Het niveau van het discours

Haat is besmettelijk. En bewust of onbewust, wordt haat verspreid via de media. Als het niveau van het discours verlaagd wordt in de hoge politieke instanties, wordt het niveau van het discours verlaagd onder de gewone mensen dankzij de media. En dat is exact wat in mijn geboorteland is gebeurd.
Door: O. - 07/01/2012 - 11:28
Het niveau van het discours

“You see… I believe in the god of carnage. He has ruled, uninterruptedly, since the dawn of time.” – Yasmina Reza

 


“I believe in the god of carnage. He has ruled, uninterruptedly, since the dawn of time.”
Yasmina Reza

Ik heb Venezuela verlaten in 2001. Niet omdat ik moest vluchten, niet omdat ik daar geen toekomst meer zag voor mij en de mijnen, maar omdat ik opgegroeid ben met de overtuiging dat we allemaal dezelfde wereld delen. Als ik plots in Europa wou studeren, daar een andere taal leren (Frans was toen mijn voorkeur) en in contact komen met andere culturen en gewoontes, dan moest ik dat kunnen doen. Ik wou een sterkere en bewustere persoon worden. Daarom.

Ik was ervan overtuigd, zoals de meeste migranten die ik ken, dat het tijdelijk ging zijn. Een paar jaar studeren, reizen en hard werken (om mijn studies en reizen te betalen, niet om rijk te worden, zoals de meeste mensen snel concluderen) en terug komen om de rest van mijn leven op te bouwen naast mijn familie en vrienden. Net zoals de meeste Belgen doen tijdens hun Loopbaanonderbreking of hun Erasmus, of zo. Maar ja, eens je migreert, moet je goed kunnen improviseren want het eerste dat je leert, is dat niks gebeurt zoals gepland. En dat heb ik mooi meegenomen. Ik heb er het beste van gemaakt.

In tien jaar tijd is mijn geboorteland veel veranderd. Ik heb die metamorfose van op een afstand meegemaakt, via familie en vrienden. En de media.

Mijn eerste maanden hier waren meteen een test: in minder dan een jaar was het conflict tussen Chávez en de oppositie zodanig geëscaleerd dat een algemene staking die twee maanden duurde, eindigde in een Coup d’Etat (een moderne Coup d’Etat, van die staatsgrepen die je vaak vermomd ziet als de ‘onverwachte’ aftrede van een Premier). Mijn vader moest dagen (ja, met nachten) aanschuiven om te tanken. Veel mensen moesten met brandhout beginnen koken. Het land was zodanig gepolariseerd dat manifestanten tegen Chávez meer dan eens werden bekogeld door woeste supporters van onze President. Soms kon ik niet slapen door het tijdsverschil. De rellen in mijn moederland waren volop bezig als het hier al tijd was om te slapen. Voor mij was het zwaar, maar dat is niet te vergelijken met wat ‘de mijnen’ meegemaakt hebben.

Mijn moeder onderging emotionele stress waar zij nog de gevolgen van draagt. Haar probleem was dat zij naar TV keek. Op TV was er alleen maar haat. 24/7. Het niveau van het discours van Chávez is nooit al te hoog geweest, hij is een man die geen blad voor de mond neemt en hij kan bijzonder hard beledigen als je anders dan hem denkt. Hij is niet de enige. En al die beledigingen, gevechten en de uitzonderlijke politiekgeïnspireerde schietpartijen waren constant “het nieuws”.

Haat is besmettelijk. Bewust of onbewust wordt haat verspreid via de media. Als het niveau van het discours verlaagd wordt in de hoge politieke instanties, wordt het niveau van het discours verlaagd onder de gewone mensen dankzij de media. En dat is exact wat in mijn geboorteland is gebeurd.
In Venezuela was de agressiviteit op straat snel intolerabel. De agressiviteit is de munteenheid van ons land geworden. Je kon het voelen aan de balie, aan het stuur van je auto, in conversaties met je vrienden, overal.

Een goede vriendin schreef me een email in 2002. Haar man was in elkaar geslagen omdat hij bij de buurman ging vragen of de TV een beetje zachter mocht, zodat zijn kind kon slapen. Het resultaat was een gekneusd kaakbeen. Hoe klein dat detail ook is (voor Venezolaanse normen), het is een voorbeeld van de alledaagsheid van het geweld. Toch was “volhouden” het antwoord. Werken aan een betere en meer tolerante samenleving.

Een paar jaar later schreef zij dat haar gezin voor het eerst de mogelijkheid overwoog om het land te verlaten. Hun reden was eenvoudig: op school, op straat en op TV begon hun kind te merken dat zij in een haatsamenleving woonden.

In een verontrustende passage uit 'God of Carnage', het überberoemd toneelstuk van Yasmina Reza, discussiëren twee koppels over een zwaar uit de hand gelopen ruzie tussen hun kinderen. Een van de ouders vertelt aan een andere dat een speelplaatsgevecht de normaalste zaak van de wereld is. Waarop een moeder schreeuwt dat het niet zo is. De assertieve vader repliceert dat hij sterk gelooft dat de 'God van Slachting' de wereld geregeerd heeft sinds het begin der tijden. De twee koppels vallen elkaar in real time aan op de meest burgerlijke manier. We kunnen zien hoeveel ingehouden agressiviteit er zit in de scherpe dialogen van Reza. Het is duidelijk dat hun kinderen die haat vertalen in een zware slag en twee gebroken tanden.

Mijn vrienden werden paniekerig van het donkere vooruitzicht: de haat die in de samenleving heerst, zou zich vroeg of laat vertalen in twee gebroken tanden.

In 2001 was ik een uitzondering. Migreren was toen niet “nodig”. Maar vandaag de dag woont minder dan 50% van mijn vrienden nog in Venezuela. Hun reden is niet rijk worden (als je rijk wil worden, moet je in Venezuela blijven, hoe absurd dat ook mag klinken) maar vluchten van een agressieve samenleving.

Daar moest ik aan denken toen ik Bart de Wever op TV zijn typerende passiefagressiviteit zag beoefenen en De Croo of Beke daar luid op reageerden (link DS). Daar moest ik aan denken toen Jambon zijn overdreven oproep deed tot de ontkenning van het Premierschap van Di Rupo (link Knack). Daar moet ik aan denken elke keer wanneer Van Aelst iemand beledigt (link Brussel Nieuws). Elke keer wanneer Bracke zijn geloofwaardigheid misbruikt. Daar moet ik aan denken elke keer wanneer Gerolf Annemans (link De Redactie) of Filip Dewinter (link Youtube) hun xenofobie, xenoglossofobie en tegenwoordig ook homofobe praat aanvaardbaar proberen te maken. Daar moet ik aan denken wanneer de pers vindt dat Sharia4Belgium verdient wat zo veel vreedzame en positieve multiculturele initiatieven niet krijgen: aandacht.

Beseffen zij dat de haat lekt door alle lagen van de samenleving? Beseffen zij dat haatmails en giftige forumberichtjes een direct gevolg daarvan zijn? Beseffen zij dat er elke dag nieuwe kinderen zijn die merken dat we in een samenleving wonen waarin de uitbuiting van schandaal en conflict de norm zijn geworden? Beseffen zij na schietpartijen in Antwerpen, Oslo en Firenze hoe gevaarlijk een ongenuanceerd discours eigenlijk is?

In een artikel dat op kifkif.be verscheen, een post van Chika Unigwe, heb ik heel mooie woorden gelezen. Over Elio Di Rupo zei zij: “Hij spreekt elk woord uit alsof hij bang is om het te breken; alsof woorden gemakkelijk beschadigd geraken” (link Kif Kif -  Blog Chika Unigwe).

Misschien zouden we allemaal moeten leren spreken met dezelfde voorzichtigheid als een anderstalige. Want woorden zijn ZO gevoelig. Woorden raken inderdaad snel beschadigd. En met beschadigde woorden kunnen we veel kwaad doen.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Orlando Verde is geboren in Venezuela in 1977, maar woont in Antwerpen sinds 2001. Hij is informaticus van opleiding en schrijft en maakt films af en toe. Eigenlijk vertelt hij vooral graag verhaaltjes.
Eerdere publicaties:

'Het land van de Minderheden'

'De Decaf Era'

'De Jacht'

'De Ogen van Oedipus'

'The Eighthies'