Vooraleer we beginnen met een bespreking van de gedichtenbundel Vallende tijd kan het nuttig zijn om kort de context te schetsen waarin we het werk moeten bekijken. Als we het hebben over Berberse auteurs, spreken we meestal over auteurs met een Berberse achtergrond en niet over auteurs die in de Berberse taal schrijven. Er bestaat veel wetenschappelijk onderzoek over wat Berbers schreven, bijvoorbeeld in de middeleeuwen. De kerkvader Augustinus is hier een goed voorbeeld van. Hij was afkomstig uit Noord-Afrika en wordt vaak aangeduid als een Berber die in het Latijns schreef. Met de komst van de islam zijn veel Berbers overgeschakeld naar de Arabische taal. Ze schreven onder andere over hun leefwereld en wat hen bewoog. Berberse auteurs kan je dus vooral bestempelen als meertalige schrijvers; een Berber auteur is per definitie iemand met een meertalige achtergrond.
De Nederlands-Berberse schrijver Asis Aynan kan je ook zo aanduiden. Asis Aynan schrijft in het Nederlands maar definieert zich onder andere als Berber. De Berberbibliotheek is een initiatief van hem en vertaalster Hester Tollenaar. Deze Berberbliotheek bestaat uit een tiental klassiekers uit Noord-Afrika die voor de eerste keer werden vertaald in het Nederlands. Het gaat over werken van Mohammed Khaïr-Eddine, Tahar Djaout, Taos Amrouche, Kateb Yacine en Mohammed Choukri. Wat interessant is, is de verscheidenheid onder de auteurs. Wat hen bindt is hun meertaligheid. Deze Berberse auteurs schreven in het Frans, Berbers en het Arabisch, de drie belangrijkste talen van Noord-Afrika.
Asis Aynan sluit de reeks af met de gedichtenbundel Vallende tijd’. De vier auteurs schrijven hier wel in de Berberse taal. De Berberse taal (genaamd Tamazight) is opgedeeld in verschillende varianten en hier hebben we het over de variant die wordt gesproken in het noorden van Marokko, de Rif. Deze variant is het Tarifit of (in het Nederlands) Riffijns. Wat de auteurs gemeen hebben met elkaar is dat ze allemaal geboren zijn in de eerste jaren dat Marokko onafhankelijk werd van Frankrijk en Spanje. Mohammed Chacha (1955-2016), Mimoun El Walid (1959), Ahmed Ziani (1954-2016) en Fadma El Ouariachi (1957) groeiden in een wereld op die fundamenteel anders was dan die van vandaag. Marokko was in die periode een economisch achtergestelde natiestaat die zich wilde moderniseren. Het Modern Standaard Arabisch en ook het Frans waren daarvoor de ideale talen, maar de Berberse taal kreeg geen plaats. Ook mogen we niet vergeten dat post-onafhankelijk Marokko zich ook moest bewegen in de mentaliteit van de Koude Oorlog. Er was dus een sterke linkse oppositie die grote politieke veranderingen teweeg wilden brengen in het land. Mimoun El Walid is misschien de meest gepolitiseerde van hen. Hij is de ‘Bob Marley’ van de Riffijnen en zijn liederen hebben heel veel bijgedragen tot het Berbers (nationalistisch) bewustzijn in de Rif.
De een stoppen ze in een hol dat ze afsluiten met een steen.
Niets hoort hij, niets ziet hij!
Maar onze zon komt stellig op.
En wanneer zij opkomt, is zij niet te stuiten!
Dit is een stukje uit één van zijn liederen waarvoor Mimoun El Walid in de gevangenis werd gezet en ook vaak in het oog werd gehouden. Tegenwoordig woont hij in Brussel en zingt hij vaak op Berberse culturele events in België, Frankrijk, Nederland en Spanje. De tweede auteur is de dichter Mohammed Chacha. Hij vestigde zich in 1977 in Nederland en kreeg daar ook politiek asiel. Hij wordt beschouwd als de eerste Marokkaan die zich openlijk als atheïst profileerde. Toen hij in 2016 overleed, was er veel te doen rond zijn begrafenis in Marokko. Hij werd begraven op een islamitische begraafplaats wat voor debat zorgde over of een niet-moslim wel kon worden begraven in islamitische grond. Dit ter zijde, had Mohammed Chacha vooral invloed op een deel van de Riffijnse elite in Nederland. Zijn gedichten zijn dan ook heel uitgesproken tegen het Marokkaanse regime en kan je daarom bestempelen als zeer politiek.
Mijn zoon heeft nooit de grenzen overschreden,
Heeft niets gedaan, noch met de vuist noch met de stok.
Als goed en hartelijk staat hij bekend.
Zeg me dan: waarom werd hij opgepakt?
Deze twee ‘politieke’ auteurs krijgen in de gedichtenbundel het gezelschap van een ander cultureel icoon. Ahmed Ziani emigreerde in 1979 naar Europa en kwam uiteindelijk naar Nederland. Zijn gedichten zijn natuurlijk doorspekt met het thema migratie maar ook liefde en de natuur nemen een centrale plaats in in zijn oeuvre. Met de huidige klimaatuitdaging zijn z’n gedichten over de natuur zeer actueel.
Nog steeds is de regen niet gevallen die het water doet stromen,
de waterputten doet overvloeien en de rivieren doet zwellen.
Afgelopen zomer nog was ik in de Rif. Zoals altijd bezocht ik boekenwinkels in Al Hoceima. Daar zag ik natuurlijk gedichtenbundels van Ahmed Ziani liggen, maar niet alleen die van hem. De Berberse taal heeft een lange weg afgelegd, zeker als ik het vergelijk met de jaren 1990. Bij een volgend bezoek aan de Rif, ga ik op zoek naar gedichtenbundels van Fadma El Ouariachi. Zij is de enige vrouwelijke dichter in de bundel Vallende tijd, maar ook de enige van de vier die niet gemigreerd is naar Europa. Op de kaft van de gedichtenbundel staat dat haar gedichten een emancipatoir karakter hebben. Toch is ze ook een dichter die uiting geeft aan veel andere issues zoals liefde.
reik mij je hand zodat we deze rivieren kunnen oversteken
en onze rivier bereiken waar klaprozen groeien,
overal klaprozen
Met deze laatste publicatie loopt de Berberbibliotheek ten einde. Moeten we treuren? Helemaal niet! We mogen blij zijn dat er werken van Berberse auteurs naar het Nederlands vertaald zijn. De werken verrijken het Nederlandstalig corpus, zijn een inspiratiebron voor andere Berbers en schenken vooral leesplezier.
De gedichtenbundel Vallende tijd is uitgegeven bij de uitgeverij Jurgen Maas en kan je via deze link bestellen