQ. Vuur. Mensen met een koelkast op hun rug. Vernielde deuren, ramen, autos, tanken, bussen, weet je? Rellen.
Maar in België is alles wat kalmer, heb ik geleerd. En als vijf allochtonen op de stoep staan kan de politie optreden omwille van het samenscholingsverbod. En als 50 - 100 mannen in een ongemakkelijk deel van de stad bijeen komen om zonder toestemming te protesteren voor een discutabele reden en een Amerikaanse vlag in de fik te steken en wat slogans te zingen, is er reden genoeg om in de krant RELLEN te koppen, met het grootste lettertype, en om 230 mensen op te pakken en die te bestempelen als “heethoofden”, hoewel velen weten dat de helft daarvan passanten waren met de verkeerde huidskleur. Wie weet, misschien zelfs gewoon met een baard. Maar ja, de meeste lezers en kijkers lezen en kijken vanuit een comfortabele vervreemding, dat weten we ook.
Ik was, toevallig, vorig jaar daar in de Seefhoek toen de media over een “oorlog” spraken tussen handelaars en drugsverkopers. Ik kon de ernst van de krantenkoppen niet verzoenen met de ernst van de gebeurtenissen in de Handelstraat. En omdat de berichtgeving buitenproportioneel was viel het antwoord daarop ook buiten proportie.
Samenscholingverbod en stigmatisering
Strengere controle. Haatdiscours. Vandaag is het antwoord nog eens buiten proportie. RELLEN IN BORGERHOUT lezen we.
Zbigniew Brzezinski, een gerenommeerde Pools-Amerikaanse politieke wetenschapper, heeft zich ooit heel erg kritisch geuit over de frequente buitenproportionele militaire antwoorden van Israëlische militairen op wat volgens hem Palestijnse provocaties waren. Hij zei, toen, dat een overdreven antwoord contraproductief is, omdat het alleen maar meer hostiliteit en extremisme veroorzaakt.
We moeten ons antwoord binnen proportie houden, omdat we met een overdreven antwoord niks anders bereiken dan radicalisering. En dat geldt zowel voor de krantenkoppen als voor de politieinterventies.