Beiden, interview en reacties, zijn alleszins geen nieuw fenomeen. Eigenlijk is het een déjà vu van formaat.
VRT en voornamelijk De Afspraak beginnen stilaan te wennen aan de controverse. Met het interview van Wouter Deprez als de zoveelste oorzaak van kritiek, wordt de vraag vaker gesteld of de openbare omroep verkeerd bezig is, ten minste als het over de houding tegenover gastsprekers gaat.
De meest opvallende discussie was natuurlijk die rond de aanwezigheid van ex-Syriëstrijder Younnes Delefortrie die op een (volgens sommigen té) beleefde manier werd geïnterviewd door Bart Schols. Meteen kwam er reactie van zo goed als alle kanten. Burgers, journalisten, politici: niemand leek te begrijpen wat door de hoofden van de VRT-redactie ging die avond. Het interview zag ik pas na de heisa en misschien daarom dat ik de reactie buitenproportioneel vond. Het was een gesprek met gemiste kansen, zeker. Zoals bijvoorbeeld dat moment wanneer de ex-jihadist zich afvraagt waarom de media zich focust op de onthoofdingen, terwijl IS ook maatschappelijk werk verricht. Het is vanzelfsprekend dat de inspanningen van IS zich richten op de creatie van een meedogenloos imago: ze profileren zich niet als een brave NGO. Maar mijn opmerkingen vallen alleszins onder de categorie “ik had het anders gedaan”.
Beiden, interview en reacties, zijn alleszins geen nieuw fenomeen. Eigenlijk is het een déjà vu van formaat. Op 26.08.2014 verscheen een opiniestuk van Mathias Diependaele en Wilfried Vandaele over de uitnodiging van Anjem Choudary, ex-woordvoerder van het ondertussen verboden Sharia4UK, door Terzake. “De VRT heeft hier een inschattingsfout gemaakt”, stelden Vandaele en Diependaele vast. “Kan je iemand zomaar racistische praat laten verkopen voor tienduizenden kijkers?”, een terechte vraag die gesteld werd. “Uiteraard heeft een openbare omroep de taak om de kijker ook hierover uitvoerig te informeren en verschillende visies te belichten”, schreven ze. “De vraag is hoe”, voegden ze daaraan toe.
Mijn gevoel die avond was dat de rol van Annelies Beck zwak was. Ik had een veel kritischere houding verwacht tegenover iemand die gruwelijke daden van IS vergoelijkt. Dat mag (of moet?) hard worden aangepakt, met pertinente argumenten en vragen. Dat gebeurde alleszins niet. Carl Voet, hoofdredacteur actuaprogramma’s televisie (VRT), zou een dag later schrijven dat “elke stem in het debat over de radicalisering moet worden gehoord”, iets dat ook geen magische oplossing biedt. Diepgang zit niet in het afwisselend aan bod laten komen van meningen, noch in tegenstrijdige meningen te laten debatteren, maar in het correct kaderen van meningen, iets dat een tweede mening niet altijd biedt.
Voet liet toen verstaan dat de kijker van Terzake slim genoeg is om te begrijpen dat een bepaalde stem extreem en onwenselijk is. Daar ben ik van overtuigd, ook in het geval van Younnes in De Afspraak. Maar deze keer zou VRT anders reageren. VRT antwoordde toen met vertrouwen in de kijker (“wat die man zegt gaat overduidelijk tegen de maatschappelijke consensus in, waardoor er nauwelijks een kanttekening bij moet”), deze keer regeerden ze met paniek: de aflevering van De Afspraak werd offline gehaald en publieke verontschuldigingen werden aangeboden. De rol van Schols zou even zwak zijn als die van Beck toen.
Was die zwakke houding van Annelies Beck iets uitzonderlijk? Ook niet. Een paar maanden later heeft Kif Kif de kans gehad om Lieven Verstraete onder andere daarover te interviewen. Er werd gesproken over het spraakmakende interview van Bart De Wever in het Nederlandse Oog in Oog.De assertieve interview-stijl van presentator Sven Kockelmann was ongezien naar Vlaamse normen en werd daarom door even veel mensen geapprecieerd als bekritiseerd.
Op de vraag “Is de rol van de presentator zoals we hem hier kennen misschien te beperkt? Hebben we iemand nodig die kritische vragen stelt en doorvraagt als het antwoord niet komt/klopt?”, antwoordde Verstraete: “Je pleit er eigenlijk voor dat de interviewer weer de inquisiteur wordt? We hanteren de regel dat je elke gesprekspartner in zijn waardigheid moet laten en dat geldt voor iedereen. En we krijgen toch kritiek dat we te veel onderbreken. Het behoort tot de normale technieken om gasten te wijzen op tegenspraak of fouten, dus dat probeer je te doen. Er ontsnappen soms dingen. Vermits het ook live is, heb je sommige zaken pas achteraf door. Maar het hoort wel zo.”
Het is dus geen uitzondering, maar een keuze. Een keuze die “voor iedereen” geldt. En dat is effectief zo, want andere gasten met even extreme of radicale meningen worden op dezelfde manier behandeld.
Zo kreeg ook een ex-soldaat van de Israel Defence Forces (een Israël-strijder, zou je hem kunnen noemen) de kans om het bloedbad in Palestina te verdedigen in de studio van Terzake. Een even ergerlijke getuigenis tegenover een even beleefde Kathleen Cools. Diependaele en Vandaele reageerden daar niet op. Net zoals er vandaag niet gereageerd wordt op andere radicalen die overal aan het woord komen. En dat gaat niet alleen over de openbare omroep.
Er was ook geen heisa deze week over de anti-islamitische verklaringen van Wim Van Rooy in Knack, bijvoorbeeld. Eigenlijk is het een gewoonte geworden om op zoek te gaan naar extreme, radicale meningen. Met het rubriekje “Helden van het internet” uit het Vier-programma Karen en De Coster als meest voor de hand liggend voorbeeld. Regelmatig komen radicale meningen aan bod, maar heisa en redactionele verontschuldigingen komen er niet.
Kan het misschien zijn dat niet de journalistieke professionaliteit niet is wat mensen stoort, maar dat ze bepaalde dingen niet willen horen, hoe hard ze ook lijken op andere dingen die probleemloos worden gezegd? Waar zijn de criticasters wanneer openlijke islamofoben en vanzelfsprekende haatpredikers aan het woord worden gelaten? Nergens te bespeuren. Misschien is het probleem niet "radicale meningen", maar eerder "radicale meningen waar ik niet mee akkoord ga” met als gevolg een oneerlijk debat.
Deze impasses lijken te leiden tot een herziening van de werking van de openbare omroep. En dat kan interessant zijn, maar zal tot niets leiden als het probleem niet alleen aan de zwaktes van de zender ligt, maar ook en vooral aan de hypocrisie en de dubbele moraal van de ontvangers.
Ondertussen lijkt VRT uiteraard gewend te geraken aan ontevreden reacties. "Hoe we programma’s aanpakken, behoort tot onze redactionele autonomie", klinkt het deze keer combattief bij Carl Voet, als antwoord op de kritiek van Schauvliege op het interview van Deprez. En die redactionele autonomie heten we welkom zolang het “voor iedereen” geldt. Zolang “elke stem in het debat” gehoord wordt en correct wordt gekaderd. Dan moeten we als kijkers ook allemaal werk maken van onze selectieve verontwaardiging.