Het begint als een migrantenrelaas, maar bewijst een verrassend en diepmenselijk betoog te worden waar zowel de tragiek van het Zuiden als die van het Noorden ons niet gespaard blijven.
Ik weet niet of dat de bedoeling is – soms is dat een strategie om de kijker op het verkeerde been te zetten – maar in het geval van Ik Belg, mijn moeder Ghanees, dekt de titel de lading helemaal niet. Dat is alleszins niet de enige reden waarom deze reportage zo verrassend is: het is inhoudelijk onvoorspelbaar en vormelijk ook onverwacht volwassen.
Vanaf de eerste frame kom je oog in oog te staan tegenover de jonge maker, Adams Mensah, een Ghanese Antwerpenaar van amper 24. We leren hem kennen als afgescheurd deel van een gezin, als een migrant in pasfoto-formaat. En dan landen we in Accra.
Een van de meest opmerkelijke aspecten van de film is de weergave van de Ghanese sfeer. Van de warmte, vooral. Zweetdruppels glijden hier en daar langs de nek van een geïnterviewde en het is alsof Mensah de doorleefde West-Afrikaanse verhalen van Ryszard Kapuściński had besloten te verfilmen. Druppelsgewijs laten we ook het verhaal binnensijpelen, op een zelfzeker tempo dat ruimte laat om je speculaties en veronderstellingen een voor een te verwerpen.
Mensah kiest ervoor om centraal te staan in zijn film, zowel in beeld als in voice-over. Naast zijn moeder, weliswaar, maar het blijft een delicate evenwichtsoefening. Mensah hanteert een reportage-format dat af en toe gebruik maakt van minder opgekuist camerawerk en onzuiver geluid maar dat doet niets af aan de spannende reconstructie van het drama. Dat Mensah zelf ook een performer is, die al 10 jaar als acteur en danser aan de slag is bij kunstZ, legt daar nog een extra laag spanning op: die van de kunst als emotionele bescherming tegen vreselijke gebeurtenissen. In dit geval, de mysterieuze ziekte van zijn moeder.
Ook opmerkelijk is de rol die religie speelt in de film. Jezus staat vaak in beeld en is aanwezig in de gedachten van de moeder, maar het is pas later, als je al beland bent in een ander universum vol slangen en bedriegers dat je beseft hoe prominent de plaats is die religie in het verhaal inneemt. Religie als sterkte voor de zwakkeren, maar ook als instrument van oplichters.
Andere universele zekerheden, zoals de aftakeling van de ouders en de onmenselijkheid van papierwerk, worden in de film ook drama’s die boven de migrant hangen als een waar zwaard van Damocles. De Europese institutionele xenofobie wordt geconfronteerd met de meest fundamentele mensenrechten en door ze niet te beperken tot de houding van één land tegenover een ander, wordt het een issue van continentale schaal, de houding van een heel continent tegenover een ander.
Zowel de plaats van religie als de onmenselijke hindernissen voor migratie maken deze reportage pijnlijk actueel. Het begint als het zoveelste migrantenrelaas, maar bewijst een verrassend en diepmenselijk betoog te worden waar zowel de tragiek van het Zuiden als die van het Noorden ons niet gespaard blijven.
De titel dekt de lading absoluut niet, dat mag herhaald worden. Kies dan maar je eigen titel. De mijne staat bovenaan.
Ik Belg, mijn moeder Ghanees (Me a Belgian, my mother a Ghanaian) van Adams Mensah (met de steun van kunstZ). Op 04.02 om 19u, 20u30 en 22u in Het Bos.