Je ne suis pas Charlie

We zijn allemaal Charlie, het is een veel gehoorde slogan op sociale media en in onze kranten. Yasmina Akhandaf legt uit waarom ze de aanslag ten zeerste veroordeelt, maar ook waarom ze geen Charlie is.
Je ne suis pas Charlie

Dit soort geweld is er niet enkel en alleen om een aantal cartoons. Dit geweld kadert in een veel groter verhaal. Een verhaal waarbij men denkt dat we leven in een postkoloniale wereld, terwijl het woord “post” geen invulling heeft in de realiteit. Een wereld waarin een economische oorlog al jaren leeft.

 

Je ne suis pas Charlie. Ik zal me nooit verontschuldigen voor andermans daden. Niet vandaag, niet gisteren en wellicht niet morgen. De constante vernedering van minderheidsgroepen (religieuze, etnische of gender) hoeft niet voor mij. Ook al is het maar om te 'lachen'. In Nazi-Duitsland was er ook niets grappigs aan de propagandacartoons over de Joden. Dus neen, geen Charlie voor mij. En neen, dat betekent niet dat ik de daden van vandaag toejuich, elke vorm van geweld is afschuwelijk en verwerpelijk. Net zoals de dagelijks terreur tegen Palestijnen vreselijk is, vind ik ook deze moorden vreselijk. Maar om te zeggen dat ik "Charlie" ben, is voor mij een stap te ver. Waarom? Wel, ik wil niet meegaan in het vals discours van geweld tegen vrije meningsuiting. Terwijl de essentie ver weg is van vrije meningsuiting.

Dit soort geweld is er niet enkel en alleen om een aantal cartoons. Dit geweld kadert in een veel groter verhaal. Een verhaal waarbij men denkt dat we leven in een postkoloniale wereld, terwijl het woord “post” geen invulling heeft in de realiteit. Een wereld waarin een economische oorlog al jaren leeft. Tot op enkele kleinere gebeurtenissen toe, dacht Europa dat het ok is om deze oorlog verder te zetten. Het is uiteindelijk niet op Europese bodem en wij als Europeanen winnen er enkel bij. Het geweld komt steeds dichter bij. Ik hoop van harte dat politici niet weer eens vervallen in het verhaaltje van de zogenaamde vrije meningsuiting. U weet waarover ik het heb. Dit geweld is niet een daad tegen de fundamenten van "onze" maatschappij. Ik kan niet spreken over de moordenaars van Parijs, gezien we hun beweegredenen nog niet kennen. In ieder geval, zal een nog grotere en nog sterkere stigmatisering van minderheidsgroepen niet helpen.

Wilt u de zogenaamde radicalisering van moslimjongeren tegengaan? Wel neen, dat doet u niet door dit soort oorlogsretoriek. En neen, de “moslimgemeenschap” dient niet te worden aangesproken. Hoe komt het dat ook jongeren in Vlaanderen zich geroepen voelt om over te gaan tot geweld (bv.”Syriëstrijders”)? Een eenduidig antwoord kan ik u niet bieden. De problematiek van radicalisering is zeer gelaagd en complex. Wel is het duidelijk dat een toenemende groep moslims zich vervreemd voelt van de maatschappij waarin ze opgroeiden. Een maatschappij die eigenlijk hun thuis zou moeten zijn, heeft hen letterlijk uitgespuwd. Een beetje zoals een ongewenst kind dat door haar ouders werd weggestoten, zo behandelt ook onze maatschappij haar moslimmedemens. Structurele discriminatie in het onderwijs, arbeidsmarkt, huisvesting, etc. drijven mensen niet enkel uit de maatschappij, ze drijven hen tot het uiterste. Praktisch alle moslims worden er mee geconfronteerd, sommigen sluiten zich af van alles wat te maken heeft met de maatschappij. Anderen proberen het een plaats te geven en werken er omheen. Ook heb je de groep die het racisme gewoon ondergaat (wat niet wil zeggen dat ze het accepteren). En sommigen keren zich tegen de maatschappij. Dit zal hen dan ook gemakkelijker leiden tot extremistische gedachtes en daden.

Het is niet de islam of moslimcartoons die mensen tot zulk gedrag leiden. Het is een maatschappij zoals de onze die ons allemaal duwt in de richting van vervreemding. Hoe we deze vervreemding vorm geven is een keuze die elke persoon voor zichzelf neemt. Hoe komt het dat we staan te roepen en te springen voor vrije meningsuiting, terwijl alle mogelijke regels verzinnen om moslima’s te verhinderen om hun mening te uiten? Want ja, ook het dragen van een hoofddoek is een vorm van vrije meningsuiting. Hoe komt het dat de journalisten van de VRT vandaag samen een “je suis Charlie” bordje hoog houden, maar dat nooit hebben gedaan voor de gevallen journalisten in de Arabische lente? Hoe komt het dat onze politici op een dag zoals vandaag meteen de daad afkeuren, maar in alle talen zwijgen over het onrecht en de moorden in Gaza? Neen, Ik ben Charlie niet. Ik ben gewoon een individu tegen geweld en tegen het inperken van vrijheden. Voor iedereen. En ja, ik ben moslim. MAAR Je ne suis pas Charlie.

 

>>> Kif Kif dossier #Charlie Hebdo