Mensen die je met microracistische uitspraken, zoals ‘u gaat vast een eetzaak openen’, dagelijks herinneren aan de vele vooroordelen die er nog steeds leven.
Bij ons thuis staat de televisie zelden aan, maar woensdagavond maakten we voor de eerste aflevering van Pano graag een uitzondering. Niet alleen omdat het over twee moslims ging die als sociaal experiment hun intrede deden in Tremelo, een oervlaams, blank dorp. Maar vooral ook omdat mijn man afkomstig is van dat dorp en ik er nog nooit ben geweest.
Bij de start van het programma zat ik er iets of wat geamuseerd bij. Doorheen de jaren heb ik namelijk geleerd om racisme zoveel mogelijk van mij af te lachen. Een soort van copingmechanisme dat mij staande houdt in deze samenleving waarin racisme structureel aanwezig is. Echter sloeg mijn stemming vrij snel om. Ik werd plots geconfronteerd met beelden die voor mij, en ongetwijfeld vele anderen, zeer herkenbaar waren.
Mensen die je nastaren, maar niet snel genoeg weg kunnen zijn wanneer je aanstalten maakt om hen aan te spreken.
Mensen die je ‘eigenlijk wel sympathiek vinden’, maar liever toch zo weinig mogelijk te maken willen hebben met moslims.
Mensen die je met microracistische uitspraken, zoals ‘u gaat vast een eetzaak openen’, dagelijks herinneren aan de vele vooroordelen die er nog steeds leven.
Slecht een deel van de reacties die mij naar de keel grepen. Maar Pano heeft mij niet doen denken dat elke Tremelonaar of bij uitbreiding elke Vlaming een xenofoob is. Integendeel.
Ik kies ervoor om vooral de positieve dingen te onthouden. En die waren er. Reacties die lijnrecht tegenover de bovenstaande reacties staan. Kleine handelingen die mijn hart verwarmden. Zoals de oudere man die zijn sleutels overhandigde aan ‘Mohammed’ om zijn auto te parkeren. Niet wetende dat zo’n kleine gebaren van enorme grote betekenis zijn in de huidige samenleving. Een teken van vertrouwen. Een sprankeltje hoop. Of de buurman die een doosje chocolade bracht en ook nog tijd had voor een babbel en een lach. Daar, op dat moment, werd er een brug gebouwd in een maatschappij die veel te vaak bezig is met bruggen verbranden.
Op het einde van de aflevering dacht ik bij mijzelf ‘oef, dat kon veel erger’. De reacties op Twitter en Facebook bevestigden dat jammer genoeg.
Daarna las ik op verschillende sociale media reacties van mensen die vinden dat het sociale 'experiment' eens zou moeten omgedraaid worden. “Zet een homo-koppel in een moslimwijk”, luidde het. En bij zo een reacties heb ik mijn bedenkingen.
Eerst en vooral, dat is niet het omgekeerde doen. Het omgekeerde 'experiment' zou zijn om een niet-islamitische (blanke) winkelier een zaak te laten openen in een "moslimwijk". En bij mijn weten zijn er genoeg van die winkels.
Ten tweede, zou ik dat 'experiment' ook graag willen zien. En ik geloof dat er vast en zeker evenveel moslims (en niet-moslims trouwens) kunnen gevonden worden met wansmakelijke uitspraken en onjuiste vooroordelen over holebi's. En net zoals de aflevering van gisteren, zou ook die aflevering mij zwaarmoedig maken op die momenten.
Ten derde, en het meest belangrijke punt: het is niet omdat er mensen zijn die een negatieve houding hebben tegenover mensen met een andere afkomst, kleur, religie, geaardheid en noem maar op, dat het oké is om hetzelfde te doen. Two wrongs, don't make a right. En verandering begint bij de persoon in de spiegel.
We moeten het in de samenleving met elkaar doen. En zoals gisterenavond is gebleken, kunnen we soms een klein verschil maken door met elkaar te praten. Én, nog meer, door samen koekjes te eten!