Kunnen we nog toekijken hoe bommen uit de lucht vallen, waardoor Syrische burgers evengoed slachtoffer zijn als zouden ze getroffen zijn door tsunami of aardbeving? Dat ze daarom onze massale humanitaire hulp verdienen, staat vast. Maar wat met wapenhulp en de gevaren daaraan verbonden?
Waaraan de Syrische bevolking overgeleverd is, wordt duidelijk bij het bekijken van de beelden van bombardementen die activisten nog steeds op het internet opladen. We kregen bijvoorbeeld deze beelden binnen van Khalid Najar*, een Syrische vluchteling in België afkomstig uit Saraqeb, in het noorden van Syrië. Gisteren bombardeerde het Syrische leger de drukste markt van Saraqeb. Mensen zijn aan het winkelen. Het is de levenslijn, de hoofdweg in en uit de stad, met techniekers, automechanici en allerlei winkels. Plots zien ze vliegtuigen boven hun hoofden en dan bommen naar beneden vallen, wetend dat dood en vernieling binnen een paar seconden overal zullen zijn.
Khalid vertelt: ‘Mijn neef heeft daar een winkel. Wat een moeilijke en stressvolle momenten om het correcte nieuws van mijn familie te krijgen! Ik belde een neef en die bevestigde wat mijn vader al zei: één neef gewond, de anderen ongedeerd. Maar er zijn zeker al 20 bevestigde doden en tientallen gewonden, ook vrouwen en kinderen.’
Een paar dagen eerder schoten islamistische rebellen een helikopter van het leger neer. De piloot kwam om. Ze pronkten met zijn hoofd. De aanval van gisteren zou een vergelding kunnen zijn. Een andere verklaring is dat het regeringsleger de twee resterende legerbasissen ten zuiden en ten westen van Saraqeb beschermt tegen de gewapende rebellen. De regio werd maanden geleden al “bevrijd”. Het regime is gevlucht en de rebellen controleren de regio, maar het regime valt de stad nu vanuit de lucht aan vanuit die twee grote legerbasissen
Human Rights Watch publiceerde een rapport met als titel “De dood uit de lucht”. De vernieling die je in dit soort beelden ziet, is niet het resultaat van oorlog tussen twee partijen. Het is het resultaat van de bommen van de luchtmacht van de Syrische staat.
Humanitaire hulp
Telkens we de keuze maken om geen hulp te verlenen, moeten we er ons van bewust zijn dat het gebrek aan humanitaire hulp in de vluchtelingenkampen leidt tot een totale afwezigheid van hoop bij de vluchtelingen. Steeds meer vluchtelingen kiezen om gewoon terug te keren naar Syrië omdat ze daar tenminste sneller kunnen sterven, of om mee te vechten. Onvoldoende humanitaire hulp leidt dus zonder twijfel tot een verdere militarisering van het conflict. Daarom is alle mogelijke humanitaire steun aan de Syrische bevolking cruciaal. Het geeft hen hoop en hoop is belangrijk om je dagelijks leven nog min of meer normaal in te vullen.
Je zal de volgende weken nog veel horen over de 1212-campagne voor meer noodhulp aan Syrië. De organisaties geven allemaal directe en levensnoodzakelijke hulp aan getroffen Syriërs, waarvan meer dan de helft kinderen. Wij, als burgers van Westerse landen, kunnen met onze hulp mee vermijden dat een verloren generatie kinderen opgroeit, en getraumatiseerd en vol haat naar Syrië zal terugkeren. Door organisaties als UNICEF te steunen in het bieden van onderwijs aan honderdduizenden vluchtelingenkinderen, helpen we mee een veilige toekomst voor Syrië te garanderen.
We mogen ons niet langer afschermen van wat er in de wereld gebeurt. We moeten ons hoeden voor simplistische denkpatronen als 'het is niet ons probleem, laat ze elkaar maar uitmoorden, wij zullen onze burcht wel afschermen voor de problemen in de grote wereld'. Bij 'de Arabieren' ontaarden simplismen soms in geweld, maar bij 'ons' in een onverschilligheid en een wij-zij denken. We mogen niet langer onverschillig blijven wanneer hele generaties in een gruwelijke perversiteit worden gestort. We mogen niet langer selectief verontwaardigd en verrast zijn wanneer gemarginaliseerde jongeren van bij ons naar Syrië trekken. Dan bulken voorpagina's en nieuwsprogramma's wekenlang van de paniekberichten, terwijl er veel minder wordt bericht over wat in Syrië allemaal gaande is. De simplistische reactie van sommige beleidsmensen is natuurlijk een weerspiegeling van die berichtgeving.
Zien we nog wel de coherentie van onze reacties? Europarlementslid Guy Verhofstadt roept op tot bewapening van de Syrische rebellen, maar wanneer Vlaamse jongeren gaan vechten bij die rebellen moeten we hen beschermen tegen de gevaarlijke mannen met baarden. Het lijkt wel dat Vlaanderen slaapt, want ook dit zijn de rebellen in Syrië: in Syrië vinden honderdduizenden gewone jongeren een veilige plaats in de radicale islam mede omdat wij de situatie daar hebben laten escaleren. Misschien moeten we leren om de aan elkaar verbonden problemen in de Arabische wereld en de problemen in onze samenleving, als de problemen van ons allemaal te bekijken? En humanitaire steun aan getroffen Syriërs is een eerste stap in het opnemen van onze verantwoordelijkheid als wereldburgers.
Strijders bewapenen
De nood aan humanitaire hulp staat buiten kijf. Maar wat met militaire hulp? Een voorafgaande opmerking: wanneer we spreken over rebellen, spreken we vooral over Syrische burgers die de keuze hebben gemaakt om zich gewapend te verzetten tegen brutale onderdrukking en die dat meestal als enige mogelijkheid zien om hun leven en dat van hun familie te beschermen. Wij zien het aantal mensen dat daarvoor kiest, stijgen met de dag.
Dat er iets militair moet gebeuren, is duidelijk. Er is immers al op verschillende fronten een militaire interventie. Aan de kant van het regime zijn er steeds meer Libanese Hezbollah-strijders en leden van de Iraanse Revolutionaire Garde die in Syrië gaan vechten. Aan de kant van de rebellen heb je het Vrije Syrische Leger en de islamistische verzetsgroepen. Bij die laatste zitten ook groepen die ideologisch verwant zijn aan Al Qaeda. De belangrijkste is het Nusra front. De islamistische verzetsgroepen zijn de enigen die wél omvangrijke financiële en militaire steun vanuit het buitenland ontvangen, vooral uit de Golfstaten. Op You Tube zien we regelmatig video’s van het Nusra front en daarin hoor je steevast het dialect en de religieuze liedjes van de Golflanden. Gisteren hadden we nog een internetgesprek met iemand die actief is bij het Vrije Syrische Leger. Hij vertelde dat bij elke brigade van het Nusra front een vertegenwoordiger van de Golflanden aanwezig is die de financiële en militaire steun coördineert. ‘Zij krijgen steun, wij niet’, zegt hij.
Toch zijn de gevolgen van het verder bewapenen van de burgerbevolking mogelijk niet te overzien. Zeker in het Syrië van vandaag, waar de wraakgevoelens door de barbaarse daden van het regime en sommige rebellengroepen zo geëscaleerd zijn dat we mee het pad zouden effenen voor gruwelijke wraakacties en een mogelijk uitzichtloos verzinken in jarenlang geweld na de val van het regime. Onze contacten binnen het Vrije Syrische Leger zeggen: ‘Als het regime valt, dan sta ik mijn wapens af.’ Maar we kunnen niet garanderen dat dit voor alle rebellengroepen het geval zal zijn. Sommige groepen zullen misschien hun wapens behouden om een bepaalde strijd verder te zetten en wraakacties uit te voeren. Of de bevolking nu wapens nodig heeft of niet, als we wapens gaan leveren worden we mee verantwoordelijk voor die nog zwartere toekomst van Syrië.
Ook een Westerse interventie met bombardementen is gevaarlijk. Niet alleen omdat er nog veel meer burgerslachtoffers zouden kunnen vallen, maar ook omdat Westerse inmenging in het Midden-Oosten en Noord-Afrika op zijn zachtst gezegd een slechte staat van dienst heeft. Er is altijd dat vermoeden dat er andere belangen achter schuilen dan het verdedigen van de bevolking en dat vermoeden speelt het anti-imperialistische Syrische regime in de kaart.
Wat dan wel? De internationale gemeenschap zou kunnen kiezen voor een soort van militaire interventie waarbij VN blauwhelmen op het terrein komen en waarbij zij gewapenderhand veiligheidszones in het noorden en het zuiden afdwingen. En eventueel gerichte aanvallen uitvoeren om het voor het regime onmogelijk te maken nog burgers vanuit de lucht te bombarderen. Het lijkt alsof iedereen is vergeten dat hiervoor het juridische kader binnen de VN al bestaat. Door het herhaaldelijke Russische en Chinese veto in de VN Veiligheidsraad maakt de VN zich politiek irrelevant voor de Syrische bevolking.
We moeten ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid
Gevoelens bij het bekijken van beelden van bombardementen zijn moeilijk te beschrijven. Weerloze mensen 'overgeleverd' aan een grenzeloze waanzin terwijl wij rustig verder gaan met onze levens, komt in de buurt. Het gebeurde al vele malen in de geschiedenis. Van zodra de oorlog over het land raast, krijgt al wat zich op het land bevindt, de mensen en de gebouwen, een nieuwe bestemming in functie van de oorlog. De bewoners veranderen van mensen in lichamen die door de strijdende partijen kunnen worden ingezet in hun oorlogsspel.
We mogen niet vergeten dat onze landen niet buiten deze oorlogslogica staan. Ingrijpen of niet ingrijpen: het is altijd onderhevig aan strategische belangenafweging en daarin zijn mensenlevens zelden de eerste bekommernis. Indien er iets zou bestaan als een "humanitaire interventie", dan had de wereld al lang ingegrepen. Maar er zal enkel een "humanitaire interventie" komen als die ook een ander, zwaarder wegend, belang dient.
Wij zijn even goed partij bij het conflict omdat de Europese Unie een bepaald standpunt heeft en ook strategische afwegingen maakt. Door niet in te grijpen, waardoor weerloze mensen overgeleverd blijven aan de waanzinnige vernieling, kijken ook wij naar de slachtoffers als lichamen en niet als mensen. Maar door wél in te grijpen, doen we dat soms ook. In Libië vielen onschuldige slachtoffers in NAVO-bombardementen, en die slachtoffers zijn ook dan offers voor een hoger doel. Wanneer een mens in zulke situatie wordt gedood, is dat geen mensenleven dat verdwijnt, maar een lichaam dat instort en tot puin en stof wordt herleid zoals een gebouw. Zo verandert het mens-zijn in oorlogstijd.
We zouden haast vergeten dat er sinds de Wereldoorlogen zoiets bestaat als het oorlogsrecht, waarbij de internationale gemeenschap heeft geprobeerd lichamen in oorlogstijd hun mens-zijn (met alle rechten eraan verbonden) te laten behouden. We zijn ook collectief aan het vergeten dat er binnen de VN een juridisch kader bestaat voor een multilateraal militair ingrijpen in landen, waarbij de internationale gemeenschap heeft geprobeerd de VN de rol van beschermer van burgerbevolkingen te geven. Een bijzonder moeilijke opdracht, zo blijkt keer op keer.
Pieter Stockmans
Majd Khalifeh