Links op links

Vlaams Belang wint fors, N-VA verliest, de traditionele partijen brokkelen af en Groen en PVDA winnen op links. Dit is een consolidatie van de lokale verkiezingen en het ziet er niet goed uit voor de drie traditionele partijen.

Wie van links gaat er op vooruit?

Groen en PVDA winnen samen meer kiezers dan sp.a er verliest. De uitslagen voor het Vlaams parlement tonen aan dat mensen vooral zijn gesprongen naar de PVDA. De sp.a gaat achteruit van 14% naar 10,4%, Groen gaat er op vooruit van 8,7% naar 10,1% en PVDA springt van 2,5% naar 5,3%.

Voor de Vlaamse kant van de federale verkiezingen kunnen we ook zeggen dat de PVDA grotere winst heeft gemaakt dan Groen. We kunnen geen percentages geven omdat PVDA en PTB samen worden opgeteld. We hebben wel de zetelverdeling. Groen gaat van 6 naar 8 zetels. PVDA komt voor de eerste keer aan Vlaamse zijde in de Kamer met 3 zetels. De sp.a gaat van 13 zetels naar 9. 

Als we kijken naar de scores langs Vlaamse zijde voor het Brussels parlement zijn de tendensen nog duidelijker. De sp.a gaat terug van 19,5% naar 15,1. PVDA deed voor de eerste keer mee en haalt 4,3% en ook een eerste zetel binnen. Groen gaat er ook goed op vooruit en gaat van 17,9% naar 20,6%. Ook Be.One, de partij van Dyab Abou Jahjah haalt 4,3% van Nederlandstalige stemmen. De progressieve burgerbeweging Agora wint 5,2% van de stemmen. De tendens is wederom dat de partijen die links staan van de sp.a meer stemmen winnen dan de sp.a er verliest.

Vlaams Belang wordt landelijke partij

In landelijke gebieden rukt het Vlaams Belang op ten koste van het klassieke centrum en de N-VA. Jonge kiezers kiezen niet alleen voor de PVDA en Groen, maar in landelijk gebied voor de N-VA maar vooral voor het Vlaams Belang. Toch heeft het Vlaams Belang zich naar de toekomst toe kwetsbaar opgesteld. Want er is een linkse kaper op de kust – de PVDA – die het de partij moeilijk zal maken op haar ‘linkerflank’. Het zal nog moeilijker worden voor het Vlaams Belang indien de Vlaamse en federale regeringen zouden kiezen voor een centrumlinks beleid.

Toch mag de groei van het Vlaams Belang op conto van de N-VA worden geschreven. Zij hebben ervoor gekozen om het discours van het Vlaams Belang te normaliseren waardoor op den duur geen inhoudelijke verschillen meer te bekennen waren op de thema’s migratie, identiteit en discriminatie. De N-VA heeft met andere woorden het speelveld voor zichzelf iets kleiner gemaakt, maar wel enorm vergroot voor het Vlaams Belang.

Hergroepering op links

De grootste revelatie van deze verkiezingen is dat Groen er amper op vooruit gaat. De peilingen hadden de partij consequent boven de 12% gepeild. Groen had nochtans alles mee: het thema klimaat werd door de klimaatspijbelaars hoog op de politieke agenda gezet. De N-VA had Groen ook uitgeroepen tot haar belangrijkste uitdager. Daarnaast had Groen veel politiek talent binnengehaald dat de partij naar de verkiezingsoverwinning moest leiden.

PVDA heeft dan wel veel minder media-aandacht gekregen, maar was duidelijk aanwezig op straat. Blijkbaar waren er alleen al in de provincie Antwerpen 4000 militanten betrokken bij de kiescampagne. De partij voerde campagne met thema’s als een minimum pensioen van €1500, het terugschroeven van de wettelijke pensioenleeftijd naar 65 en het invoeren van een vermogensbelasting. Deze voorstellen werden door de sp.a en Groen overgenomen. De PVDA heeft de linkerkant dus nog verder naar links getrokken.

Het Vlaams Belang zag dit gebeuren en nam uit opportunistische redenen een groot deel van deze eisen dan ook maar over. Het Vlaams Belang werd ook door de opkomst van de PVDA op sociaaleconomisch vlak naar links getrokken (maar met voorstellen voor ‘eigen volk’).  In tal van debatten probeerde Tom Van Grieken samen met Peter Mertens op te trekken waarop die laatste vooral benadrukte dat de PVDA een linkse partij is en dat het Vlaams Belang een partij is voor “eigen rijk volk eerst”.

Groen heeft ook campagne gevoerd rond sociaaleconomische thema’s maar probeerde vooral een alternatief rond het klimaat naar voor te brengen. Hier kreeg de partij echter tegenkanting van de PVDA die de maatregelen te liberaal vond en van de N-VA die deze voorstellen te links vond. Maar de belangrijkste reden is dat Groen vooral naar gemeenschappelijkheden zocht met de Open Vld (en ook met de CD&V). Groen hing teveel in het centrum rond en is niet naar links getrokken. Die kritiek hoorde je ook bij de sp.a ten aanzien van Groen.

De sp.a heeft geprobeerd om met sociaaleconomische thema’s het electoraal verlies te beperken. Ook was er veel te doen rond het gerucht van een voorakkoord tussen de sp.a en de N-VA. Dit heeft de taak van John Crombez er niet gemakkelijker op gemaakt. Misschien is de inzet van jonge mensen aan de kop van de verschillende lijsten een positieve stap van de voorzitter. Maar het was uiteindelijk allemaal too little too late.

Een rode-groene toekomst?

Bij de lokale verkiezingen van 14 oktober 2018 trokken PVDA en Groen het hoogste percentage jonge en nieuwe kiezers aan. Ook hebben beide partijen een zeer trouwe aanhang volgens een onderzoek van verschillende Belgische universiteiten, uitgevoerd op vraag van VRT en Knack. Jonge kiezers stemmen dus vooral voor een linkser alternatief voor de sp.a.

Als we kijken naar de uitslagen van Vlaamse en federale verkiezingen, zien we nog een andere tendens. In stedelijke gebieden rukt Groen maar vooral PVDA op ten koste van het centrum.  In het kanton Antwerpen voor de Kamer wordt de PVDA met 12,7% van de stemmen groter dan de sp.a. Groen consolideert als tweede partij met 16,7% van de stemmen. In kanton Vilvoorde wint de PVDA 5,3% en strandt op 7,3%, terwijl Groen er ook op vooruit gaat en eindigt met 10,9%. In het kanton Gent wordt Groen zelfs de grootste partij met 20,4% en wint de PVDA fors om te eindigen op 10,2%. Het beeld is bijna overal hetzelfde. De linkse en progressieve kiezer springt naar Groen maar vooral naar de PVDA. Deze twee linkse partijen winnen samen meer dan de sp.a er verliest.

Voor de PVDA is de strategie ingezet om haar stedelijke groei verder te consolideren en kiest ze waarschijnlijk voor een offensieve strategie ten aanzien van het Vlaams Belang. Toch zal ook de PVDA de machtsverhoudingen in Vlaanderen moeten erkennen. De politiek-culturele hegemonie is nog altijd rechts en Vlaams-nationalistisch. De partij zal een inhaalbeweging moeten doen om nieuw politiek personeel aan te werven en ook nieuwe initiatieven in de samenleving te ondersteunen. Het zal voor de PVDA dus zoeken zijn naar een offensief en naar nieuwe mensen.

Groen zal zich ook consolideren in de stedelijke gebieden, maar haar centristische strategie werkt averechts. De progressieve en linkse kiezer loopt weg van het traditionele centrum. Al is de groei voor Groen heel beperkt, toch zijn de voorwaarden er om de komende jaren verder te groeien. Groen zal zich veel linkser moeten opstellen en aansluiting vinden bij bijvoorbeeld de klimaatspijbelaars. Kiezen tussen het centrum of links – dat is de belangrijkste keuze voor de partij de komende jaren, zowel organisatorisch als inhoudelijk.

De sp.a heeft al een linkse bocht gemaakt, maar wordt te veel gepercipieerd als een machtspartij. De sp.a is terug een pak linkser dan een paar jaar geleden. Als oppositiepartij heeft ze ook niet veel potten gebroken en de achterban is heel ontevreden over de lokale besturen die ze vormt met de N-VA. Het enige lichtpunt is misschien dat John Crombez er expliciet voor heeft gekozen om jonge mensen naar voor te schuiven om toch mee te zijn met de jongere generatie.

De toekomst kan dus links zijn, maar alleen als de drie linkse partijen organisatorisch en inhoudelijk groeien en innoveren.

 

(Foto © Solidair, Stefaan Van Parys)