Het verhaal is gedeeltelijk een portret van de routine van een tot mislukking gedoemd initiatief tot ontwikkelingssamenwerking. Moeilijkheden om samen te werken met de lokale spelers, arrogantie, onevenwichtige etnische verhoudingen, corruptie en kafkaiaanse hindernissen: een vrij clichématige confrontatie tussen het hyperefficiënte Westen en de onderontwikkelde derde wereld.
Het gezin staat centraal in de films van Joachim Lafosse, een van de meest interessante stemmen in het Belgische filmlandschap. Het gezin als een broze instelling weliswaar, want het loopt in zijn films nooit goed af. En het vakkundige eraan is dat hoewel elke film op dezelfde meedogenloze manier is opgebouwd, in een sfeer die met de minuut benauwender wordt, met personages die reeds blijven trappen in dezelfde val, het resultaat blijft verrassen.
Les Chevaliers Blancsis op het eerste gezicht een uitzondering in zijn filmografie, maar bij nader inzien is de thematiek ook verbonden: het gaat over hoe de drang om een gezin te stichten en de wil om familieliefde te schenken, mensen verblinden en over grenzen doen gaan.
Net zoals À perdre la raison (2012), is Les Chevaliers Blancs losjes gebaseerd op een waargebeurd verhaal: de Franse NGO L’Arche de Zoé is in 2007 ter sprake gekomen omdat ze verantwoordelijk was voor een heel controversieel ‘goed doel’, met name zorgen voor weeskinderen in Tsjaad, een land geteisterd door gewapende conflicten en een ernstige crisis omwille van de opvang van vluchtelingen uit de aangrenzende Darfoer. In de film volgen we elke stap die door de organisatie Move for Kids wordt genomen. Zijn dichterlijke vrijheid leverde Lafosse legale zorgen met zijn vorige film, maar de regisseur blijft verdedigen dat hij geen journalist is, dat hij geïnteresseerd is in de fictie die achter zo’n verhalen schuilt. In dit geval, de dunne grens tussen goed en kwaad, tussen held en crimineel, in het kader van een postkoloniaal wereldbeeld.
In een register dat ons afwisselend doet herinneren aan reality shows à la Expeditie Robinson en sensibiliseringscampagnes van UNICEF, volgen we de goede zielen van Move for Kids. Het zoveelste eurocentrische relaas van westerlingen in een exotische bestemming? In zekere zin wel, maar dat bekent Lafosse zonder enige schroom. “Ik vertel het verhaal van blanken omdat ik die ken”, zegt hij. “Afrikanen vertellen hun eigen verhalen”.
Het verhaal is gedeeltelijk een portret van de routine van een tot mislukking gedoemd initiatief tot ontwikkelingssamenwerking. Moeilijkheden om samen te werken met de lokale spelers, arrogantie, onevenwichtige etnische verhoudingen, corruptie en kafkaiaanse hindernissen: een vrij clichématige confrontatie tussen het hyperefficiënte Westen en de onderontwikkelde derde wereld. De zoveelste bevestiging van een single-story over ‘Afrika’? In zekere zin wel, maar Lafosse beweegt langs een dunne grens tussen de bevestiging van common places en het gebruik ervan om de kijker te doen twijfelen, om een dubbelzinnige vorm van kritiek te formuleren.
Les Chevaliers Blancs is minder persoonlijk dan zijn voorbije films. De intimiteit die hij kan creëren gaat verloren door het groot aantal personages en plotwendingen, maar in ruil daarvoor mogen we kijken naar de grote dynamieken die onrecht mogelijk maken. We kijken naar een organisatie die niet doet wat men nodig heeft maar wat de eigen wil dicteert. Het is een portret van een koloniale onderneming, van de narcistische logica van het koloniale tijdperk.
Lafosse deconstrueert met zijn films keer op keer de klassieke structuur van Hollywood-films. Deze keer deconstrueert hij ook de typische rol van de white saviour, op zo’n manier dat hoofdrolspeler Vincent Lindon de hele tijd een good guy dacht te spelen. En het is niet onmogelijk dat hier en daar een minder wakkere kijker voor Move for Kids supportert. Dat zou veel zeggen over die minder wakkere kijkers.
Les Chevaliers Blancs, van Joachim Lafosse. Vanaf 27.01 in de bioscoop.
>>> Lees meer filmnieuws en recensies op Kif Kif Filmblog