Jesse Owens, politieke sportheld

Eindelijk werd het verhaal van Jesse Owens gegoten in de vorm van een mainstream film. Een biopic over de Afro-Amerikaanse sportheld die eigenhandig zorgde voor de vernedering van Der Führer en zijn droom van een volmaakt, superieur Arisch ras.
Jesse Owens, politieke sportheld

Ondanks alles is de film een interessante vertelling van een inspirerend stuk geschiedenis

 

Het is 2016. Het is onbegrijpelijk dat het zo lang heeft geduurd om het verhaal van Jesse Owens gegoten te zien in de vorm van een mainstream film. Maar daar gaat het gebrek aan diversiteit ook over, over historisch relevante verhalen die onverteld blijven. En met films zoals The ButlerSelmaBelle12 Years a Slave en andere, probeert men in sneltempo in te halen op die achterstand. Race is de jongste toevoeging aan die lijst: in de bewogen jaren van het interbellum, horen we een afgevaardigde van het Olympisch comité zeggen dat de Amerikaanse bevolking helden nodig heeft, en Owens een held is zoals ze zelden werden gemaakt. Daarom is het onbegrijpelijk dat Hollywood er zo lang over deed om zijn historische reeks overwinningen na te spelen in een deftig Computer Generated Olympische stadion van Berlijn.

Het is 1933 en J.C. Owens heeft een beurs gekregen om te studeren aan Ohio University, het klassieke verhaal van de zwarte atleten die toegang kregen aan het hoger onderwijs omwille van hun sportprestaties. Segregatie is doodnormaal, zowel op de bus als in de kleedkamers. En terwijl de discussie over het moreel verwerpelijke feit dat het Nazi-regime de Olympische spelen mag organiseren ondanks hun houding tegenover Joden, Roma en Zwarten, stellen we vast dat Amerika op dat vlak haar eigen zondes kent. Hoofdacteur Stephan James vertaalt dat vaak in een onderdanige houding, maar zeker niet wanneer hij loopt met de karakteristieke, schijnbaar moeiteloze Owens-stijl.

De cast is (op papier) geweldig, maar de acteerprestaties van James, van Jeremy Irons, William Hurt of zelfs de Nederlandse Carice van Houten als Leni Riefenstahl, worden soms ondermijnd door slordige mise-en-scène en clichématige acteursregie. Het is ook soms de vraag in welke mate er hier sprake is van een té losse houding tegenover de feiten. Erger nog, tegenover de echte morele dilemma’s die waarschijnlijk te complex waren voor een Hollywood-film.

Vanaf de titel staat Race volgeladen met gemakkelijke dubbele bodems. Ja, het gaat zowel over ‘ras’ als over ‘sprintwedstrijd’. Ja, de retoriek van de slavernij typeert de meeste gesprekken – “you belong to me” roept de coach – maar ligt er soms te dik op. Ja, het gaat over de contradicties en hypocrisie van een establishment dat geen politiek wil mengen met sport, terwijl de Spelen, vanaf de organisatie ervan, niks anders zijn dan een politieke kwestie. Brood en spelen, dat hebben we misschien té snel door. Expliciete kunst is vooral een kwestie van evenwicht, van ook ruimte te maken voor de ontdekking.

Ook puur discursief is de film bij momenten problematisch: de consequente aanval op de logica van de boycot ontkent dat die een legitiem en soms noodzakelijk instrument is in de strijd tegen wantoestanden. Er is ook een consequente verheerlijking van een meritocratie die in de praktijk vals was, zeker in het Amerika van de jaren ’30. Bij momenten worden we geconfronteerd met een volksheld die verplicht gebruik moet maken van de dienstingang omwille van zijn huidskleur, maar zo zelden dat het uitzonderlijk aanvoelt, terwijl dat eigenlijk de regel was. De film werkt soms ook als vrijspraak voor Riefenstahl’s collaboratie met de Nazi’s, voor de uitsluiting van Joden uit de Amerikaanse estafette ploeg, voor het respecteren van racistische regels, respect dat de strijd onnodig langer maakte.

Maar ondanks alles is de film een interessante vertelling van een inspirerend stuk geschiedenis. Owens wordt gevolgd vanaf zijn universitaire intrede tot zijn Berlijnse zege en de weergave van de armoede, van raciale verhoudingen, van de volharding, de hoop en de strijd compenseren voor de vele tekortkomingen. Technisch en narratief volgt de film het boekje. Soms te nauw, weliswaar, maar het verhaal is mooi in beeld gebracht en de nuances plaatsen vraagtekens op een aantal vooringenomenheden en nodigen de kijker uit om nog na de film, meer informatie te zoeken over de persoon die eigenhandig zorgde voor de absolute vernedering van Der Führer en zijn droom van een volmaakt, superieur Arisch ras.

Race, van Stephen Hopkins, vanaf 27.07 in de bioscoop.