Gatz: de tien geboden van de culturele uitverkoop

Na de kaalslag op Cultuur, is er nu ook de beleidsnota van de Cultuurminister. De omslag naar een neoliberale cultuurpolitiek is daarmee een feit. Hierbij een inventaris van de uitverkoop. De tijd van twijfels is voorbij. Hoog tijd om een tegenstroom op gang te brengen. Red de cultuur!
Gatz: de tien geboden van de culturele uitverkoop

Un tour de main / le président Scarface sur fond vert pâle
48 X 56 cm, olie op paneel. Bram Borloo
L'image, composé avec des photo de Sarko, Bart De Wever et Poutine est débordé de rage. Cela revendique le monstre de Frankenstein. Le fond vert pâle fait référence au quatrième Chevaliers de lApocalypse, la Mort est composée de la même couleur.

 

Aankondiging: (Na de kaalslag op Cultuur, is er nu ook de beleidsnota van de Cultuurminister. De omslag naar een neoliberale cultuurpolitiek is daarmee een feit. Hierbij een inventaris van de uitverkoop. De tijd van twijfels is voorbij. Hoog tijd om een tegenstroom op gang te brengen. Red de cultuur!)

Er komt geen Grote Sanering, ik ga geen mensen op straat zetten.” Met deze eerste officiële boodschap(DS 28/08) opende Sven Gatz zijn mandaat als Cultuurminister. Een maand later werd duidelijk hoe diep de huidige historische besparingen sneden in Cultuur, media en het verenigingsleven, de zeven werken van Gatz, zeg maar. Intussen kennen we ook het afbraakscenariovan de federale instellingen, duidelijk een door N-VA gestuurde communautaire agressie.

Gatz kreeg bij zijn aantreden het hoffelijke voordeel van de twijfel. Kunst en Cultuur kreeg er een pijnlijke vertrouwensbreuk voor terug. Nu is ook de beleidsnota Cultuur(2015-119) beschikbaar. Die heeft het voordeel van de duidelijkheid, ze laat niets nog aan de twijfel over: Gatz doet gewoon alsof er n-i-e-t-s aan de hand is. Business as usual. Besparingen? Wie is daar nu nog over bezig?

Hoogtijd voor een volgende shock: tussen de camouflage van mooie woorden door, lezen we een ongezien radicale intentieverklaring. De volgende vijf jaar moet een cultuuromslag naar een neoliberale cultuurpolitiek werkelijkheid worden: de openbare dienstverlening in functie van de markt.

Hierbij alvast een bloemlezing van de uitverkoop, in een tiental puntjes. De beleidsnota’s jeugd en media zijn helaas van eenzelfde teneur van zogeheten ‘slimme ondernemerszin’. De begroting is nog niet beschikbaar. Maar met deze klare ideologische wijn die Gatz nu schenkt, weten we reeds dat er hooguit wat marge op zit. Kruimels als zwijggeld, voor wie het hardst komt lobbyen. Overbodig te vermelden dat de besparingen eigenlijk gewoon transfer naar de bedrijvenzijn.

 

I. Het missiewerk in privatisering via fiscale structuren

Citaat: "Met de federale overheid zal ik nagaan of we de tax shelter kunnen uitbreiden naar andere culturele sectoren. Ook wil ik inzetten op alternatieve financieringsvormen die elders al hun nut hebben bewezen, zoals bijvoorbeeld crowdfunding, een kunstkoopregeling en fiscale maatregelen." “De tax shelter speelt een glansrol”

 

II. De draaideur van het publieke naar het private

"Ik beoog een geïntegreerd en verbindend cultuurbeleid dat samenwerking centraal stelt en bruggen slaat tussen publiek en privaat, tussen cultuur en economie."  

 

III. ‘Good governance’ (lees: ‘zelfstandig' financieel bestuur)

" De overheid verwacht van gesubsidieerde actoren dat ze ondernemerschap en een minimumaandeel aan eigen inkomsten realiseren. Subsidies kunnen dus beschouwd worden als een hefboom, met een terugverdieneffect. Hefboom!

IV. Branding Flanders. Na het Belgische bier, de Vlaamse film in de markt zetten

"De Vlaamse film is – zeker op de eigen markt – stilaan uitgegroeid tot een kwaliteitslabel. Mede dankzij de tax shelter steeg het aantal filmproducties de laatste jaren aanzienlijk. De middelen die we als overheid inzetten, hebben grote terugverdieneffecten voor onze economie, maatschappij en uitstraling. Om de economische terugverdieneffecten te consolideren, moeten we nog meer inzetten op de doorbraak van Vlaamse producties en hun makers op de internationale markt. De Vlaamse film vormt de hefboom bij uitstek om een venster op de wereld én op Vlaanderen te openen. Nu staan de vensters nog teveel op een kier."  Het Vonnis en The Loft? Hefboom!

 

V. Marktconform ondernemerschap

"Een dynamische en slagkrachtige culturele sector vraagt impulsen op vlak van ondernemerschap. Een duurzaam cultuurbeleid moet dan ook autonomie en ondernemerschap stimuleren. Ondernemerschap in de culturele sector veronderstelt dat culturele actoren zich proactief richten op professionele, inhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, vanuit een eigen vernieuwende visie en strategie. Het is belangrijk de goede randvoorwaarden voor ondernemingszin en ondernemerschap te creëren om impulsen te geven aan nieuwe financierings- en organisatievormen, en aan innovatie en samenwerking binnen en buiten de culturele sector. Ik wil de ondersteuning van kunstenaars en culturele organisaties op vlak van ondernemingszin en ondernemerschap transparanter en efficiënter maken. Hiervoor wil ik een samenwerking op poten zetten met actoren zoals Agentschap Ondernemen (!), het Kunstenloket en CultuurInvest(!).CultuurInvest als hefboom voor kunstenbeleid? Deuren en vensters open voor de mythe van de creatieve industrie.

 

VI. EU-beleid Creative Europe implementeren

"Cultuur heeft ook een belangrijke economische waarde, zoals blijkt uit de studie ‘Creatieve Industrieën in Vlaanderen – update’ (2014) van Flanders DC Kenniscentrum. Zo waren de culturele en creatieve sectoren in 2010 (meest recente cijfers) goed voor meer dan 126.000 jobs en vertegenwoordigden ze 3% van het Bruto Binnenlands Product en dat zowel binnen de profit- als de non-profitsector. Ze draaiden een omzet van 22,6 miljard euro en realiseerden een toegevoegde waarde van 6,9 miljard euro.  Daarnaast heeft cultuur multiplicatoreffecten binnen de bredere economie en positieve spillovereffecten binnen sectoren zoals media, toerisme, buitenlandse handel, innovatie. De culturele sector vormt ook een motor van lokale en regionale ontwikkeling. Culturele projecten, organisaties en kunstenaars worden beschouwd als belangrijke ‘soft location factoren’ om de aantrekkingskracht van steden en regio’s te verhogen voor inwoners, investeerders, toeristen en nieuw creatief talent. Om deze cross-over effecten te optimaliseren is het belangrijk de culturele sector ook in te bedden in een breder economisch, lokaal en regionaal ontwikkelingsbeleid." "Het is mijn ambitie ervoor te zorgen dat internationale programma’s, zoals Creatief Europa, Europa voor de burger, Horizon 2020 en de Structuurfondsen nog breder bekend en benut worden."Deuren en vensters open voor the creative class. Creative Europe is het probleem, niet de oplossing.

 

VII. Topevenementenbeleid

"Topevenementen zijn kwalitatief hoogstaande evenementen die een uitstraling hebben tot ver buiten de grenzen. Ze hebben ook een grote impact op onze economie. De schaal en omvang van topevenementen vragen een gecoördineerde aanpak op Vlaams niveau. We ontwikkelen daarom een coherent topevenementenbeleid. We clusteren alle relevante competenties binnen de Vlaamse overheid in één slagkrachtige cel EventFlanders, in de schoot van Toerisme Vlaanderen. Op basis van een business case, opgesteld door EventFlanders, beslist de Vlaamse Regering welk topevenement op de ondersteuning van EventFlanders kan rekenen."De passieve cultuurbeleving wordt gepromoot. Vlaanderen vakantieland! ‘Duurzaam’ ook: “Ik ambieer een duurzaam cultuurbeleid. (…) Zo wil ik bijvoorbeeld investeren in duurzame toonaangevende culturele infrastructuur en in grote ambitieuze instellingen als ambassadeurs van Vlaanderen.”

 

VIII. Een 'schottenloos' beleid (tussen kunst en industrie)

"Daarnaast wil ik de economische waarde van cultuur verder valoriseren door samen te werken met actoren zoals het Agentschap Ondernemen, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van de Routeplanner, de Participatie Maatschappij Vlaanderen en in het bijzonder CultuurInvest, Flanders DC, het Overleg Creatieve Industrie, FIT en intermediaire organisaties. Hierbij gaat mijn aandacht in het bijzonder uit naar de culturele en creatieve industrieën. Door resoluut te kiezen voor samenwerking en hiermee de krachten te bundelen kan de culturele sector zich versterken. Samenwerking (!) kan op diverse vlakken: o.a. delen van infrastructuur en personeel, gemeenschappelijke promotie en spreiding, het opzetten van coproducties en partnerprojecten, het realiseren van gezamenlijke aankopen.  Vanaf 2016 komen partnerprojecten, die inzetten op de innovatieve waarde van kunst over de grenzen van de kunstwereld heen (o.a. toerisme, economie, educatie), in aanmerking voor steun vanuit het Kunstendecreet (!). Hierdoor versterken we beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking en creëren we ook openheid naar samenwerking met private spelers. Partnerprojecten kunnen private actoren stimuleren om te investeren in een samenwerking met kunstenaars of diverse vormen van financieel, symbolisch, intellectueel en sociaal kapitaal binnenbrengen in het culturele veld."  

 

IX Rechtstreekse steun aan verkopers

“Private spelers kunnen ook een belangrijke rol spelen bij de spreiding of promotie van kunst. Ik denk hier bijvoorbeeld aan galeries. Het galeriewezen is in Vlaanderen en Brussel een belangrijke factor, als tussenpersoon tussen de verzamelaar en de kunstenaar. Galeries zorgen voor de promotie van kunstenaars, bieden de kunstenaar een (inter)nationaal netwerk aan en presenteren hun werk buiten Vlaanderen door te participeren aan belangrijke buitenlandse kunstbeurzen. Ik wil onderzoeken hoe we dergelijke private spelers sterker kunnen ondersteunen, zonder dat dit echter mag leiden tot concurrentieverstoring, conform het Vlaams Regeerakkoord (p. 132).”  “Tot slot wil ik nagaan waarom rechtspersonen met een niet-commercieel karakter vaak als enige structureel subsidiabele rechtspersoon erkend worden en of andere organisatievormen een haalbaar alternatief zijn. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de mogelijkheden van de coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk, aangezien deze rechtsvorm de voordelen van een vennootschapsstructuur combineert met ideële en maatschappelijke doelen."  Innovatief! Directe subsidies voor private bedrijven vanuit het kunstendecreet. Dat sympathieke ‘coöperatieven’-idee als excuus voor de privatisering van de publieke sector.

 

X. Angelsaksisch model als rolmodel

“De grens van het huidige subsidiemodel werd bereikt.”;"Cultuur is te belangrijk om een exclusieve bevoegdheid van de overheid alleen te zijn. Cultuur is van en voor ons allemaal (!). Ik wil samen met de sector de weg vrijmaken voor een nieuwe, flexibele financieringsbenadering die een subsidiebeleid verbindt met haalbare, alternatieve financiering. Met deze financieringsbenadering betracht ik een goede combinatie te maken tussen het continentaal model (met bijna exclusief subsidies) en het Angelsaksische model (waarbij de rol van de overheid miniem is en wordt overgenomen door de markt). Om middelen uit de private markt te genereren, wil ik de dialoog aangaan met het Vlaamse en federale niveau en met de collega’s van de Franse Gemeenschap om samen fiscale stimuli in het culturele veld op de agenda te plaatsen." Privaat bezit is van ons allemaal? Dat kan alleen een liberaal bedenken. 

 

Besluit: het marktisme van Gatz 

Verder ook opvallend: M HKA wordt zijn ‘kerninstrument’. Bart De Baere zijn charmeoffensief bij N-VA werpt vruchten af. Hij sprong deze week nog op de kar van het revanchisme van Rondas, door in De Morgen te verklaren dat die federale cultuurinstellingen gedateerd zouden zijn: onaangepast en ‘autistisch’... En Smak? Wegsaneren omdat het in Gent ligt, niet in Antwerpen? Boekenwinkels zullen zich ook moet heruitvinden, luidt het. Creatieve destructie? Wat ooit een ‘vaste boekenprijs’ was, wordt in bijzonder afgezwakte versie als schaamlapje opgenomen. Via Boek.be wordt de mondige literaire wereld via hun uitgevers ook aan de leidband gelegd. Voor de Frankfurt Buchmesse zou naar verluid 1 miljard euro vrijgemaakt worden. De recente aderlatingen? De minister doet alsof zijn neus bloed maar schrijft dan wel übercynische zinnen als: "Het cultureel-erfgoedbeleid kent momenteel een spanning tussen enerzijds de huidige draagkracht van de actoren in het veld en anderzijds de vele verwachtingen die de overheid stelt tegenover deze organisaties." Hoe zou dat toch komen?

Hoe ongeloofwaardig kan je zijn, als je uw bezorgdheid voor de kunstenaars van morgen in een nota uitschrijft, maar ondertussen zwaar saneert op het Kunstendecreet en de deur wijd openzet voor de creatieve industrie? Hoe vals klinkt de bezorgdheid om een bloeiende cultuur, als je enerzijds 51 miljoen euro wegsnijdt in de cultuursector, om anderzijds triomfantelijk 40 miljoen vrij te maken voor de bouw van een megalomane cultuurtempel in Ruisbroek, een verloren dorp in de Brusselse zuidrand? Het illustreert duidelijk de bitterheid van de Vlaams-nationalistische cultuurstrijd: in de hoop de zich ontplooiende superdiversiteit in de Brusselse hoofdstad in te dijken, wordt er een ‘Vlaamse vuurtoren’ neergepoot die de identiteit van de autochtone monocultuur moet promoten. Alsof de cultuursector al niet genoeg een product is voor en door de blanke middenklasse.

“Een beetje fitness is welkom in de cultuursector”, zo motiveerde de nieuwe Cultuurminister in een interview met Werner Trio (Klara, 27/09) zijn bespaarpolitiek, waarvan we het einde nog niet hebben gezien.

Cultuurfilosoof Pascal Gielen had daags ervoor al een goed advies klaar (DS, 25/09): laten we kiezen voor een exodus. Dat is geen oproep tot anti-politiek, niet om onze rug te draaien terwijl de uitverkoop zich voltrekt. Het is exact het tegenovergestelde: een oproep tot meer politiek engagement. Meer bepaald om als civiele samenleving zelf onze cultuurpolitiek uit te werken. Via analyses, deconstructies, kritieken, nota’s en landschapsstudies. In een eigen Red De Cultuur-commissie bijvoorbeeld. Om als cultuurmakers en kunstliefhebbers zelf onze eigen agenda en thema’s op te stellen en daar aandacht voor te vragen.

Dat is overigens precies wat Owen Jones zo treffend met een ‘democratische revolutie’ bedoelt, in zijn nieuw boek The Establisment and how they get away with it (2014). De legitimiteit van deze rechtse regering is ver zoek. Een warme oproep aan onze volksvertegenwoordigers in de cultuurcommissie, in het bijzonder Yamilla Idrissi (Sp.a) en Bart Caron (Groen), om de culturele uitverkoop bij de volgende zitting volgende week hart boven hard te contesteren. Het is het begin van een lange cultuurstrijd, binnen en vooral ook buiten het parlement.