Ethnic profiling, nu ook in de winkel!

Worden mensen met een migratieachtergrond 'gemiddeld' anders behandeld door winkeliers dan mensen zonder migratieachtergrond? Deze kwestie is vooral interessant in het licht van andere ontwikkelingen. Want het fenomeen beperkt zich niet tot de winkel.
Ethnic profiling, nu ook in de winkel!
 

Of mensen met een migratieachtergrond gemiddeld anders worden behandeld door winkeliers dan mensen zonder migratieachtergrond? Natuurlijk. Had je iets anders verwacht? Dat is toch logisch. Net zoals door de politie, door de media, door politici, door filosofen of door de ‘doorsnee Vlaming’. ‘Onze’ ervaring in een winkel is gemiddeld anders dan die van Belgen van autochtone origine, dat maakt deel uit van het leven in een samenleving waar ‘onze’ ervaring gemiddeld anders is.

Het fenomeen beperkt zich niet tot de winkel. Als we beledigd worden en daarop reageren, hebben we lange tenen. Als we stil blijven zijn we apathisch, maar als we spreken is het kot te klein. Als we iets willen laten zien, zoals een religieuze overtuiging, zijn we niet welkom. Als we iets in het openbaar verhullen, zoals ons lichaam, ook. Mensen hebben gevraagd om aparte rijen voor ons te organiseren in concerten en festivals, om ons te controleren terwijl ‘anderen’ geen last hebben van onaangename (onnodige!) vertragingen. Als één van ons iets slecht doet, zijn we allemaal schuldig.

Dus… verrassing? Neen. Klonk realistisch. Komt overeen met wat ik meemaak. Met de mensen die mij vragen om in mijn rugzak te kijken - en anderen niet. Met de onvriendelijke of gênante momenten en de mensen die mij “nauwlettend in de gaten houden”. Geen verrassing, wel tof dat het eens op een stelselmatige (en zeker ook reproduceerbare) manier wordt vastgesteld en er een concreet idee is van de cijfers, van hoe groot het verschil is.

Ongelijke behandeling

Maar deze kwestie is vooral interessant in het licht van andere ontwikkelingen. Aan de hand van de verklaringen van onze minister van Binnenlandse Zaken over ethnic profiling, bijvoorbeeld. Aan de hand van de niet veroordeelde vaststelling van de Antwerpse burgemeester dat “wantrouwen en afwijzing” het gevolg zijn van fysieke gelijkenissen met terroristen. Maar ook aan de hand van de idee van ‘neutraliteit’ dat de huidige uitsluiting van bevolkingsgroepen volledig legitimeert.

Het is anders ook een aangename verrassing dat het ‘Neutraal’ Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) bevestigt dat die ongelijke behandeling van klanten wel degelijk plaats vindt, dat ze daar zelfs achter staan en waarom. Meestal zijn mensen slim genoeg om niet toe te geven dat hun handelen gedreven wordt door racistische veralgemeningen. Deze keer niet. We mogen dus open kaart spelen, want dit gaat niet over een interview met één persoon, een individuele blunder of een geïsoleerd geval. Het is een officieel standpunt van een organisatie:

“NSZ is er niet van overtuigd dat klanten van vreemde origine anders worden behandeld in kledingwinkels”, zo staat het in hun persbericht. Een halve alinea later: “Dat winkeliers klanten van vreemde origine, zoals het onderzoek stelt, meer in de gaten worden gehouden, is volgens de ondernemersorganisatie alleen maar logisch.” De redactiefout laat ik daar gewoon staan, die versterkt de contradictie: dat sommigen “meer in de gaten worden gehouden” dan anderen, is dat geen ongelijke behandeling?

Geen racisme

Dat is ook bijna letterlijk wat minister Jambon zei eind 2015 over de controles die gevoerd werden i.v.m. terreuronderzoek. “Het is logisch dat mensen die aan het profiel voldoen – mensen van vreemde origine, inderdaad – gecontroleerd worden.” Vervolgens ontkende hij dat onze ordediensten zouden meedoen aan ethnic profiling. Andere klanten, zelfde denkwijze. Als de minister van Binnenlandse Zaken op die manier redeneert, waarom zou ik dat zelf niet doen?

Dat NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws ook tips van de federale politie en uitspraken van Theo Francken aanhaalt om haar punt te maken, bevestigt nogmaals de institutionele oorsprong van dit wereldbeeld. Het gaat over een ideologie, over georganiseerde stigmatisering.

In ieder geval luidt het: ‘niks aan de hand want dit is geen racisme’. Daar begint het al: bij een algemene onwetendheid over wat racisme inhoudt, bij een soort statistische rechtvaardiging voor racistische vooroordelen en racistisch handelen. Mattheeuws weet niet dat men geen conclusies mag trekken over een onbekende persoon aan de hand van het gedrag van anderen met een gelijkaardig uiterlijk.

Ze “betreurt” zelfs dat de "studie is gebeurd door een onderzoekster van vreemde origine". Maar neen, ook dat is geen racisme.

Breder kwaad

Dit is niets anders dan het verlengde van wat we gerust het dominant denken mogen noemen. Dominant, omdat dat het denken is dat officieel vanuit onze instellingen komt. Dominant omdat het maar een uitzaaiing is van ideeën die door het bestuur worden geformuleerd. Als het wantrouwen en afwijzen van mensen op basis van fysieke gelijkenissen met de daders van Barcelona niet worden veroordeeld, waarom zouden mensen dat gedrag niet reproduceren?

Toevallig of niet, is het feit dat een ‘neutraal’ syndicaat achter deze impasse zit toch handig. Want zo komen we elke dag een stapje dichter bij de betekenis van ‘neutraliteit’. Vandaag leren we namelijk dat neutraliteit niets te maken heeft met gelijke dienstverlening, want volgens het NSZ mogen (moeten?) mensen anders worden bediend (lees: “meer in de gaten worden gehouden”), afhankelijk van hun uiterlijk.

Dat mag op zijn beurt gezien worden als een uitbreiding van de verwarring die onze Vlaamse overheid verspreidt met de verwijdering van een vacature die geïllustreerd werd met een foto van een gesluierde moslima. Dat zou ingaan tegen de neutraliteit die de overheid moet uitstralen. ‘Neutraliteit’ gaat dus niet over de objectieve, gelijke behandeling van burgers, maar over een soort subjectieve uitstraling, want iedereen ervaart ‘neutraliteit’ anders.

Zolang we niet zien dat deze fenomenen allemaal symptomen zijn van een breder kwaad, zullen we hier jammer genoeg geen oplossing voor vinden.